We hadden het hier nog niet over de Nobelprijs Economie. Die ging onlangs naar drie economen die zich bezighouden met de rol van innovatie in economische groei. Philip[pe Agnion en Peter Howitt delen de helft van de prijs voor het macro-economische modellen werk. De andere helft gaat naar Joel Mokyr, die zowel historicus als econoom is. The Economist prijst het genre en Mokyr voor zijn 2016 boek A culture of growth.
Het eerdere paradigma dat de opkomst van de industriële revolutie en de versnelling van innovatie in de 18e eeuw naar een hoger niveau niet veel te maken zou hebben met kennisontwikkeling aan universiteiten haalt hij daarin ondertuit. Misschien dat instrumentontwerpers niet altijd wisten waarom iets werkt (de oude visie) maar ze waren dan wel degelijk geinteresseerd dit te begrijpen vanuit wetenschap (Mokyr). Organisaties als de Royal Society brachten wetenschap en ingenieurswerk steeds dichter bij elkaar. Het doel van de wetenschap is om nieuwe ontdekkingen te doen en het menselijk leven daarmee te verrijken, zo stelde Francis Bacon.Er was dus een verandering van culturele normen die inhield dat men open stond voor experimenten en ontdekkingen, en van de commercialisatie van die ideeën. Dat vroeg ook om de juiste politieke (en religieus) omgeving. Want machthebbers vrezen nog al eens dat vrijdenkers de huidige orde ter discussie stellen en een gevaar voor de macht zijn. Hier hielp de verbrokkeldheid van Europa, waar bv. China een centrale staat was. Er was hier concurrentie tussen landen en altijd wel een plek (Nederland bijvoorbeeld) waar je je werk kon publiceren. Creatuve destruction was zo mogelijk.

Geen opmerkingen:
Een reactie posten