The Economist besteedde afgelopen weekend aandacht aan innovatie in de verzekeringsbranche (run for cover, 207.2019). Met een mooie observatie waar de grote bedrijven mee kampen (en niet alleen in deze bedrijfstak, zo lijktt me) als het gaat om innovatie met bv. big data en AI.
Gezien het toezicht van de overheid en de gevreesde reputatieschade als algorimes etnisch of anderzins zouden profileren, is er een cultuur van voorzichtigheid. "Try not to change anaything, nor break things" zoals iemand observeert. Daar komt bij dat die grootbedrijven ontstaan zijn door tal van fusies wat geleid heeft tot tal van data-systemen die slecht geintegreerd zijn. Dat maakt het zelfs lastig om start-ups op te kopen en te integreren.
Wat je dan vaak ziet, zo constateert een waarnemer, is dat er in de strategie besloten wordt dat innovatie onderdeel van het DNA moet worden. Dat botst met de cultuur en dan is het maar het makkelijkst voor het maangement om een arm's length model te kiezen met een vrijplaats die andere regels krijgt (wel een koelkast met bier en een tafeltennistafel). Onder te titel Lab, Studio of Garage. Dat roept weerstand op bij de staande organisatie waarin minder wordt geinvesteerd en het rendement lager is. Dus not invented here processen rond de innovatie. Einde Garage / Lab.
Volgende fase is dan om het maar uit te besteden aan een venture fund, het zij een intern fonds dat extern investeert of via een onafhankelijk gemanaged fonds. Maar die zijn gericht op start ups (of misschien scale ups) niet op innovatie in het grootbedrijf.
In de verzekeringsbranche leidt het ertoe dat de innovatie nu deels gebeurt door herverzekeraars als Munich Re. Hoe herkenbaar is dit proces. En wat betekent het voor innovatiebeleid van de overheid ??
Geen opmerkingen:
Een reactie posten