maandag 8 maart 2021

Maandag Mythedag: waterbed

 

Afgelopen week bekeek PBL de groene kant van de verkiezingsprogramma's en daar dook het weer op: het waterbed-effect. De directeur van PBL wees er volgens de media op dat maatregelen tegen emissies hier kunnen leiden tot het verplaatsen van de productie naar andere landen en daar dan evenveel of nog meer uitstoten. Meer omdat de efficiency daar lager is. Daar zijn fikse kanttekeningen bij te zetten. Vandaag dus in de vorm van de mythe (wat sterker geframed dan genoemde spreker hem bezigde):


Landbouwmilieumaatregelen verliezen snel aan effectiviteit omdat ze leiden tot verplaatsing van productie naar andere landen waardoor eerder hogere dan lagere emissies het gevolg zijn en we dus slechter af zijn.

Een eerste bemerking bij deze stelling is dat er best wel boeren naar het buitenland zijn vetrokken, en dat daarbij regelgeving in Nederland soms ook wel een rol speelde (naast gebrek aan uitbreidingsmogelijkheden) maar dat dit effect niet moet worden overschat. Boeren zijn behoorlijk honkvast en zullen al snel opdraaien voor de rekening van de verplichte milieu-investeringen of de lagere oogst door de maatregel.

Wat hier eerder bedoeld wordt met verplaatsing is niet de verplaatsing van boeren maar het feit dat als de maatregel zou leiden tot minder productie in Nederland, dat betekent dat die terugval in aanbod wordt opgevangen door productie in het buitenland. Daarbij wordt er dan op gewezen dat gemiddeld genomen de productie per ha relatief hoog is en de emissie per kg product relatief laag. Maar let op: bij zo'n verplaatsing zijn gemiddeldes gevaarlijk. In de praktijk is de spreiding enorm. Het zijn niet per definitie de minst efficiënte bedrijven die hier stoppen maar als we aannemen dat de stoppers toch in het laagste kwartiel met verouderde gebouwen produceert en die productie wordt vervangen door de beste, uitbreidende ondernemers in Duitsland of Denemarken, dan is nog maar de vraag of de emissie door verplaatsing vermindert. We hebben wel heel goede boeren maar vaak zijn de verschillen in de bovenste 40% helemaal niet zo significant groot.

Een andere wezenlijke kanttekening is, is dat veel milieuvervuiling lokaal is. Bijvoorbeeld door teveel concentratie van bedrijven of omdat de stad is opgerukt. Het duidelijkst is dat bij geur en ook wel fijnstof: wie dicht bij de dorpsrand zit veroorzaakt meer overlast met dezelfde hoeveelheid geur dan wie achterin een polder in Noord-Groningen zit. Dat is niets nieuws: in het verleden zijn boerderijen die binnen de stadsmuren stonden uitgeplaatst. De laatste bij mijn weten in de jaren 60. En vrijwel al onze landbouwmilieuproblemen zijn lokaal of regionaal. Kan dus best zijn dat eenzelfde bedrijf elders in Europa dus aanmerkelijk minder schade veroorzaakt. Daar komt nog bij dat een goede leefomgeving deels een luxe goed is, waar wij rijke mensen meer voor over hebben dan armere delen van Polen of Bulgarije. 

Ik heb lang gedacht en geschreven dat CO2 hierop de uitzondering is. Die is overal ter wereld even schadelijk voor de opwarming van de aarde. Maar zelfs daar geldt een kanttekening: sinds het akkoord van Parijs hebben we een nationaal quotum en concurreert het gebruik van dit quotum tussen de verschillende bedrijfstakken. Kan dus best zijn dat bij ons een aanwending van dat quotum in transport en distributie relatief veel opbrengt (en een hoge biedkracht heeft) en in Denemarken de landbouw. Dan is binnen het systeem van Parijs verplaatsing dus zo gek nog niet.

Dat is natuurlijk zuur en je kunt dan betreuren dat die afspraak van Parijs niet ideaal is. Net zoals die rond de EU melkquota dat indertijd niet was. Toen moesten we ons ook aan een quotum houden terwijl we best efficiënter waren dan de Fransen. Een betere afspraak zat er blijkbaar niet in. Dat is overigens ook een goede illustratie dat het aandragen van argumenten van wat er goed is voor de wereld wel aardig is in de wetenschap, maar lang niet altijd in de politieke economie. Daar moet je letten op de maximale welvaart in je eigen land - maar dat is een aparte mythe ter bespreking waard.

Kortom, het lijkt en is soms vrij onzinnig hier maatregelen te nemen in bv. dierwelzijn die leiden tot echte verplaatsing van bedrijven naar een paar honderd of paar duizend km naar het oosten (en dan de producten hier weer te importeren). Maar in een behoorlijk aantal situaties is verplaatsing nog helemaal zo gek niet. En vergelijkingen van emissie per kg product helpen daarbij ook niet altijd, het gaat de bewoner hier om emissie per ha.

De discussie moet gaan over de vraag hoeveel uitstoot/vervuiling we hier gedogen voor het er mee gerealiseerde inkomen en de vraag of we boeren voor die kosten van het terugdringen willen laten opdraaien of hen compenseren. Verplaatsing hoeft in die argumentatie geen heel grote rol te spelen. Daar waar dat toch naar voren wordt gebracht is het niet per definitie een goed argument en horen er duidelijke cijfers bij die aantonen dat de wereld heel veel slechter af is en dat we daarom bereid zijn die vervuiling voor het buitenland hier te dragen. 


Geen opmerkingen: