maandag 16 november 2020

Rozen uit Almere

 Het tweede verhaal dat in Het Blad (zie de blog van gisteren) mijn aandacht trok was dat over de teloorgang van de rozenteelt in Almere. Kommer in de Kas zo staat er op de voorpagina, maar het verhaal is getiteld "Het gaat niet altijd over rozen" en is een mooie rapportage van Freek Schravesande. Aan de rand van Almere Buiten verrees een tuinbouwcomplex. Tuinders moesten weg uit Sloten bij Amsterdam om ruimte te maken voor het Olympisch Dorp, dat er uiteindelijk niet kwam omdat de Spelen van 1992 naar Barcelona gingen.

Maar de tuinders dus naar Almere, en ze kregen gezelschap van anderen, onder andere uit het Westland, Noordwijkerhout, Zoetermeer en Roelofarendsveen. Ze waren zeer welkom in het nieuwe land. Prima kavels met alle voorzieningen inclusief kabel-tv. De planning van de new town Almere pastte wel bij het denken van de geconditioneerde glastuinbouw. De jaren 90 waren een boomperiode, en rond de eeuwwisseling stond er 1000 ha in Nederland. De droom werd wreed verstoort door de concurrentie uit Afrika (niet in de laatste plaats door Nederlandse telers, die veel verder getrokken waren dan Almere. 

In Nederland was schaalvergroting nodig, maar dat was lastig op de Buitenvaart: wat ooit optimaal was voor het gezinsbedrijf, bleek te klein. En alle tuinders waren zo ongeveer in dezelfde leeftijdsklasse gearriveerd, dus uitbreiden doordat buurman te koop kwam was onmogelijk. Toen in 2008 de gasprijzen stegen stortte de zaak in. 

Het leidde tot spanningen, juist ook onder de bevriende telers in het gebied. Vooral door sociaalpsychologische processen. "Brood op de plank heb je in Nederland altijd" want werk zat zegt een van de tuindersvrouwen. Maar de stap zetten naar ander werk, dat is het probleem. Het leidde tot boosheid op de overheid. Het idee dat in het Westland de gemeente meer doet voor zijn tuinbouw dan in het grote Almere. 

Naar schatting is tweedeerde van de telers gestopt. Vooral de grotere. Iemand met een Europees monopolie op de Bombastic, een exclusieve roos met beleving, geen "benzinestationroos".hield het vol. Probleem was daarmee verschoven naar de stranded assets van de 30 jaar oude kasssen. Met ruime interpretatie van het bestemmingsplan werden kassen omgetoverd in een showroom van een hoverniersbedrijf (opgezet door een tuinder) en caravanstallingen (waar niet, hoewel het een van de eigenaren van zo'n stalling ontgaat waarom mensen 30.000 euro betalen voor een ding dat 48 weken ergens moet worden gestald).  Juist die stallingen werden een doorn in het oog van de gemeente en de telers die doorgingen in de bloemen. Die hadden belang bij tuinbouw, met verduurzaming van het complex. Voor verduurzaming is een collectieve inkoop gewenst. Daarmee ging de samenhorigheid verder onderuit. En de gemeente vond dat caravanstalling niet verder mocht uitbreiden, zodat de winst van het stallen naar de eersten blijft gaan, die het bestemmingsplan zeer breed hebben geïnterpreteerd en worden gedoogd. 

Vervolgens begon er nog iemand met dagbestedingsactiviteiten voor mensen met een achterstand tot de arbeidsmarkt (inmiddels de grootste werkgever) in een kas, een ander een Kersenkas met zelfpluk, kassen met paardenpension (paardenmeisjes genoeg in Almere), een bromeliakweker begon met moutainbiken in de kas, en iemand startte een Surinaams moestuincomplex. Gevolg is wel dat de 15 van de 60 glastuinders nu verspreid over het complex zitten. Voor ruilverkaveling is het te laat. Een projectontwikkelaar wilde de helle zaak wel omzetten naar woningbouw, maar daar ziet Almere niets in. Die bouwt liever elders (op maagdelijke grond?). 

Sinds 2017 is er dan een nieuw bestemmingsplan. Met glastuinbouw als "hoofdfunctie" maar met 90..000 m2 caravanstalling, 5 paardenhouderijen a 50 paarden, de mogelijkheden voor een camping in de kas, kleinschalige horeca, workshops in de kas, een tuincentrum, talloze nevenactiviteiten aan huis van kapsalon en wasserette tot thuisprostitutie. En ook bewoning zonder kas is mogelijk, dus de eerste villa-bewoners hebben de kas gesloopt. 

Al met al een geweldige case over ruimtelijke ordening en het mislukken ervan als je niet vooraf daar planmatig mee bezig bent. Ook een mooi voorbeeld van de vloek van gezamenlijke vernieuwing waardoor er later geen ontwikkelingsruimte is. Het lijkt me een case om op de Floriade te presenteren, er gaan nog veel tuionbouwgebieden bij wereldsteden zo iets meemaken. 

Geen opmerkingen: