dinsdag 21 januari 2025

invoering doelsturing

 Het artikel in de blog van gisteren over doelsturing via innovaties in het kantoor van de boer (met name digitale gegevensuitwisseling en robotic accounting) dat we in EuroChoices publiceerden leek me een afsluiting van een lange reeks papers in de agrarische accountancy in afgelopen 40 jaar. Maar toch nog een paar nabranders. Ik werd gevraagd mee te doen aan een sessie in deze op het EAAE congres in Bonn. En ik liep vorige week een ambtenaar in Den Haag tegen het lijf die mijn suggestie dat je dit conform de BBB  kabinetswens wel per 1.1.2026 kunt invoeren pareerde met zorgen over fraude. Zodat ik nu toch weer loop te denken over een invoeringsstrategie.

Om te beginnen wordt het eind van MINAS geassocieerd met fraude. Dat is historisch onjuist. Het Hof en Luxemburg schoot het om andere reden af (het was geen verbod vooraf op dierlijke mest per ha zoals de Nitraat richtlijn eist).  Er was wel fraude doordat op zeker moment ook bemonstering van mest en eigen export werd toegestaan, wat oncontroleerbaar was. Maar dat zat niet in het originele concept en juist daarom is doelsturing met alleen sensoren en zo gevaarlijk frauduleus. Je moet het administratief borgen.

In voering van zo'n systeem moet je in eerste instantie doen met een beperkt aantal indicatoren (N  en P saldo per ha, gewasbeschermingsmiddelengebruik per ha, CO2 uitstoot per kg product of zo). En op vrijwillige basis voor boeren die een lage emissie stikstof of zo willen aantonen (met hun veevoer of Lely Sphere), die in een Planet Proof schema meedoen, of voor zover of goud gaan in Eco-Schema's.  De rest val je er niet mee lastig. Die komen later wel als ze er voordeel in zien.

Met die voorloper groep zorg je dat het systeem optimaal gaat draaien qua software en administratie als ook controle: dus een afspraak met industrie voor e-invoicing, gebruik van zelfde kengetallen in schemas van de voedingsmiddelenindustrie en Retail en bodemindex (en als die meer indicatoren willen, ok als extra voor de boeren in dat schema).  Dat mag in eerste jaar via een bedrijfsmanagementsysteem verwerkt, zonder koppeling aan btw.

Je richt ook de certificering in net als bij biologisch op een tweejaarlijkse basis (voor wie niet onder toezicht staat), een boer wordt voor alle schema's nog maar 1 keer oer 2 haar bezocht.  Dat kan dan 1.1.27 draaien.

Vervolgens eis je na die datum dat btw-aangifte en duurzaamheidsindicatoren consistent zijn, liefst door ook de btw-aangifte uit het managementpakket te doen, en door te sturen naar de accountant en fiscus. Ook kun je desgewenst wat meer indicatoren gaan toevoegen.

Vanaf nu is het systeem goed controleerbaar (althans op die indicatoren) en kun je per 1.1.28 overwegen om middelsturing af te schaffen en dit tot nu toe vrijwillige systeem verplichten. En net als bij elke regeling zal er dan enige fraude zijn, handhaven moet je altijd.

En je kunt de deelname versnellen of aantrekkelijker maken door op basis van de certificering boerderijen een label toe te kennen, net als het Energielabel ivan mijn huis. En de voedsingsmiddelen verplichten om een zeker percentage label A bij te mengen (verplicht tegen meerprijs te kopen) of de Grondbank alleen grond te laten verkopen aan Label A boeren. Zodat de concurrentie op kostprijs enigszins vervangen wordt door concurrentie en innovatie op duurzaamheid. 

Enfin, daarmee liggen mijn aantekeningen voor een bijdrage op  het congres in Bonn weer vast. 

Geen opmerkingen: