zondag 17 november 2024

Tegenpartij

 De verkiezing van Donald Trump maakt wat los. In de NRC las ik een interessante analyse (8 november\0 van Maarten Schinkel die uitlegde dat we op weg zijn naar neocorporatisme. Trump is transactioneel en weet de grote ondernemingen aan zich te binden. Bestaande bedrijven die het lastig hebben vanwege nieuwe technologie of buitenlandse concurrentie moeten met tariefmuren beschermd. En de arbeiders bindt je dan niet alleen door traditionele waarden  te beloven en de komst van nieuwkomers op de arbeidsmarkt te verhinderen, maar ook volgens vice president J.D. Vance, over te gaan tot collectieve arbeidscontracten (voor de VS best een linkse oplossing). 

Een andere opinieschrijver suggereerde al eerder dat we niet moeten wanhopen over de democratie, na de gilded age is het ook goed gekomen. Minstens zo boeiend was een artikel in The Economist, nog voor de verkiezingsdag ("the anti-politics eating the west, 2 november 2024). In dat essay analyseerden de auteurs data uit 50 landen van 1960 tot nu. In 274 gevallen is er indertijd gemeten in welke mate men warme gevoelens had bij de eigen partij en bij de tegenpartij. Als je die tegen elkaar uitzet dan zie je een dramatische daling in de waardering voor de andere partij. Steeds meer laat men zijn stem bepalen door het inzicht op wie men niet wil stemmen, met wie het men echt niet eens is. Polarisatie dus die aantrekkelijk is voor politici om uit te buiten door de andere partij zwart te maken. Maar die samenwerking aan nationale projecten niet ten goede komt.

En hoe dat komt? Hier hebben de auteurs gezocht naar mogelijke verklarende variabelen, zoals militaire dreiging (leidt tot meer saamhorigheid). De auteurs vinden die correlatie ook terug. Net als samenhang met als het idee leeft dat de politiek zorgt voor een economie met financiële en sociale voordelen voor het individu waar iedereen in kan delen, ongeacht de partij of coalitie. Als kiezers denken dat de toekomst er rooskleurig uit ziet en de overheid effectief is, is er ook minder aanleiding voor polarisatie en kun je ook makkelijker leven met een regering van de tegenpartij. 

Deze 3 verklarende variabelen leiden met de afname van het vertrouwen in de tegenpartij ofwel toenemende polarisatie en daarmee afname in het vertrouwen in de politiek tot een fascinerende historische ontwikkeling met 1990, 2008 en 2016 als omslagpunten. De afname van vertrouwen in de andere partij (toename polarisatie) rond 1990 hangt sterk samen met de val van het communisme en het einde van de koude oorlog. Daarvoor hoefde de kiezer zich niet meer achter de leider of de overheid te verenigen. Die druk viel weg, interne tegenstellingen kregen de ruimte. Het tweede omslagpunt valt samen met de financiële crisis van 2007/2008 waarin banken moesten worden gered en de economie stagneerde. De overheid werd gezien als incompetent in het zorgen voor een economie die werkt en voordelen voor een ieder biedt. 

Her derde omslagpunt naar nog meer polarisatie, rond 2016, stelt de auteurs voor meer uitdagingen. Mogelijk ligt de verklaring in de opkomst van de sociale media, het bekritiseren van de elite en die te zien als niet meer effectief en het feit dat politici en hun supporters die media inzetten als megafoon om die gevoelens te versterken. "Compromise requires debate. Yet the media, whose business drives on conflict,  rumour,caricatures and conspiracies gleefully orhestrates a shouting match". 


zondag 10 november 2024

Nobel

 De Nobelprijs economie ging dit jaar naar Daron Acemoglu, Simon Johnson  (beide MIT) en James Robinson (Chicago). Institutioneel economen die onderzoek doen naar de vraag wat de rol is van instituties in ontwikkeling. Bekend voorbeeld: Noord- en Zuid Korea waren voor de scheiding op de 49e breedtegraad een uniform land, en nu is de een een puinhoop, de ander welvarend. Goed overheidsbeleid doet er toe. 

Dat is een inzicht waar al eerder nobelprijzen voor werden toegekend. Maar de vraag bleef of het niet zo is dat welvaart lijkt tot democratie en goede instituties, of is het toch zo dat goede instituties de welvaart brengen. De winnaars vonden slimme methoden om te bewijzen dat het laatste het geval is.  Je kunt onderscheid maken tussen inclusive en extractive instituties. In koloniën met relatief veel bevolking was het voor de kolonisator aantrekkelijk die bevolking tot slaaf te maken en aan het werk te zetten in de mijnbouw of plantages om er aan te verdienen. Met als gevolg ook hoge sterftecijfers. In relatief lege gebieden was er eerder een ontginningsmodel (Amerika, Canada, Australië) waar bevolking werd aangetrokken en een deel van de welvaart kreeg die via privaat bezit en vrije markten werd gealloceerd. Er lijken me uitzonderingen (samenhangend met de slavenhandel, zoals Suriname en Zuiden van de VS), maar a la. En sommige critici van de theorie wijzen op feit dat de Europeanen naar lege gebieden ook kennis en handelscontacten meebrachten. Het zijn m.i. ook typisch volksverhuizingen over dezelfde breedtegraad met dezelfde landbouwtechnologie. Over de lengtegraad is lastiger. 

De winnaars stelden ook dat landen konden blijven steken in de extractieve instituties waarin een kleine elite zich verrijkte met behulp van de laag beloonde arbeid of slaagemaakten. Er kon wel met revolutie worden gedreigd (hoewel soms ook moeilijk) Maar als de rijken een andere verdeling toezegden, was dat niet zondermeer geloofwaardig. Er was immers geen (democratiesche) controle of hun toezegging of gedrag. Elk moment konden ze daar weer mee stoppen.  Alleen als een revolutie die checks en balances introduceerd, verandert de situatie en neemt de voortdurende onrust af. Dat was volgens de onderzoekers precies wat er in West-Europa gebeurde, m.n. in de vroege 19e eeuw. 

Bron: The Economist 19.10.2024 Nations fail, academics succeed.

vrijdag 8 november 2024

40 jaar spreadsheet

 

The Economist van 16 oktober stond stil bij het 40 jarig jubileum van de spreadsheet software Excel. Maar ze waren bij Microsoft helemaal niet de eerste  De eerste was VisiCalc (visible calculator), dat in 1979 ontwikkeld werd door een student van Harvard Business School, Dan Bricklin. En al snel waren er concurrenten op de markt. Ik herinner me SuperCalc en Symphony. 

Die laatste zag ik op de Efficiency Beurs in de RAI ergen begin jaren 80 en ik stelde voor die in te voeren voor de prognoses van inkomens, die op grote vellen papier werden gemaakt. Het werd een succes, maar kostte wel moeite, je komt zaken tegen waar je niet aangedacht had. Zoals het feit dat de chef die de berekeningen en aannames daarin controleerde, met rekenmachine in de hand, liever papier had. Niet vanwege zijn leeftijd, maar dan kon hij zien waar er veel gegumd was - een teken van onzekerheid van de onderzoeker, en mogelijk naar het resultaat toerekenen om de vierkantscontroles kloppend te krijgen. Dat zag je niet in een spreadsheet-print.

Enfin daarna nam Lotus1-2-3 de markt over waarna in 1985 Excel op de markt kwam. Het was sneller omdat het bij nieuwe invoer niet alle cellen herberekende, maar alleen degene die van de nieuwe invoer afhankelijk waren. En het had een goede grafische interface. En zal natuurlijk al snel in de Microsoft suite die integreert met de tekstverwerker (wordprocessor zeiden we toen). 

Nu zijn er inmiddels wereldkampioenschappen Excel (waar anders dan in Las Vegas) en krijgen de aloude software-programmeurs in talen als Fortran en Cobol soms gelijk: het is makkelijk fouten maken als je spreadsheets gebruikt voor databasebeheer of te ingewikkelde zaken. Er zijn door de jaren heen de nodige (financiele) missers geweest die aan spreadsheets werden geweten. En inmiddels is spreadsheet-management ook in een kwaad daglicht komen te staan. Desalniettemin is de bijdrage van de spreadsheet aan de nationale welvaart groot geweest en zal nog wel even doorgaan. 


donderdag 7 november 2024

Schengen

 De grenscontroles nemen toe, het akkoord van Schengen wordt onderuitgehaald. Het valt nog wel mee was mijn ervaring afgelopen weken. Via Arnhem, Duitsland, Oostenrijk, Slovenië naar Kroatië, en geen controlepost gezien. Het hotel in Zagreb was de eerste plek waar ik een paspoort nodig had. Op de terugweg ben je ook zonder paspoort in Venlo voor je het weet. Alleen bij de Oostenrijks-Duitse grens moet je in slakkengang langs een politiepost, om vervolgens te worden doorgewuifd. Wat wel files op kan leveren. 

woensdag 6 november 2024

groeten uit Kroatië

 
Een verzoek tot een presentatie over de Strategische Dialoog voor Landbouw bracht me in Zagreb op het Forum van de rectors and deans van de life science universiteiten. Goede reden voor een wat langere herfstvakantie in de najaarszon aan de Adriatische zee. Komende weken dus fotootjes uit die omgeving.

donderdag 31 oktober 2024

Namen

Nog een inzicht uit het wandelboekje van Utrecht Dresselhuis (zie de blog van gisteren). Hoe komen we aan onze namen? Dat zou door de kruistochten komen, die groepen mensen waren zo groot dat Jan van Klaas of Jan Klaaszoon teveel misverstanden opleverde, die waren niet uniek. En dus gingen ridders en knapen zich noemen naar de plek (plaats, kaasteel) van herkomst of bezittingen die men ergens had (wat  voor horigen ook voor de hand lag, die hoorden daarbij).. (pagina 25) 

maandag 28 oktober 2024

verdwenen kastelen

Aan het eind van de middeleeuwen stonden er veel meer kastelen in het landschap dan we ons nu kunnen voorstellen. In Holland alleen al een stuk of 150. Ook in Zeeland stonden er heel wat. Ik lees af en toe in een boekje ui 1832  dat in vorige eeuw opnieuw is uitgegeven. Een kleine pocket. Het zijn Wandelingen door |Zuid- en Noord BevelandA. ab Utrecht Dresslhuis. Op het schutblad het kasteel Ostende dat eens bijj Goes stond.

Hij beschrijft het mooi: Het zal niet ondienstig zijn, mijne jonge vrienden, eer wij verder gaan, hier ene beknopte beschrijving van dergelijke oude kastelen mede te delen, daar gij ze in dit oord alleen nog, of in zeer veranderde gedaante, of in puinhopen aanschouwen kunt. (p. 8)

vrijdag 25 oktober 2024

Lijstje: Franse erfenissen

 Nog een lijstje uit het boek van Jaap van Duijn over de geschiedenis van het Westland. Van zaken die we hebben overgehouden aan de Franse tijd van Napoleion on ons land:

  • burgerlijke stand (door de inlijving in 1811)
  • brugerlijk wetboek op basis van de Franse code civil (idem)
  • wetboek van strafrecht (idem op basis van de code penal)
  • een grondwet met als eerste de staatsregeling van 1798)
  • uniforme belastingheffing (1805)
  • scheiding der machten (wetgevend, uitvoerend, rechterlijk) in 1795
  • het kadaster (1811)
  • gelijkstelling van geloofgemeenschappen en scheiding kerk en staat (1798)
  • opheffing standenmaatschappij (1795)
  • opheffing van de gilden (1798)
  • afschaffing van het leenstelsel (1798)
  • nationalisering van de posterijen (1799)
  • toegang tot onderwijs voor iedereen (hoger onderwijswet), 1806)
  • millitaire dienstplicht (1811)
  • invoering metrieke stelsel (1809)
  • rechts rijden (1795)
  • verbod op begraven in de keker (1811)

dinsdag 22 oktober 2024

Lijstje: 19e eeuwse innovaties

 Ik lees dezer dagen het boek van Jaap van Duijn over de geschiedenis van het Westland, dat een paar jaar geleden verscheen. Hij heeft ee
n leuk lijstje van nieuwigheden aan het eind van de 19e eeuw. Het gaat om de volgende productintroducties:

1877 telefoon

1880 gloeilamp

1881 elektrische centrale

1885 kunstmest

1885 fuets

1887 aluminium

1888 auto

1888 luchtband

1889 grammofoon

1889 camera

1890 kunstzijde

1894 bioscoop

1895 dieselmotor

1895 rontgenstraling



zaterdag 19 oktober 2024

Geen cent teveel

 In november verschijnt bij het Paard van Troje het boek "Geen cent te veel. 130 jaar Zeeuws Meisje". Auteur Peter de Jonge meldde dat onlangs in zijn essay "Zoo fijn als boter, doch niet zo duur" in de laatste uitgave van het KZGW blad Zeeland.

Het is een van de meest legendarische margarinemerken in Nederland, meer dan Planta, Rama en Leeuwezegel.  Het merk werd 30 augustus 1894 in het merkenregister ingeschreven door de handelsfirma Simon van den Bergh, die toen in Rotterdam en Cleve kantoor hield. Margarine was ontwikkelt door de Fransman Hippolyte Merge-Mouriès als winnaar van een prijsvraag van keizer Napoleon III die voor zijn leger een product wilde dat langer houdbaar en niet duurder dan boter was. De lage prijs maakte het aantrekkelijk voor de consumentenmarkt. Van den Bergh en Jurgens, beide fabrikanten in Oss, gingen ermee aan de slag. 

Het merk Zeeuws Meisje moest vooral de associatie oproepen van dit fabrieksproduct met het platteland. Met in klederdracht een Zuid-Bevelandse meisje van protestantse huize (dat zie je aan de kap).  Hoewel Zeeland natuurlijk geen veelteeltprovincie is. Er ontstond een felle marktstrijd tussen magrarine en Echte Boter. Nog in 1984 voerde het Zeeuwse Agrarisch Jongeren Kontakt een campagne voor echte zuivel met als logo De Zeeuwse Jongen. De jonge boeren, merdeel akkerbouwers, waren niet eens zo tegen margarine, mits de olie maar geperst werd uit Nederlandse akkerbouwgewassen. 

Zeeuws Meisje ging mee in de fusies naar Unilver, maar was natuurlijk buiten Nederland niet te slijten. Voor de Duitse markt had Van den Bergh allang het merk Vitello, een verwijzing naar kalfsvlees voor wie Italiaans spreekt. Gepromoot met een Volendamse in kostuum, een soort Frau Antje avant la lettre. 

De crisisjaren waren goed voor de margarine. De slogan werd Zoo fijn als boter, doch niet zo duur. Boerenkarren met Zeeuwse paarden en meisjes werden het land doorgereden voor kookdemonstraties.  In de jaren zestig hadden de reclamemakers het over "Het land waar het leven goed is". In 1967 kam de STER en werden het filmpjes. Tot vervelens toe blijkbaar want Volkskrant columnist Hopper (alias Nico Scheepmaker) schreef dat als het leven daar in Zeeland zo goed is, men er wel roomboter zal eten.


De reclames gingen meer de nadruk leggen op prijs als koopargument. Slogans als "Geen cent teveel hoor" en "Contante guldens sparen" werden er in geramd. En in 1984, ten tijde van de economische crisis en het broekriembeleid van Lubbers, kwam de fameuze commercial waarin een amateur toneelspeler uit de regio de woorden sprak "Ons Zeeuwen, on bin zuunig. Maar we willen wel graag lekker eten".  He imago van de provincie was voorgoed veranderd. Zeeuw en Zuunig werd een vaste combinatie.  Hoewel Meertens (van het Instituut en zelf Zeeuw) soberheid en eenvoud wel een kenmerk van de Zeeuwen vond. Anderen wijzen meer op de positie tussen calvinistisch Holland en Bourgondisch Vlaanderen.

Het zou er toe leiden dat begin deze eeuw de CdK Wim van Gelder Unilevers' reclamebureau Lintas nog vorstelijke ontving in Veere met het verzoek wat anders te bedenken voor de reclames. Het moest meer gaan op de zuinigheid op natuurlijke waarden. En dat terwijl 5 jaar eerder het merk bijna was verdwenen in een opschoon actie van Unilever, van de 1600 merken moest het terug naar 400 en de local heroes konden wer wel uit. Met consumentenopstand tot gevolg. Er bleek een emotionele band met het Meisje, die Blue Band en Becel niet konden vervangen. 

Mooi essay, we kijken uit naar het boek. 




donderdag 17 oktober 2024

Column BoerenBusiness CPB en Williamson


 Na een zomerstop schreef ik weer eens een column voor BoerenBusiness. Over de scenario's van het CPB, de nobelprijs economie van dit jaar en een retrorecensie van een andere Nobelprijswinnaar: Oliver Williamson. Hier is hij. 

maandag 14 oktober 2024

melkoverschot in China

Er was een tijd dat de Chinese markt voor zuivel onbeperkt leek, waarn exporteurs als Nederland erg van konden proifteren. De met melamine vergiftigde kindermelkpoeder deed er in 2008 nog een schepje bovenop. Inmiddels zit de markt in het slop, zo bericht The Economist van 5 oktober. Zuivel blijft voor de Chinees een vreemd ingrediënt voor de maaltijd, ondanks alle reclame en overheidscampagnes.  Dat nog los van de lactose-intolerantie die veel inwoners hebben. De consumptie lilgt nog 40% beneden de aanbevolen inname.

Maar inmiddels heeft de overheid wel de productie fors opgejaagd. Die is met een derde gestegen en ligt nu hoger dan wat de centrale planners voor ogen hadden. Gevolg: prijsdaling. Die is afgelopen jaar 28% geweest en ligt nu op 45 cent. Dat is beneden de kostprijs die hoog is door import van veevoer. 

vrijdag 11 oktober 2024

duurzame intensivering

 Bij een post hieronder vorige week beloofde ik nog eens terug te komen op de discussie die we in Leuven hadden over duurzame landbouwproductie n.a.v. hun rapport.. En eerder deze week bekeken we met de maker Hidde Boersma de film Paved Paradise. Beide maken het punt dat op veel plaatsen in de wereld de afstand tussen de huidige opbrengsten en de potentiele (de yield gap) nog groot is en er met meer kennis en kunstmest meer geproduceerd kan worden. Ook door inzet van nieuwe veredelingstechnieken. In de lage landen zijn boeren overigens zo goed dat dat gat tussen werkelijkheid en model vrij klein is.


En je kunt in die redenering maar beter veel produceren op een klein areaal dan extensief, romantisch, biologisch, want dan heb je minder areaal nodig en blijft er meer over voor natuur. Die je dan vooral op de schrale gronden moet neerleggen. Want ook in de natuur zie je specialisatie van soorten op de voor hen geschikte arealen. 

In theorie helemaal waar, maar de werkelijkheid lijkt me iets ingewikkelder. Om te beginnen gaat dit uit van gelijke consumptie, maar ook in de film komt wel zijdelings aan de orde dat op dat vlak van voedselverspilling en vleesconsumptie er nog een forse verandering ten goede plaats kan vinden, met veel minder behoefte aan veevoerareaal = en dus meer natuur.  Een andere is dat natuur niet helemaal homogeen is en ook andere doelen heeft, bv. recreatie. Natuur doet het ook goed op goede gronden en er is natuur die specifiek is voor de delta-landschappen. De natuur van Zuidelijk Flevoland is niet die van de Achterhoek. En steden liggen vaak in vruchtbare gebieden, en daarvan voorkom je de groei niet zo makkelijk terwijl de mensen ook recreatie en natuur in de buurt willen. Alle natuur naar meer bergachtige gebieden of het pleistoceen zand is dus te extreem (niet dat dit wordt voorgesteld). Soms zijn er ook mooie oude cultuurlandschappen op die bergheuvels waar niet alleen betrokken boeren aan gehecht zijn maar ook anderen.

Helemaal geen verweving tussen landbouw en natuur dus? Nee dat ook weer niet. Er zijn vogels en planten die een landbouwlandschap nodig hebben, zoals akkerplanten en de grutto of andere akker- en weidevogels. Daar moet je dus wel eco-schema's voor hebben om boeren te compenseren voor hun verlaagde opbrengst. En misschien wat actiever predatoren zoals de vos of de roofvogel weren als je het efficient wil houden, natuurbeheer is ook beheer. En je kunt proberen de biodiversiteit zoals we die kenden in oude landschappen te herstellen. Type roggeveldjes in de rivierduinen van de Oude IJssel. Een ecoloog in Leuven liet zien dat je dan heel ver terug moet in inputs (meststoffen e.d.) tot bijna biologisch, dat je perceelsomvang ver terug moet (1 ha of zo) met ook nog eens verschillende gewassen (mozaiekbeheer) tussen die veldjes en dat je veel landschapselementen als houtwallen er omheen nodig hebt. Natuurbeheer met wat landbouw dus.

Er lijkt dus behoefte aan compartimenteren in drie typen: natuur, zeer extensief, kleinschalig natuurbeheer met landbouw plus landbouw met zware natuureisen (weidevogels etc) en duurzame intensieve landbouw. 

Hier doorheen, en daar hoor je heel weinig over in de studie en de film is er de voor de politiek belangrijke vraag van het aantal boeren, (die soms door het landschap en toerisme ook andere inkomsten kunnen hebben zodat er meer in de sector kunnen werken). En sommigen lijken de theorie van scheiden meteen van toepassing te verklaren op de lage landen en dan hier maar op de huidige wijze door te gaan, de natuur kan dan ergens anders. Maar dat doet hier en daar wel geweld aan een basiskwaliteit natuur en het halen van doelen op bijvoorbeeld het vlak van schoner water.  En het akkoord van Parijs is niet ideaal: om het doel te halen heeft elk land een opgave en daarbinnen elke sector. In Vlaanderen of Nederland minder doen omdat het in Frankrijk of Brazilië meer natuur moet worden is in theorie wellicht gewenst, maar die optimalisatie was bij het klimaatakkoord van Parijs niet haalbaar. 

Alle reden om de discussie dus verder te voeden met inzichten.

woensdag 9 oktober 2024

FAO

Ook de stellingnames van de FAO blijken weer eens controversieel, dit keer weer over vlees dat ook goede kanten heeft. Op Foodlog brak er een discussie los, ik probeerde het complex van de FAO een beetje uit te leggen en de argumenten te ontrafelen. Wat meer kunstmest voor intensievere landbouw en wat meer zuivel en vlees voor nutrienten van consumenten gaat helpen, en vooral als je het niet hier produceert maar de technologie levert. Zie alhier.

maandag 7 oktober 2024

Lactalis

De Franse zuivelreus Lactalis verdient te weinig aan export naar de wereldmarkt. Een fors aantal boeren raakt zijn contract kwijt. We discussieerden er afgelopen week op Foodlog over. Mijn analyse: de Amerikanen kunnen het met hun grote bedrijven efficienter, Frankrijk ligt niet in de milk belt en de particuliere investeerder let op dat er een vrij hoog return on investment is, waar de cooperatieve boer op de gemiddelde melkprijs let.  Zie alhier