woensdag 21 oktober 2020

De veiling en de Nobel

Veilingen lijken in de landbouw op zijn retour. Misschien dat er nog eens ergens een boedeldag is en we hebben de bloemenveiling nog, maar in de groenten lijken de partijen niet alleen over prijs en directe levering te willen spreken maar ook over allerlei andere zaken in de transactie. En dan is een veiling niet meer zo efficient. 

Maar in de rest van de economie is de veiling in opkomst, neem alleen al het veilen van advertentieruimte op de tech platformen (sociale media etc) en de overheid die zendfrequentis veilt. Geen wonder dus dat de Nobelprijs weer eens is toegekend aan experts in de veilingtheorie. Paul Milgrom en Robert Wilson, beide van Stanford (en Wilson was ook de promotor van zijn ztudent Milgrom).

Want veilingtheorie is niet zo simpel. We kennen natuurlijk de klassieke veiling bij opbod (in de literatuur: de Engelse veiling). Daar leren de bieders in het proces wat de ander er voor over heeft.  Zo ontdekken ze samen de waarde. Maar het kost tijd dus wij vonden de Nederlandse veiling uit: bij afslag. Gaat lekker snel en blijkbaar is het niet zoals bij een schilderij belangrijk om te leren wat het te verkopen spul waard is in de ogen van anderen. En als je als verkoper geluk hebt haal je ook nog wat marge binnen tussen de hoogste bieder en die net eronder. 

Een gallerie met oude meesters in Ede past nog al eens een Vickeroy veiling toe. Dat gaat in 1 ronde met biedingen van alle kopers (ook snel, je hoeft niet bij elkaar te gaan zitten) en de winnaar betaalt niet zijn eigen biedprijs maar die van nummer 2 die er net naast grijpt. Bieders ontlenen dus geen informatie aan andere bieders (de biedingen zijn onafhankelijk). De regel dat je de prijs van nummer 2 betaalt verleidt de bieders om het achterste van hun tong te laten zien zonder dat ze slachtoffer van de 'winners' curse' worden: het gevoel dat je toch weer teveel hebt betaalt. Het leverde al in 1996 een Nobelprijs op.

Wilson onderzocht nog ingewikkelder gevallen zoals het veilen van olievelden. Daar hangt de waarde af van de hoeveelheid olie die men in het veld veronderstelt maar ook van de kundigheid van de bieder om het er uit te krijgen. Dat maakt de price discovery lastiger. Voor het veilen van frequenties (en inmiddels ook elektriciteit) ontwikkelden de winnaars de SMRA - Simultaneous Multiround Auction) waarin bieders in meerdere ronden op meerdere objecten tegelijk mogen bieden. Na elke rond krijgen ze wat informatie terug over prijzen en biedingen. Dit blijkt spectaculaire bedragen uit de markt te halen.  De eigenaar (vaak de overheid) profiteert dus ten opzichte van het bedrijfsleven dat biedt. 

Gebaseerd op The Economist: Winning bids, 17.10.2020


Geen opmerkingen: