zondag 6 september 2020

Hoor nu mijn stem

De blogpost van deze zondag heeft een passende titel. Het is de titel van een boek dat ik bij het uitsorteren van een boekenkast al in het krat voor de kringloopwinkel had gelegd. Gebonden, en deze titel, het leek me een  reformatorische streekroman die niet aan mij besteed is. Maar don''t judge a book by the cover, zeggen de Engelsen treffend. Toen ik het volgende boek er bovenop wilde leggen viel mijn oog op de naam van de auteur: Franca Treur. Waarmee het boek in het andere krat terecht kwam.  

Ik besprak hier tien jaar geleden het debuut van Treur: Een dorsvloer vol confetti. Dit boek is even goed geschreven, zo niet beter. Met een paar zinnetjes weet ze mensen en situaties zeer treffend en beeldend neer te zetten. De compositie van het boek is ook goed gevonden, alternerend krijgen we hoofdstukken over het meisje Ina dat net als Katelijne uit de Dorsvloer opgroeit in het bevindelijke refo milieu van het Walcherse dorp en steeds ouder wordt, en uiteindelijk dankzij de wat verlichte domineesvrouw in Leiden gaat studeren. In de andere hoofdstukken duikt Gina steeds verder in haar verleden. Zij is de succesvolle (althans dat denkt ze zelf) radio-interviewster die haar relatie stuk zag lopen (niet voor het eerst) en op de Gooise matras een misstap begaat. Gina en Ina zijn dezelfde persoon (via Geraldina) en Gina ziet zich gedwongen voor de verzorging van twee ongetrouwde oude oud-tantes waarbij ze opgroeide terug te keren naar het Walcherse dorp. Daar vallen de twee verhaallijnen in elkaar.

Er zat een los knipsel uit de PZC met een foto van de auteur voor een zaal met mensen uit haar geboortedorp. "Treur voelt gewicht van Meliskerke" zo kopte de krant. maar gaat er verder niet op in. Net als bij de Dorsvloer bracht het boek voor mij de nodige nostalgie mee. Van boerderij-scenes tot de beschrijving van haar wandeling vanuit het station van Middelburg de stad in. En natuurlijk de gebruikte lokale namen (zodat je mijn familienaam tegenkomt in de persoon van de ouderling van de kerk) en de snelheid waarmee iemand een bijnaam opgeplakt kan krijgen. Zo wordt iemand die een keer langdradig is door Ina en haar opa meteen omgedoopt tot Psalm 119.  Volgens de recensie van het Reformatorisch Dagblad is het bet leven van Ina uiterst herkenbaar voor alle refomeisjes van haar generatie. Voor zij die het (Zeeuwse) platteland kennen, geldt iets dergelijks.

Geen opmerkingen: