Met twee Brabantse boeren kwam het in een app gropeje te discussieren over het feit dat de groenteteelt van West=Brabant deels naar ZO Brabant is verschoven. Het land van Heusen en Altena en de zavel-kleigronden van NW Brabant waren (en deels zijn) jarenlang een hotspot van conservengewassen als doperwtjes, bonen, spinazie etc. Zo zit de firma HAK in die regio. Ik meen dat Coroos er ook vandaan komt. In de jaren 80 en 90 vond een verschuiving naar ZO Brabant en de zandgronden plaats.
Mijn gesprekspartners hebben als hypotheses dat het daar makkelijker werd doordat er minder last was van veranderend weer / klimaat, dat het slaan van waterputten voor beregening (dat ook steeds meer gangbaar werd voor een gelijkmatige opkomst van het gewas) en vooral het vrijkomen van grond doordat in verband met melkquotering er minder behoefte was aan snijmais (en conserven net iets meer opbrachten dan graan). Het mestbeleid zorgde ervoor dat er minder mest per ha werd uitgereden, en teelten als spinazie (die last hebben van nitriet bij teveel mest) mogelijk werden. Met ook veel maagdelijke grond.In de akkerbouw van West-Brabant werd het aantrekkelijker om rooivruchten als knolselderij en peen te telen Met ook meer aardappelen in het bouwplan begon met ook last te krijgen van de steeds zwaardere oggsmachines in de conserven zoals de viners voor doperwtjes. Die grote machines moesten ook langduriger worden ingezet, wat om spreiding vraagt. Rond 1985 had je voor 40 a 50.000 gulden nog een aardappelrooier, een viner voor erwten kostte al een half miljoen. Ik begreep dat een bedrijf als Hackharvest met geschoold Nederlands personeel zijn machines van Spanje tot Polen inzet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten