zondag 9 februari 2025

naamgeving cooperaties

 Deze week viel een fraaie brochure van FarmPlus in de bus. Ik moest even goed kijken, maar toen bedacht ik me dat dit de nieuwe naam is van CZAV, die met de CAV Wieringermeer is gefuseerd, al enige tijd ook in Vlaanderen actief en eigenaar van loonbedrijf Heyboer in Biddinghuizen. Het bevat ook de jaarrekening maar een echt jaarverslag met terugblik, toekomstverwachting, een bericht van de RvC en de accountantsverklaring kun je het moeilijk noemen - dat spreekt de meeste leden blijkbaar niet meer aan.


Enfin, het gaf me aanleiding tot het inzicht dat er een boeiende ontwikkeling zit in de naamgeving van onze coöperaties, die misschien wel veel zeggend is. Ik zie vier fasen:

1. In den beginne waren er veel cooperaties met een soort missiestatement als naam: Welbegrepen EIgenbelang, Eendracht maakt macht, de Goede verwachting.

2. Toen die namen uit de mode raakten, domineerden de eenvoudige letters met vaak een regionale aanuidigin, zoals in de fusiepartners van FarmPlus: CAV Wuerubgerneer [cooperatieve aan- en verkoopverening), CAV Leeuwarden, C..B. (cnetraal bureau), etc.

3 Vervolgens kregen we in de jaren 60 de uitspreekbare afkortingen. Ik denk dat Cebeco in 1963 de eerste was, maar ik het rijtje pasen ook Cavo-Latuco, Cehave, Coberco, Velabo (een dochter van de VLB), Avebe, Robeco (het Rotterdamse Beleggingsconsortium) als ook Alko (leerder en later Cooperatie Lelyland), Domo, ABAB, Rabo, etc.

4 En sinds de globalisering toeslaat moet het in het Engels: Agrifirm, ForFarmers, the Greenery, en nu dus FarmPlus.

Geen opmerkingen: