zaterdag 29 februari 2020

Kapitaal en ideologie

Er is een nieuw boek uit van Thomas Piketty, nu ook in het Nederlands vertaald en dus had NRC vandaag een groot interview met de rockstar-economist. De opvolger van Kapitaal in de 21ste eeuw is er na 7 jaar en heet Kapitaal en Ideologie. Weer een dikke pil in de Franse filosofie traditie, zo heb ik de indruk.
Het wordt niet genoemd, maar het past in de institutionele economie van Williamson. Er us ongelijkheid en als je dat als rijkere klasse in stand wil houden, dan is er een verhaal nodig dat dit in stand kan houden. Maar die iedeologie is kwetsbaar. Neem Zweden waar rond 1900 alleen de bezittende klasse naar de stembus mocht, met ook nog aantal stemmen gewogen met kapitaalsbezit. Nu een van de meest democratische landen - de ideologie heeft geen stand gehouden.
Wij komen uit een periode met betrekkelijk weinig ongelijkheid, de jaren 1950 - 1980, oorlog is een gelijkmaker en daarna kwam de sociaal-democratie. Piketty ziet de transformatie van ideologie als de grootste drijfveer voor verandering van economie en van ongelijkheid. Daar zijn grote crises voor nodig, anders verandert het niet. En dan moet er voor die crisis al een verhaal in de maak zijn, dat daarna de overhand krijgt.
En daar ligt Piketty zijn zorg: we maken nog te weinig een nieuw verhaal, dat de problemen van het doorgeschoten neo-liberalisme met zijn ongelijkheid corrigeert. En dus gaat het nu over identiteit in plaast van ideologie. Met een midden dat afhaakt of naar de flanken beweegt. Piketty  is een EU Federalist: de markt in Europa moet gecorrigeerd worden door Europees sociaal beleid.

vrijdag 28 februari 2020

Economics van digital twins


De editie van deze week valt morgen al weer in de bus, maar ik vraag nog even aandacht voor een special in The Economist van afgelopen week (22.2.2020) over Digtial Twins en gerelateerde zaken. Mirror worlds heet het stuk. Het opent met de vraag of data nu de nieuwe olie zijn (nee het is niet altijd een private good) of zonlicht (zoals men bij open data probeert: een free public good), of vooral infrastructuur, dat je wellicht ook als club good kunt zien. Alle drie de opties komen naast elkaar voor hoewel deze volgorde ook wel de voorkeur van de VS, China en Europa weergeeft.
Ook boeiend is het slot: als algoritmes een digital twin kunnen maken van jouw gedrag, dan is er bij de tech platforms dus sprake van monopsonie en staat de leverancier van die data (degene die data invoert) onder druk. Die wordt onderbetaald. En dus de oproep tot het vormen van een tegenmacht via data-coöperaties. Het is weer 1850 en Marx en Engels steunen de vakbondsgedachte. Maar nu met een nieuwe technologie. Waar blijven de nieuwe commons - misschien gaat het nog te goed.
Lezen dus, ook de voorbeelden die aangeven hoe Google en Apple de digitale health markt willen ondersteunen.

donderdag 27 februari 2020

Marktbescherming

Op LinkedIn sn CAPReform schreef Alan Matthews een nuttige blog met de meest recente cijfers van de WTO over handelstarieven. Voor eigen hergebruik citeer ik

The stand-out sector with the highest average tariffs is the dairy sector (32.3%), followed by sugar and confectionery (27.0%), meats (19.0%) cereals and preparations (17.2%) and fruits and vegetables (13.0%). The dairy sector is interesting because tariffs are usually put in place to protect sectors that are vulnerable to import competition, but the EU dairy sector is a very successful exporter. In fact, the OECD when calculating its producer support estimate for milk in the EU (the single commodity transfer) finds that market price support since 2009 is very low and in many years zero. In other words, contrary to what might be implied by the very high tariffs on dairy products, the price EU milk producers receive is actually very close to the world market price. This is an example of what economists call ‘water in the tariff’ meaning that the tariff is largely redundant – the tariff could be reduced (‘squeezed’) without affecting the market price of the affected commodity.
On the contrary, the tariffs for sugar, meats, cereals and fruits and vegetables do have a protective effect and result in higher prices on the EU market than would exist in the absence of this tariff protection. [..] It is interesting that there are significant tariffs on coffee, tea, cocoa and preparations even though the EU does not produce the raw commodities. Here the protection is designed to protect processing activities in the EU. 
Overigens zijn de cijfers gemiddeldes, binnen de productgroepen loopt het tusseen van 0 to 160%. Die marktbescherming gaat samen met hogere productie in Europa, en soms ook met allerlei negatieve effecten (want juist de vervuiling wordt vaak bepaald door de extra productie).

woensdag 26 februari 2020

buitenlands grondeigendom

Er blijkt in de 2e kamer een discussie plaats te vinden over grondeigendom door buitenlanders. Beetje rare discussie vind ik persoonlijk, dus ik kon niet nalaten er op Foodlog wat van te vinden:
Nederland heeft ooit in Brussel de Kaderrichtlijn Bodem van tafel gekregen met het argument dat juist Bodem geen onderdeel van de interne markt is omdat grond niet verplaatsbaar is naar andere landen.
Wel grappig dat we ons dan nu druk maken over wie er in het kadaster staat als eigenaar van grond, die je niet kunt verplaatsen. Dus dan is een Belg of een Amerikaan of een Chinees of een Rus eens geen aandeelhouder in AirFrance-KLM of een Nederlandse voetbalclub maar van een aantal polders in Nederland. Is technisch niet zo moeilijk als je ASR van de beurs weet te halen.
Wat gaat er dan mis of kan er mis gaan? Dat men de pachtende boeren verplicht hun melk naar China te sturen in plaats van naar Duitsland, zodanig dat dit tot meer schaarste leidt dan wanneer men de zuivel bij RFC inkoopt? En dat de overheid dan geen exportverbod durft op te leggen?
En wat is er mis met een beursgenoteerde onderneming als ASR die grond in eigendom heeft en verpacht aan boeren, zodat boeren minder eigen vermogen nodig hebben (in ruil voor een stukje rendement uit grondprijsstijging). ?
Het lijkt me dat de discussie over die essentie zou moeten gaan.

zondag 23 februari 2020

EuroChoices over Nederland

De laatste uitgave van EuroChoices, die van eind 2019 dateert, heeft wat Nederlandse tintjes. Een Rabobank team analyseerde schaalgrootte in de glastuinbouw en wijst erop dat grote bedrijven niet eens zozeer profiteren van een lagere kostprijs per eenheid maar ook van betere opbrengsten per ha, hetzij door meer kg, of betere kwaliteit of omdat afnemers wat meer betalen voor jaarrond of grotere leveringszekerheid en minder transactiekosten.
Een Iers team vergelijk de Ierse en Nederlandse melkveehouderij in het licht van de afschaffing van de quota. Overigens met data tot 2013, wat dan niet helemaal handig lijkt. In Nederland zijn het niet de allergrootste bedrijven die productie het meest uitbreiden (zoals in Ierland) maar die net eronder, die blijkbaar net wat meer overcapaciteit in arbeid, grond en gebouwen hebben. In Ierland leidt het duidelijk tot hogere veebezetting. In Nederland tot lagere solvabiliteit en meer kapitaalintensiteit.
Verder nog een ingezonden brief van Berkeley Hill die het pleidooi in de vorige uitgave van Nederlandse auteurs om het probleem van inkomensfluctuaties op te lossen met een (fiscaal aantrekkelijke) spaarrekening en zo inkomen te middelen afwijst als onpraktisch omdat EU niet over fiscaal gaat en veel boeren niet in een inkomstenbelasting zitten. Maar misschien zou dat laatste nu juist moeten veranderen.
En verder nog een aardig artikel van een Iers team die denken dat gezinsbedrijven kunnen worden gered door de rol van de vrouw te versterken, niet door haar inkomen van buiten bedrijf in te laten brengen maar juist ook (mede-)onderneemster te maken. Mooie beschrijving van hoe meisjes nu nog uit de bedrijfsovername aldaar worden gewerkt, maar of dit de oplossing is, en of er wel een probleem is vraag ik me af.

vrijdag 21 februari 2020

De komkommerkerk

1911 was een heel goed komkommerjaar, zo meldde het lokale huis-aan-huis blad Hart van Holland in zijn geschiedenisrubriek. Zo goed, dat Nieuwerkerk aan den IJssel er een gereformeerde komkommerkerk aan overhield, zo heette althans de kerk in de volksmond. Bij de opening zou de toren ook met komkommers versierd zijn geweest. De tuinders bleken ook woord te houden nadat ze bij goede oogst en prijzen tot de bouw hadden besloten en een paar weken later forse regen- en hagelbuien veel van het platte glas verwoestte.  Wat toch geen teken van bemoediging moet zijn geweest.
Hoeveel kerken en kathedralen zouden niet hun bestaan te danken hebben aan goede landbouwoogsten?

maandag 17 februari 2020

Structuurverandering in de Europese landbouw

Enkele collega economen uit Bonn hebben zich gebogen over de structuur van de landbouw en hoe die verandert. Met een nieuwe methode waarbij ze de marktaandelen van groepen bedrijven (bedrijfstype * 2 grootteklassen) bekijken en proberen te verklaren waarom die aandelen veranderen. Helaas gebruiken ze maar weinig grootteklassen, dus het gaat vooral om switchen tussen productierichtingen, dat verklaart wel wat van de uitkomsten. Die zijn vooral interessant als je West- en Oost Europa vergelijkt.
De structuur hangt allereerst vooral af van de structuur in het verleden. Die is in het westen al beter uitgekristalliseerd (en verklaart daar 52%, tegen 29% in het oosten en dus 36% gemiddeld. Subsidies verklaren in het oosten meer: 10% (en 5% in het westen). Ze zijn daar mogelijk dus wat gevoeliger voor veranderingen in het GLB. Macro-economische en demografische ontwikkelen verklaren 7% resp. 4% in het westen en zijn met 11% en 8% belangrijker in het oosten. Prijzen en inkomens verklaren 12% hier en 29% in het oosten van de EU.

S. Neuenfeldt, A. Gocht, T. Heckelei and P. Ciaian: Explaining farm structural change in the European agriculture: a novel analytical framework. In: ERAE 46*5, december 2019

zaterdag 15 februari 2020

Industrieel Museum Zeeland

Vorig weekend waaiden we uit in Zeeuws-Vlaanderen. Een van de fans van deze blog wees ons op het Industrieel Museum Zeeland in Sas van Gent. In 1990 werd de fabriek van SuikerUnie dat in 1966 werd gevormd en waarin de Coöperatieve Beetwortel Suikerfabriek CBS opging) na 90 jaar gesloten. Nu is het een mooi museum. Komende week dus wat illustraties bij de blogposts die uit het museum komen.
Warm aanbevolen, de vrijwilligers laten machines voor je draaien en je leert er veel over de ontwikkeling van de industrie. De historie wil dat die oorspronkelijk in Wallonië zat en met de afscheiding van België kwam dus de industrialisatie in ons land op gang. De textiel in Tilburg en Twente. En de Waalse kapitalisten streken neer in de kanaalzone. Volgens sommigen met het oog op het koloniseren van de linker Schelde-oever. Maar zover is het niet gekomen.

vrijdag 14 februari 2020

de FAAM Vlaggen

Een maand geleden waren hier wat posts over de King Atlas. Hiernaast een plaatje van het Vlaggenboek van concurrent De FAAM uit Breda. Je kon de vlaggen bij de snoepjes sparen en in het boek plakken. Interessant is de lijst van landen in het boek, met vlaggen voor de belangrijkste Indonesische eilanden.

zondag 9 februari 2020

schaalvergroting in Wisconsin.

Nu de gemoederen in de Nederlandse veehouderij hoog oplopen, is het wellicht goed om je af te vragen in welke mate ook de grote structuurveranderingen daar een rol in spelen. Niet alleen dat de structuur van onze economie verandert, maar ook die tussen grote en kleine bedrijven. De cijfers uit Amerika zijn nog wat aansprekender dan bij ons. The Economist van 25 januari berichtte over Wisconsin, dat zichzelf nog altijd op de kaart of althans de nummerborden zet als America's Dairy State (hoewel al heel lang die titel in Californië thuis hoort).
De consolidatie van kleine bedrijven in grote gaat daar volop door. Er zijn er nog 7.000 melkveebedrijven. Tweederde van de melkplas komt inmiddels van bedrijven groter dan 200 koeien, de grootste hebben er 5.000. Dat is te zeggen, op 1 plek. Het blad geeft Pinnacle dairy als voorbeeld: 5.000 koeien maar in eigendom van Tuls Dairies, dat 7 van die bedrijven in Wisconsin en Nebraska heeft. Dit soort bedrijven profiteert van technologie, schaalvoordelen en gemakkelijker toegang tot de kapitaalmarkt, zo stelt het artikel Het is ook typerend voor een slinkende markt: de Amerikaan drinkt nog maat iets meer dan de helft zo veel melk als in 1975.
De melk in Wisonsin gaat vooral in kaas en de wei wordt geëxporteerd naar China voor varkensvoer. Dat zit dus met de varkenspest even niet mee. Net zo min als de handelsoorlogen. Een bedrijf van 220 koeien vond de melkrobot dan wel weer handig (arbeid er uit) en diversificeert in toerisme.  Sommigen gaan in bio om de marge op te krikken. En verder natuurlijk geklaag over de leeglopende dorpen (maar of dat nu aan Amazon.com of de melkmarkt ligt?)
Mijn indruk voor Nederland: you ain't see nothing yet.

zaterdag 8 februari 2020

Verzuiling in Zeeland

We sluiten een weekje lezen in het CBTB gedenkboek 1918 * 1948 af. Overigens verscheen in 2001 een dik boek Op Goede Gronden met de hele geschiedenis van de Nederlandse Christelijke Boeren en Tuinders Bond. Dat hou je tegoed, of lees het zelf.
Mijn laatste blogpost gaat over de verhoudingen tussen de standsorganisaties. Die was verre van harmonieus, hoewel er ook goed werk samengewerkt in de nationale lobby. Vooral het KNLC moet het ontgelden. Dat vond die verzuiling maar niets en heeft altijd gestreefd naar 1 organisatie. De CBTB brak daar in 1918 onderuit en dat werd ze niet in dank afgenomen. Eind jaren dertig deed KNLC coryfee H.D. Louwes (ook oprichter van het LEI) vanuit het KNLC nog een poging de boel weer bij elkaar te brengen. Diepenhorst schrijft er zeer vilein over. Ook de samenwerking in de Stichting voor de Landbouw net na de oorlog als voorloper van het Landbouwschap wordt kritisch bezien. Het wordt neergezet als een construct dat door geïnterneerde topmensen in afzondering bedacht is (niet onjuist) en niet aansluit bij het gevoel van het volk dat die interneringssaamhorigheid niet heeft ervaren
Een van de provincies waar de concurrentie wordt gevoerd is Zeeland waar een aantal actieve protestanten en een Nederlands Hervormde dominee overtuigd lid zijn van de aloude Zeeuwse Landbouw Maatschappij (ZLM, een KNLC club). Het gedenkboek beschuldigt de ZLM ervan dat bij de opkomst van de CBTB begin jaren 20 juist uitgesproken protestanten (lees: gereformeerden zo vermoed ik) ging benoemen in lokale en centrale besturen. En ook na de Tweede Wereldoorlog wordt men van iets dergelijks beticht: ZLM voorzitter Doeleman was blijkbaar in de ogen van velen niet anti-Duits genoeg geweest en werd na de oorlog vervangen. CBTB auteur en 30 jaar voorzitter prof. Diepenhorst vindt dat hem daardoor leden worden onthouden, want anders waren er mensen overgestapt van de ZLM naar de CBTB.
Full disclosure: ik herken helemaal dat ik uit een Hervormd gezin naar de Openbare School ging, de Christelijke school was voor de gereformeerde broeders. Iets wat later in Flevoland niet iedereen begreep. Interessant fenomeen, die verzuiling.

vrijdag 7 februari 2020

Andere tijden: boeren zijn huiszoekingen beu

Vandaag de dag klagen boeren dat ze strenger worden gecontroleerd op natuurvergunningen dan de industrie, 100 jaar geleden had men ook al te klagen. Het betreft de strijd van de CBTB  (en vermoedelijk andere standsorganisaties) tegen het beleid van minister Posthuma tijdens WO I. "Het eerste protest door het Hoofdbestuur tegen het door hem gevoerd beleid betreft de ergelijke huiszoekingen, die op grote schaal bij de boeren plaats vonden ot handhaving van het beruchte verbod op het achterhouden van granen voor het eigen-gebruik der boeren."

Groot was dan ook de vreugde toen de oorlog afgelopen was en er op twee vleesloze dagen na, weer geslacht mocht worden.

donderdag 6 februari 2020

staatsbemoeienis

".. het vraagstuk der Staatsbemoeienis. Onder de loden druk van de Staatsoverheersting gaan land- en tuinbouw gedrukt. Geen stap kan de boer of tuinder doen, of hij struikelt over de Staatsambtenaar."  Het citaat is niet recent. Het is 100 jaar oud. Het was een van de redenen in 1918, nog ten tijde van WO-1, om de CBTB op te richten.

Ook interessant is te lezen welke overwegingen de oprichter prof. Diepenhorst in 1948 qua economie aandraagt over de reden waarom in begin van de vorige eeuw de organisatie van boeren nodig werd. Ik citeer wat zinnen (pagina 27):

  • al voor de eerste wereldoorlog vertoonde ons agrarisch leven een nieuwe gestalte, die met de naam modernisering van land- en tuinbouw wordt aangeduid
  • daar is de verbreiding van het landbouwonderwijs. Eeuwenlang werd de land- en tuinbouw beoefend naar van geslacht op geslacht overgeleverde practische eervaringen. Allengs ontwikkelde zich de landbouwwetenschap en voor hare popularisering wer in het laatst der negentiende en het begin der twintigste eeuw onnoemelijk veel gedaan.
  • Een andere factor is de uitbreiding en vergemakkelijking der verkeersmiddelen. Ver-afgelegen streken, die schier onbereikbaar waren, werden door aansluiting op spoor of tram met de centra van ons maatschappelijk leven in verbinding gebracht. Niet alleen belangrijk voor kunstmest en veevoer, maar vooral voor afzet.
  • Door al deze en andere factoren was in het plattelandsleven een belangrijke ommekeer gekomen. Het gemoedelijke rustige, kalme verdween, de patriarchale tint, die zo lange tijd de grarische verhoudingen kleurde, verbleekte aanmerkelijk. Het boerenleven rustte veel sterker dan vooreheen op een commerciele grondslag, waarbij een nauwkeurig afbakenen van rechten en verpichtingen niet kon worden gemist.
  • en dan was er dus de oorlog met zijn staatsbemoeienis en de vraag hoe het verder moest.



woensdag 5 februari 2020

aantal maakt macht

Wie nog argumenten zoekt om uit te leggen waarom het belang van de agrarische sector groter is dan je op het eerste gezicht misschien denkt, bouwt op een oude traditie. Bij de landbouwcrisiswetgeving ontstond in de jaren 30 een discussie dat de maatregelen van nationaal belang moesten zijn, en dus niet gericht op een specifiek boeren belang. "De tegenwerping dat toch blijkens de officiële statistiek slechts een percentage van 23% (sic! - kjp) der bevolking bij de Nederlandse landbouw betrokken is, kan misleidend werken. Het percentage wordt verkregen door uitsluitend boeren, tuinders en landarbeiders daaronder te rekenen; maar met evenveel recht zijn ook betrokkenen bij de aardappelmeelfabricage, cartonbewerking, suikerbereiding, de smeden, timmerlieden, wagenmakers te plattelande daar toe te brengen, samen vormend een percentage van meer dan 50%". Een passage op p. 280 van het CBTB gedenkboek die nog gevolgd werd door een beschouwing over plattelandsontwikkeling in provincies zonder industrie.
Of overigens al die industrieën belang hadden bij steun aan boeren kun je je afvragen.

dinsdag 4 februari 2020

Het land was vol

Ons land is te dicht bevolkt en wanneer er gebieden zijn met groter levensmogelijkheden, moet emigratie naar deze gebeden, waar zulks maar even mogelijk is, geschieden. Dat is geen recente tekst van PVV of FvD, ik lees het in het CBTB gedenkboek uit 1948 waarin men de opvattingen van de standsorganisatie over emigratie bespreekt (p.111)
Met alle voor- en nadelen erbij; het verzwakt wellicht het ledental (en voor protestanten nog meer dan voor andere standsorganisaties zo wordt verondersteld), en het zijn de besten van ons volk die weggaan de minder goeden niet. "Communisten gaan zo goed als nimmer emigreren Helemaal nooit naar Rusland". en "Onze Christelijke volksgroep is immers de meest energieke geweest wanneer het om emigreren en koloniseren gin". En dat is goed voor de ontvangende gebieden. Kortom de Christelijke Emigratiecentrale genoot alle steun.

maandag 3 februari 2020

Over de oprichting van de CBTB

Het gedenkboek 1918-1948 kwam in familiebezit omdat enkele familieden de (blijkbaar Christelijke) landbouwwinterschool Toornvliet bij Middelburg volgden. Het cursusjaarn 1950/51 kreeg na twee jaar les het boek van het bestuur. Met de opdracht:
Kennis is macht, laat haar welig tieren
op de bodem van wijshied en voorzichtigheid.

De CBTB kwam voort uit de visie van Abraham Kuijper die de kleine luiden emancipeerde. In 1891 organiseerde hij het Chirstelijk Sociaal Congres en sprak er zijn rede Het Sociale Vraagstuk en de Christelijke Religie uit. Het leidde tot een Christelijke werkgeversvereniging. Patroonsvereniging in de terminologie van die tijd en naar Belgisch katholiek voorbeeld. Onder de naam Boaz. Opgericht in het Bible-hotel in de Warmoesstraat in Amsterdam, met als annekdote dat het management geen bijbel kon overhandigen om uit voor te lezen - tot na lang zoeken een dienstbode uitkomst bood.

In 1918 werd besloten de CBTB af te splitsen. Boaz stond toen onder leiding van H. Colijn. die prof. Diepenhorst (VU, dat hoeft geen toelichting) opdracht gaf dat te bewerkstelligen. Tot begin jaren 30 was het geen groot succes. men werd wel meteen erkend (ministers draafden op voor de jaarlijkse ledenvergadering) maar het aantal leden kwam de 3000 niet te boven. Er was veel verloop, wat pas minder werd toen er goed provinciale en vooral plaatselijke organisaties waren.

zaterdag 1 februari 2020

De achterstelling van het platteland

"Met uitzondering van korte jaren na de Franse tijd, was er steeds in ons vaderland een betrekkelijke minachting voor het platteland. De grote bijdragen, welke handel en scheepvaart geleverd hadden tot de welvaart van ons land, hadden er toe geleid dat men de handels- en havensteden ging beschouwen als het eigenlijke Nederland en het platteland als een soort achterland. Een achterland nuttig voor de aanvoer van melk, spek en eieren: maar toch acherland. Terwille van handel en scheepvaart werd in de economische politiek nauwelijks gerekend met de belangen van de landbouw, trouwens ook niet van de industrie".
Die tekst komt niet uit een brochure van de Farmer Defence Force, maar uit een jubileumboek van een van de voorlopers van LTO, de Christelijke Boeren- en Tuinders Bond CBTB. In 1948, bij het 30 jarig bestaan schreven oprichter prof. Diepenhorst en Chr. van den Heuvel op verzoek van het bestuur een gedenkboek. Ik trof het aan in het Zeeuws familie-archief.
Deze passage (p. 74/75) komt uit een bespreking over de relatie in de jaren 30 van de CBTB met de bond Landbouw en Maatschappij die ontstond op basis van fysiocratische ideeën en de bloed- en bodem ideeën die door de Duitse nazi's zo gepropageerd werden. De CBTB vond het begrijpelijkerwijze lastig enerzijds te strijden tegen deze lastige ideologie en anderzijds wel op te komen voor het platteland. L'histoire se repete...