dinsdag 2 september 2025

Een onderzoekje naar generaties

In menige bedrijfsrapportage over een boerenbedrijf of een interview met een boer of tuinder wordt gerefereerd aan het aantal generaties dat al op die plek boert. Vaak wordt een enorme continuïteit gesuggereerd en daarmee een soort hisotrisch recht op die plek. Ik vroeg me al enige tijd af wat dit argument waard is.

Het viel me afgelopen voorjaar in een boek Eerlijke Verhalen van Wim van der Heide met veel bedrijfsrapportages op dat veel boeren refereren aan hun opa als stichter van het bedrijf. Soms nog een generatie eerder, maar vaak ook niet eens 3 generaties. En dan tel ik een verplaatsing vanwege de ruilverkaveling niet eens mee, dat zie ik dan maar als continuïteit, hoewel iemand best een fors aantal kilometers opgeschoven kan zijn - maar vaak binnen hetzelfde dorp.

Nou is 3 generaties niet zo gek, er is heel veel woeste grond ontgonnen in de jaren 1890 - 1940 en in de crisisjaren zijn ook veel bedrijven als een afsplitsing van een groter bedrijf of als keuterboer begonnen. Al met al hield ik er de indruk aan over, dat je dat "generaties op dezelfde plek" met een korreltje zout kunt nemen, hoewel er natuurlijk families zijn die bv. in Twente of de Achterhoek al sinds de 17e eeuw op een erf zitten.

 Boerderijboeken, die in sommige gemeenten worden gemaakt, bieden soms boeiend onderzoeksmateriaal. Dus toen ik deze zomer het Boerderijenboek van de Stichting Oud Zevenhuizen - Moerkapelle in handen kreeg, waarin alle boerderijen beschreven staan die ooit in deze toenmalige gemeentes hebben gestaan (inclusief een aantal die zijn afgebroken om een ringvaart van de Zuidplaspolder aan te leggen), met daarop zoveel mogelijk de namen van de pachters / eigenaren, besloot ik te turven.

Ik nam alleen de bedrijven mee die in 1945 nog bestonden, en soms nu nog bestaan, en anders na 1945 zijn opgeheven. Dat zijn er 24 in Moerkapelle en 100 in Zevenhuizen. Ze zijn gelegen in droogmakerijen uit de 18e en 19e eeuw, waaronder de Zuidplaspolder.  Daar kunnen dus heel wat generaties boeren. Verder telde ik ruimhartig: een overdracht naar een neef van de boer, heb ik geteld als continuïteit in de familie, ook omdat die neef soms een opa had die ook op die plek had geboerd. Ook verandering van bedrijstype (van akkerbouw naar fruit of zo) heb ik als continuiteit geteld, zelfs als dat van akkerbouw naar loonwerk was. 

Daarentegen is er nog al wat mobiliteit: boeren die failliet gaan, boeren (met name pachters) die binnen de twee gemeentes verhuizen van de ene naar de andere boerderij. Soms van klein naar groot, soms ook andersom. Er is zelfs een geval waarin boeren ruilen: een wat ouder geworden boer ruilt met een ander die een kleiner bedrijf heeft. Allemaal geen continuïteit..

Komende dagen de resultaten van mijn onderzoekje. Doe alvast maar een voorspelling van de uitkomst...


Geen opmerkingen: