* landhervorming zodat boeren het beheer over hun grond
krijgen, hoe klein de stukjes ook zijn, waarmee productiviteit omhoog gaat, er
een prikkel is voor investeren en er zelfs geld overblijft om buiten de
landbouw te investeren.
* vervolgens een export-georienteerde maak-industrie, die
gesteund wordt in zijn opbouw door de overheid. Maar concurrerend wordt
gehouden door de export-verplichting, zodat zwakke ondernemingen geelimineerd (kunnen)
worden.
* een van de belangrijkste steunpunten voor de
maak-industrie is een financieel systeem dat geld tegen lage spaarrentes
weghaalt bij spaarders en goedkoop neerzet bij de
industrie-in-de-kinderschoenen.
Aldus Joe
Studwell in zijn boek: How Asia Works:
Success and Failure in the World’s most dynamic Regions. The
Economist van 13 juli bespreekt het boek lovend hoewel ze het idee, dat nog al
ingaat tegen de Washington consensus, controversieel achten. Maar het komt
aardig overeen met de meer theoretische inzichten van de system-innovation
aanpak, en de Nederlandse ervaringen toen eind van de 19e eeuw de
kredietcooperaties die nu de Rabobank heten, niet alleen de kredietvoorziening
voor boeren op gang kregen, maar ook rurale spaaroverschotten in andere delen van de
economie konden gaan investeren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten