Het gaat goed met sommige
delen van Afrika, en zijn landbouw, zo las ik in hetzelfde nummer van The
Economist (zie blog van gisteren) op een vlucht naar het AAEA congres in
Boston. De meeste boeren hebben er nog geen 2 ha, maar (zoals iemand uit
Michigan State aanbeveelt) in de meeste landen moet je niet kijken naar het aantal
boeren, maar naar de grond. Dan blijken die kleintjes (ook in de VS en Europa
–kjp) wel als boer geteld te worden maar maar een fractie van de grond te
bezitten. In Ghana is 38% van het land in boeren van 5 tot 100 ha. In Zambia
zelfs 52%. Ook in Kenia en Malawi heeft deze groep boeren meer land in handen
dan de hele groten – so much for land grabbing.
Opvallend is dat in
Kenia, Malawi en Zambia (maar niet in Ghana) die middenklasse bedrijven vaak
worden opgezet door mensen uit de steden. In Tanzania zouden dergelijke boeren
33% van de grond in bezit hebben, tegen 12% tien jaar geleden. Het zijn typisch
middenklasse ambtenaren van middelbare
leeftijd die dergelijke investeringen doen. Wel vaak boerenzoons. Die overigens
niet verwachten dat hun kinderen het weer overnemen. Het lijkt wat dat betreft vooral
een tijdelijk fenomeen.
De achtergrond achter
deze investeringen lijkt meerledig. Op steeds meer plaatsen wordt de
gemeenschappelijke (communale) eigendom vervangen door individueel landbezit
(via een kadaster). Dat maakt investeren mogelijk door degenen die er geld mee
willen verdienen. Tegelijkertijd zijn de opbrengsten aantrekkelijk vanwege de
groeiende vraag naar voedsel uit de steden, waaronder vlees en groenten. En de
middenklasse in het publieke domein heeft blijkbaar wel wat vermogen opgebouwd,
maar nu betalen de overheden toch te weinig om bij de stijgende kosten van
levensonderhoud in de grote stad het welvaartspeil in stand te houden. Een
tweede inkomensbron is dus aantrekkelijk. En investeringsalternatieven zijn er
niet veel, industrie ontbreekt veelal.
De ervaring lijkt te zijn
dat de stadslandbouwers (verwarrend woord, dat urban farmers) nieuwe ideeën en
technologie introduceren die soms na verloop van tijd door de locals worden
overgenomen. Soms leidt het tot loonwerk met de machines van de middelgrote
bedrijven voor de kleinere boeren. Soms boren ze financiering aan voor
gemeenschappelijke projecten zoals irrigatie. Maar het roept ook spanningen op,
vooral daar waar de grondmarkt krap is. Het blijkt dat de boeren zelden in het
geboortedorp aan de slag gaan, de geven de voorkeur voor landerijen in de buurt
van de stad. The Economist noemt het “Africa’s real land grab” die van meer
betekenis is dan de investeringen door de Chinezen of Arabieren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten