zondag 12 december 2021

import van boeren

De knowhow van de Nederlandse landbouw en boeren heeft al eeuwen een zekere reputatie. Andere landen wilden er graag gebruik van maken, het 'call in the Dutch' gold niet alleen voor watermanagement. Een mooi voorbeeld levert een artikel in de NRC van dit weekend (Nathalie Hansen: Oranjegevoel op een Deens eiland, NRC 11.12.2021): in 1521 vond de Deense koning Chiistian II het tijd voor een nieuwe stap in zijn economisch beleid: hij nodigde 24 Nederlandse boerenfamilies uit om op Amager, een eiland net ten zuiden van Kopenhagen, te komen boeren. Store Magleby werd het Hollanderdorp. 

De Deense koning wilde van zijn land een handelsnatie (sic!) maken en keek dus naar de grootmacht in opkomst: Holland. En Hollandse boeren beschikten over handelsgeest en innovativiteit. Ze kregen het eiland met land en gebouwen als eeuwigdurend erfgoed en tal van privileges: geen belasting, eigen taal, school en kerk en eigen rechtspraak. Het bleef honderden jaren een gesloten gemeenschap. Aanvankelijk begrijpelijk omdat de Denen tenslotte uit hun huizen waren gezet ten faveure van de Hollanders. Maar toen daar in de 18e eeuw inteelt-verschijnselen optraden, moesten er wel gemengd worden getrouwd. De Denen namen ook de teeltmethoden over (zoals gebruik van zeewier naast de mest van vee en latrine-mest uit Kopenhagen) evenals de rituelen en klederdracht. Rijke Hollandse boeren kochten ook de arme Deense collega's op.  Amagen werd het gebied met kwaliteitstuinbouwproducten voor Kopenhagen. 

Intussen zijn we 500 jaar verder, reden voor een jubileumboek en een tentoonstelling in het lokale museum. Mooi uitje voor wie in Kopenhagen moet zijn. 

Geen opmerkingen: