Ze koos een regio waar landbouw en de voedselindustrie zeer belangrijk zijn, en een regio waar die sectoren niet zo'n grote betekenis hebben. Vervolgens investeerde ze (in het model) in de regio's overheidsgeld in de vorm van forse investeringssubsidies, en keek wat er gebeurde.
Beide regio's werden er beter van in termen van regionaal inkomen. Als de investeringssubsidies werden gegeven voor traditionele investeringen als stallenbouw en machines, dan bleef er meer geld in de regio hangen dan wanneer de investeringen naar moderne technologie als ICT ging. Daarvan eindigde een groter deel in de stad. Logisch want de bouwvakkers wonen in de regio, de softwareboys en glasvezelkabelaars in de stad. Wel leek het te leiden tot een diverser productenaanbod uit de landbouw en voedingsmiddelenindustrie.
Tot slot kun je natuurlijk ook de agrarische ondersteuning vervangen door regionale investeringssubsidies. Dat is gunstig, ook als je de agrarische subsidies met eenzelfde bedrag verlaagt. Althans voor de regio, die is in beide gevallen beter af. Maar binnen die regio profiteren vooral de steden, terwijl de agrarische gezinnen natuurlijk inleveren.
Al met al lijkt me dit een bewijs dat je vooral de regio zelf moet laten kiezen hoe ze hun menu invullen. Dan krijg je efficienter besteed geld.
N. Hyytia: Farm diversification and regional investments: efficient instruments for the CAP rural development targets in rural regions of Finland? in ERAE 41[2] april 2014
Geen opmerkingen:
Een reactie posten