maandag 23 januari 2006

Aan ondernemers geen gebrek

De agrarische sector in Nederland heeft geen gebrek aan ondernemers en ondernemerschap. Al decennia lang exporteren we immers ondernemers: in uiteenlopende landen als Frankrijk, Denemarken, Canada, Luxemburg en (Oost-)Duitsland kom je ze tegen. Ze spelen er vaak een vooraanstaande rol. Een tweede bewijs voor mijn stelling is gelegen in het feit dat veel Nederlandse agrarische bedrijven te klein zijn om gezien de stand van de techniek een goede boterham te verdienen. Net als in de jaren vijftig hebben we een “kleine boeren-vraagstuk”. Ze bieden dan ook tegen elkaar op om de productierechten, zoals quota. Met minder ondernemers zou de koek per ondernemer groter zijn. En tot slot: voor veel ondernemers liggen de verdiensten op een matig niveau. Als ondernemers schaars zouden zijn, zouden ze in de markt wel beter worden beloond. Ondernemers genoeg dus.
Ook de overheid heeft ontdekt dat het ondernemerschap op een hoog niveau ligt. Zelfs op een zodanig niveau dat een deel van het landbouwbeleid niet meer nodig wordt geacht: ondernemers worden geacht het zelf wel te kunnen redden. In dit beeld past dat inmiddels 1 op de 5 opvolgers op een agrarisch bedrijf een HBO opleiding heeft.
Het is dus onverstandig om daar waar er (overheids-)middelen zijn voor het thema “ondernemerschap”, er klakkeloos vanuit te gaan dat er ondernemerschapsvaardigheden moeten worden aangeleerd. Wel zijn er situaties waarin het ondernemerschap niet voldoende tot uiting kan komen. Vaak is het dan de overheidsregelgeving die het ondernemerschap blokkeert. Het weghalen van die blokkades kan de innovatiegraad en werkgelegenheid bevorderen. En wellicht zijn er in de toekomst in sommige sectoren andere ondernemersvaardigheden nodig.
Bovenal is het zinvol om eens na te denken hoe we het overschot aan ondernemerschap beter kunnen benutten, dan ondernemers tegen elkaar op te laten bieden om productierechten om hun ondernemerschap te gelde te maken.
Vooral in de (semi-)publieke sectoren zoals natuurbeheer en de zorg lijkt er een tekort aan ondernemerschap. Ik noem deze voorbeelden omdat hier combinaties met landbouw of een landschappelijke omgeving mogelijk zijn. Het zou dus onze welvaart kunnnen verhogen als we dergelijke sectoren meer openzetten voor privaat ondernemerschap, en boeren helpen hun ondernemersvaardigheden op deze sectoren te richten. In dat kader lijkt het samenbrengen van agrarische ondernemers met MKB-ondernemers zinvol. Niet alleen om los van het eigen vakgebied meer te leren van ondernemerschap, maar ook om gezamenlijk nieuwe bedrijfssystemen en producten, zoals in het verleden natuur-onderhoud en zorgboerderijen, te ontwikkelen.

Geen opmerkingen: