zondag 8 november 2020

Chicken in China

 Vorig weekend bracht The Economist in zijn rubriek Chaguan onder de titel Chicken and Egg even de pluimvee industrie in kaart. Dit om te laten zien hoe lastig het Chinese credo is om onafhankelijk ten opzichte van import te zijn te combineren met de wens van een efficiënte productie van pluimveevlees.

De Westerse kip die witte-verenvlees produceert wordt namelijk gedomineerd door een duopolie van de firma's die eigenaar zijn van de bloedlijnen (rassen): Aviagen (uit Alabama maar eigendom van de Duitse EW Groep) en het Amerikaanse Tyson. Die houden hun basis fokmateriaal op een paar zeer goed beveiligde plekken in Amerika en Groot-Brittannië. Die kippen komen daar niet weg. Wel hun afstammelingen, 1 pedigree hen is wel goed voor 4 miljoen stuks directe en indirect afstammelingen. De tweede generatie gaat naar een beperkt aantal fokkerijen in oa Brazilië, Nieuw Zeeland en Groot Brittannië, vooral uit oogpunt van risicobeheer. De derde generatie eendagskuikens gaan de wereld over, waaronder naar grote broederijen in China. Daar zorgen ze voor de 4e generatie, ouderdieren. En die hun kuikens, de 5e generatie zijn de vleeskuikens die uiteindelijk als pluimveevlees eindigen.

Door de jarenlange veredeling zijn die dieren erg efficiënt in hun voergebruik. Dat kun je van de niet sterk veredelde Gele-verenvleeskip niet zeggen. Dat zijn de oorspronkelijke Chinese rassen. Die groeien veel minder snel en behoeven meer voer per kg vlees. Volgens het blad half zo snel en dan zouden ze nog maar de helft wegen. Die probeert men wel te verbeteren maar kruisen met 4e generatie buitenlandse kippen is een slecht startpunt. Sommigen roepen op om toch maar eens met moderne technologie vaart te zetten achter de veredeling van de Chinese kip. Die hoeft niet op de westerse kip te gaan gelijken want de Chinezen zijn minder gefocused op het borstvlees en houden ook wel van bevleesde poten. Maar of dat echt vleugels krijgt?. Vooralsnog is de mondiale verwevenheid in de veredelingsketens een gegeven. 

Economist 31.10.2020


Geen opmerkingen: