Mooie anekdote over de chemicus Justus Liebig, de uitvinder van de kunstmest, die de WC karakteriseerde als een vorm van zelfvernietiging. De invoering van de riolering in London wekte zijn toorn, want er zouden voortaan schaarse materialen verloren gaan. IN zijn ogen hing de welvaart, ja zelfs de vooruitgang van de beschaving, nauw samen met het terugvoeren van meststoffen naar de landbouw. En hij was niet de eerste die dat signaleerde. Ook ontbossingsdiscussies zijn al heel oud. Waarbij er op gewezen werd dat voor granen de markt nog wel werkte (hoge prijzen lokken aanbod uit) maar dat bossen zeer traag groeien. Er is dus een generatie-issue.
Interessant is dat de recensist constateert dat de Lage Landen vaak opdoken in de discussies over duurzaamheid. Want zij bewezen dat veel mensen met success op een klein stukje natte grond konden leven en dat dus niet alleen de totale oppervlakte maar ook de infrastructuur en bereikbaarheid (over water) meetelden.
Kritiek heeft de recensist ook op het boek: de ideeëngeschiedenis zit er weinig in. Zo verdwijnt eind 18e eeuw het christelijke eindbeeld denken ten faveure van het vooruitgangsgeloof. En we gaan anders denken over natuur. Tot die tijd, zo grapte Godfried Bomans eens, was dat de afstand tussen twee steden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten