weblog over de toekomst van de Nederlandse landbouw en het platteland. Gemotiveerd vanuit het werk als econoom, de nevenfuncties als bestuurder en de woonomgeving van de moderator, maar als persoonlijke stellingname geheel buiten de verantwoordelijkheid van mijn werkgevers - zoals het hoort bij een weblog.
Pagina's
zondag 31 augustus 2008
ratje toe
donderdag 28 augustus 2008
lijstje: trucs voor vergaderboeren
- plaats het belangrijkste agendapunt onderaan de agenda. er treedt dan vermoeidheid op, sommigen zijn al weg en het is makkelijker door te drukken
- roep mensen bij elkaar waarvan je zeker weet dat ze het niet eens worden, dan kun je als voorzitter het er door drukken
- vraag wie het met een voorstel oneens is in plaats van eens: tegen stemmen is normaal lastiger dan voor zodat je twijfelaars in je kamp trekt
- ga naast een duidelijke tegenstander zitten; directe buren gaan elkaar meestal minder snel verbaal te lijf
- als je aan het woord wilt blijven, naar buiten staren en geen mensen aankijken
- begin je betoog met "ik heb 4 punten", dan weet de rest dat ze zich even koest moet houden
- haal adem op het moment dat anderen daar niet op rekenen, dus niet aan het eind maar midden in een zin. dat voorkomt interrumperen
- wilt u dringend het woord, onderbreek dan met "dat is heel goed wat u daar zegt, maar zelf wou ik nog even opmerken dat.."
- kies bij onderhandelingen een plaats met de rug naar het daglicht. Mensen kunnen je ogen dan minder goed zien en je komt daardoor zwaarder, belangrijker over
- als je wilt dat je idee prominent aan de orde komt, ga dan zo dicht mogelijk bij de flipover, het bord of de overhead projecter zitten.
Ik vrees dat iedereen een aantal van die punten toepast, zonder te weten dat het een truc is. Mea culpa
woensdag 27 augustus 2008
lijstje: tips voor vergaderboeren
- is een vergadering wel nodig? Aarzel niet een geplande vergadering met een te dunne of te routinematige agenda af te lassen
- Spreek vergaderdata tijdig af, zodat ook de belangrijkste mensen aanwezig zijn
- maak een strakke tijdsplanning en wacht niet op laatkomers, dan leren ze het snel af om te laat te komen (alsof ze belangrijk zijn)
- begin met het belangrijkste agendapunt, dat stimuleert op tijd komen en dan is iedereen nog scherp
- varieer de zitplaatsen om standaardgedrag te voorkomen
- zorg dat alle deelnemers elkaar kunnen aankijken, de ronde tafel is niet voor niets uitgevonden
- stem plaats, samenstelling en vorm van de vergadering af op de problemen die besproken moeten worden, niet iedereen hoeft overal bij te zijn
- maak geen notulen maar een besluitenlijs of lijst met actiepunten. dat is helderder en voorkomt vergaderingen over de notulen
- pauzeer tijdig, dat houdt iedereen fris
- ontneem slecht voorbereide deelnemers het woord
ontleend aan Management Team, 23.2.1996
zaterdag 23 augustus 2008
lijstje: Royce' zes fasen van de business cyclus
- 2008/2009: rente daalt, inflatie daalt, economie krimpt: obligaties bereiken bodem (advies: vooral kasgeld is interessant, eventueel obligaties opbouwen)
- 2009/2010: einde recessie: aandelen bereiken bodem (aandelen opbouwen)
- 2010: rentedaling voorbij, economie groeit weer (aandelen uitbreiden, grondstoffen kopen)
- 2010/2011: economie groeit hard, obligaties bereiken de top (uit obligaties stappen, aandelen aanhouden, grondstoffen uitbreiden)
- 2011: aandelen bereiken de top (alleen grondstoffen als belegging nog interessant)
- 2012: economische groei neemt af, grondstoffen bereiken hoogste punt (alles afbouwen)
En dan de nieuwe disclaimer: imaginaire resultaten in de toekomst zijn geen garantie voor de toekomt. Maar een beetje economie helpt misschien wel bij de technische analyse.
Uit: Royce Tostrams: we zijn er bijna! in: Private Investments (uitgave Van Lanschot), nr. 4, 2008
vrijdag 22 augustus 2008
landbouweconomen in Gent.
donderdag 21 augustus 2008
gebiedsontwikkeling rond rotterdam
woensdag 20 augustus 2008
bezit is het einde van het vermaak
dinsdag 19 augustus 2008
maandag 18 augustus 2008
Lijstje: consumptie verplicht
- het is een verplicht onderdeel van de hedendaagse sociologie
- het karakteriseert onze plicht om steeds meer te consumeren
- er wordt steeds meer samenhang aangebracht tussen consumeren en normatieve verplichtingen.
Van harte aanbevolen, deze kleine sociologie. Downloadbaar.
H. Dagevos en E. de Bakker: Consumptie Verplicht. LEI, mei 2008
zondag 17 augustus 2008
zomer in zeeland
zaterdag 16 augustus 2008
Go china
vrijdag 15 augustus 2008
groter en anders
Met instemming citeer ik dan ook Hans ten Cate, die onlangs afscheid nam van de raad van bestuur van de Rabobank:
"De schaalvergroting zal toenemen. Je kunt als ondernemer niet meer alles in 1 hand hebben. Het risico wordt te groot, niet alleen financieel, maar ook het risico dat iemand ziek wordt. Je zult naar een deling van het ondernemen en het in eigendom hebben van de grond gaan, dat roepen wij al langer. Dat gaat nu echt komen. En er zal clustering komen waarbij het ondernemersrisico in de zin van bedrijfsvoeringsrisico gespreid gaat worden en je ook kunt specialiseren."
Een mooie literatuurverwijzing, die gaan we nog gebruiken.
G. van Dijk: Hans ten Cate- toch een mooi model, de cooperatie in: Cooperatie, augustus 2008, nummber 595 p.8-10
donderdag 14 augustus 2008
Nog meer cooperatie
woensdag 13 augustus 2008
cooperatie en democratie
Ik had het even laten liggen voor de zomervakantie, het leek me een zware titel en de sprong van Tjeenk Willlink over het gemis aan publiek debat en het functioneren van de cooperatie een niet geringe. Tot overmaat van ramp werd ik in de openingszin bij het doorbladeren al aangezet tot nadenken of het nu echt zo is dat de agrarische cooperaties tot de laatste bedrijven grote bedrijven die nog geheel in Nederlandse handen zijn (hoezo CR Delta en Campina en hebben we de mislukte fusie met Arla niet betreurd?) en dat we daar trots op moeten zijn.
Ik behoor tot die vermaledijde economen die niet staan te juigen dat ABNAmro een Italiaanse bank overneemt (behalve om het feit dat Italie zijn economie daarmee eens wat flexibiliseert) en als de zuinige Schotten royaal geld over hebben om de ABNAmro bij de Royal Bank of Scotland in te lijven omdat zij beter kunnen financieren dan wij- mij best. Het is business, geen voetballen.
Kortom ik had het boekje even laten liggen tot een mooie zomeravond, maar maandag heb ik het essay in 1 keer uitgelezen. Doe dat ook. Het bevat een uitstekend geschreven vergelijking tussen de buurtvoetbalvereniging en een cooperatie. Dat is alleen al de moeite waard.
Maar de auteurs maken mijns inziens ook het punt waar dat er meer debat nodig is om de democratie levend te houden en dat dit in de maatschappij en publieke sector mist, met allerlei zwevend kiezersgedrag naar extremen en afkeer van de politiek tot gevolg. Terecht wensen ze dat de cooperatie niet toe en roepen bestuurders op steeds weer het debat aan te gaan over de koers van de vereniging en zijn bedrijven.
Cooperatiebestuurders en bestuurden lezen dus dit essay. Gemakkelijk leesbaar, zoals je van deze auteurs gewend bent.
Op de foto spaanse olijfolie, na debat in de cooperatie bestemd voor de amerikaanse markt
dinsdag 12 augustus 2008
huismerk of niet?
De oogst van het econometrisch onderzoek naar de aankopen van joghurt en pasta is allereerst dat het product niet uitmaakt. Ook de meeste socio-demografische variabelen (leeftijd, locatie, opleiding) zijn niet groot. Inkomen speelt wel een rol, althans bij de laagste inkomensklassen. Dat verbaast me niets want private label producten zijn gemiddeld zo'n 30% goedkoper.
Interessant is dat vooral aankoopgedrag een rol lijkt te spelen: winkelloyaliteit (dus veelal in dezelfde winkel kopen) gaat samen met de keuze voor het huismerk. Wat of hier de kip en het ei is doet er dan niet zoveel toe: de retailers hebben een grote prikkel om zich met het huismerk te profileren en zo klanten te binden in de strijd met de concurrent. Bij producten die niet 'in het centrum van de productgroep' staan (bij orginele verpakkingen, bijzondere ingredienten of samenstelling) krijgen nationale merken vaak de voorkeur, ook als een huismerk beschikbaar is.
F. Berges, D. Hassan and S. Monier-Dilhan: Les determinants de la demande en marques de distributeurs in: Economie Rurale 301, sept-okt. 2007
maandag 11 augustus 2008
lijstje: 10 geboden voor beleidadviserende economen
- Get your economics straight ('Nobody expects you to be a political expert, but people do expect you to know your economics')
- Do not leak ('Report only to your boss'; 'if you have a poor memory, tell the truth, so you can remember what you said earlier')
- Do not be overly concerned with survival ('survival is a means, not an end')
- Be sure your boss wants an honest job
- Anticipate, probe and be objective ('try to anticipate issues and research them before they become emotional'; 'it is better to break new trails than to shift the ashes of the campfires laid by others')
- Do not be rigid ('research should be done in the spirit of inquire, and the essence of inquiry is that it is not too sure of the answers')
- Do not malign the bureaucracy
- Do not impugn a person's motives ('if you have a difference with a person, allow him a way to retreat with honor' - Eisenhower)
- Communicate well, respect deadlines ('a perfect report, oral or written, received after the deadline is useless'; 'be brief and use plain language')
- In special cases disregard the above
zondag 10 augustus 2008
van lieveling tot total loss
Eerst maar even de meest foute redenering:
"Boeren die aardappels of tarwe telen, zetten eens in de vier jaar hun akkers vol met koolzaad om de grond tot rust te brengen. En er is 'genoeg' braakliggende grond in Europa om zonder probleem 17 procent van de brandstoffen op termijn met biodiesel bij te mengen"
.
Eerste fout: hier heeft iemand de klok horen luiden, maar weet niet waar de klepel hangt. Inderdaad kun je maar een keer in de vier jaar aardappelen telen en is er in een intensief bouwplan met aardappelen en bieten een tussengewas (breakcrop) nodig. Dat is veelal tarwe of een andere graansoort en geen koolzaad, dat vanwege aaltjes problematiek ook nog eens concurreert met suikerbieten.
Bij de graanboeren die vrijwel alleen tarwe telen zoals in Noord-Duitsland of Frankrijk is er ook een tussengewas wenselijk, en dat is vaak koolzaad. Daar zijn ook alternatieven voor zoals klaver of gras (voor veevoer) dus er is niet echt een technische verplichting koolzaad te telen. Sterker: sinds de prijsondersteuning in de EU verminderd is, loopt het koolzaadareaal fors terug.
Tweede fout: ook al is die verplichting of wens er, dat is dan al minstens 50 jaar het geval en de koolzaadolie wordt tot nu toe dus prima afgezet in bv. de margarineindustrie. Levert dus geen argument op waarom het nu ineens in biodiesel moet, en als je dat om een of andere reden toch doet, drijft het de prijs op van grondstoffen voor margarine. Niet voor niets is Unilever fel tegen biobrandstoffen.
Derde fout: hetzelfde geldt ook voor braakgrond. Het weer in productie nemen van braakgrond levert producten op die op allerlei wijzen kunnen worden benut. Benut je het voor biodiesel dan wordt de toepassing in alternatieve aanwendingen dus duurder dan in een situatie waarin je ook met braken stopt, maar geen biodiesel maakt.
Kortom: grond kun je maar op een manier gebruiken, en als je hem dus voor biobrandstoffen gebruikt, gebruik je hem niet voor wat anders zodat de prijzen van dat andere hoger liggen (hoeveel precies en hoe erg dat is, is een empirische vraag) dan in een situatie dat je meer van dat andere had geproduceerd. In het economenjargon: er is altijd een opportunity cost.
.
Afhankelijk van beleid
Uit het artikel blijkt dat de investeerders in raffinagecapiciteit voor biodiesel zich erg afhankelijk hebben gemaakt van de politiek. Eerst van de Europese politiek die een bijmenggebod kent (en dat volgens bronnen van de Volkskrant van 10% in 2020 naar 4% in 2015 zal worden teruggebracht). Die regeling is niet ingegeven door het idee dat dat hier moet worden geproduceerd, maar dat bevordering van bioenergie an sich goed is om ons minder afhankelijk te maken van aardolie.
Vervolgens blijkt dat de Amerikaanse overheid 300 dollar per ton subsidie betaalt, maar dat dit te weinig is om fossiele diesel de markt uit te drukken met als gevolg dat 80% van die productie naar Europa wordt geexporteerd waar bijmenging verplicht is. Zo halen wij met Amerikaanse staatssteun onze discutabele doelstelling wat goedkoper, maar de biodieselproducenten vinden dat ontoelaatbare dumping en staatssteun. Kunnen de Amerikanen van die bijmengverplichting ook wel stellen, zo lijkt me.
Kortom een mooi voorbeeld van hoge policy-risks van bepaalde investeringen. Voor ik me er nog meer aan had kunnen ergeren, had de private Wegenwacht al weer keurig de auto rijdende gekregen.
zaterdag 9 augustus 2008
Lijstje: technobabble uit de 1990s
- benchmarking - afkijken of de concullega het niet beter doet
- bio break - even naar het toilet
- cyber- - voorvoegsel voor als dat met moderne techniek omgaat
- downsizing - afslanken vooral van personeel
- empowering - power to the people anno 1990
- migration - het ene systeem werkt nog niet of we zetten de data over naar het volgende
- ownership - toeeigenen uit betrokkenheid
- paradigm shift - bekijk het eens van een andere kant
- proactive - neem het initiatief
- real time - nu, live
- re-engineering - herontwerpen met als doel downsizing / empowering / migration etc.
- snail mail - post voor e-mail fanaten
- surfer - individu dat wat vaak van baan of partner wisselt (of beide)
- value-added - toevoegen van een ongrijpbare kwaliteit
- wake-up call - waarschuwing dat de tijden veranderen
vrijdag 8 augustus 2008
windboeren
Economen zijn dol op voorbeelden waaruit blijkt dat de wetten en normen ('instituties') een economische basis hebben. En dit is er zo eentje. Een molen moet wind kunnen vangen (tegenwoordig spreken ze van een molenbiotoop) en daarom was er een "recht van de wind". Net als veel andere rechten was dat oorspronkelijk van de Karolingse koningen, daarna van de graven van Holland en Zeeland en nadat we Philips II hadden afgezworen kwam het recht aan de Staten der provincien.
.
Veelal bepaalden de staten dat er in de omgeving van molens niet mocht worden gebouwd en bomen moesten worden geknot. Regelgeving dus. Dat kon ver gaan. Hier bij ons aan de dijk waar wij wonen speelde in 1763-1775 een zaak waarin uiteindelijk de Staten van Holland en West-Friesland op 19 juli 1769 bepaalden dat er een complete boerderij met beplanting het veld moest ruimen omdat hij binnen het windrecht van een van de molens van de Eendragtspolder was gebouwd. (Niet meer klagen dus dat je tegenwoordig niets meer mag, als je nu een schuurtje moet afbreken vanwege het bouwbesluit).
Maar er werd ook voor windrecht betaald. Windhandel dus. Degenen die betaald werden in de omgeving van de molen moesten hun graan dan weer wel bij die molen laten malen. Hoe het precies werkte vertelt mijn bron helaas niet. De prijsvorming van het recht lijkt me erg lastig: het is pure monopsony: 1 potentiele koper en 1 potentiele verkoper; net als bij de onderhandelingen tussen werkgevers en werknemers is er geen keuze van een andere partij en de uitkomst ongewis.
.
Toen de molens vervangen werden door stoom-, diesel en electrische bemaling, werd het steeds lastiger om schade te claimen bij de rechter op basis van de keuren van de hoogheemraadschappen. Daarmee kwamen de keuren onder druk te staan (tot vreugde van de economen die hun theorie bevestigd zien: alles wat waardeloos is is weerloos). Molens waren er voor een mooi aangezicht en er werd volop omheen gebouwd. Pas rond 1990 kwamen de molenfans met het punt dat molens ook moeten kunnen draaien en werd er ook weer graan gemalen. En daarmee deed de molenbiotoop zijn intrede. Misschien moeten de oude keuren en rechten ook weer in ere hersteld.
.
Ontleend aan een artikel van G. Ottenvanger in Molenmagazine 2008; blad van de vereniging molenvrienden rottemeren.
donderdag 7 augustus 2008
kunst moet
Dat kan, maar de gevolgen zijn niet te voorspellen en soms anders dan je vooraf had gehoopt, zo blijkt uit "Kunst als schroevendraaier", een boekje van een paar van mijn Wageningse collega's. Met mooie voorbeelden zoals kunst om Allerzielen weer op de kaart te zetten. Of het El Hema project.
Weinig of geen landbouw- en rurale voorbeelden in dit boekje. En hoewel er wel voorbeelden zijn van projecten waarin kunstenaars vragen oproepen bij de huidige ontwikkelingen op het platteland, is de impliciete boodschap dus: doe meer met kunst in agrarische veranderingen.
Pat van der Jagt, Josine Donders en Marlies Brinkhuijsen: Kunst als schroevendraaier. Alterra Wageningen ISBN 978-90-327-0360-8
woensdag 6 augustus 2008
tragedie van de gemene weide
Omdat ook in Nederland, o.a rond de visserij, de files, de milieuvervuiling, om de haverklap naar de theorie wordt verwezen, laat ik je maar even meegenieten - heb ik het ook weer op een rijtje.
Het gaat allemaal terug op een artikel van een hoogleraar in de biologie, Garrett Hardin, die in 1968 'The tragedy of the Commons' publiceerde. Met het beeld van de gemene weide (de meent, the commons): elke gebruiker van een gemeenschappelijk goed heeft er belang bij dat voor zijn eigen nut zo intensief te gebruiken als voor hem profijtelijk is. Als er goed gras groeit neemt iedereen er een koe bij. Maar de kosten van de overbegrazing worden door alle herders gedeeld, 'therein is the tragedy'. Ik citeer als ik het moet uitleggen altijd het Spaanse spreekwoord: "de gemeenschappelijke koe wordt goed gemolken, maar slecht gevoerd".
Hardin had veel succes met zijn Science paper. Engeland had tot de 18e eeuw gemeenschappelijk grondbezit gehad, en toen dat geprivatiseerd werd (de enclosure beweging) trad er een agrarische revolutie op. Het voorbeeld suggereerde ook dat de commons een beetje achterlijke organisatievorm was, iets voor oude vissersgemeenschappen en pygmeeenstammen. Het zou maar beter zijn om de gemeenschappelijke weide te privatiseren in prive-eigendom (zodat iedereen de gevolgen van zijn beslissing merkt) of in overheidseigendom te nemen (zodat de toegang gereguleerd kon worden).
.
Economen en antropologen
Economische theoretici waren er snel bij om uit te leggen dat gemene / gemeenschappelijke goederen tussen de publieke en private goederen in zitten. Met de publieke goederen hebben ze gemeen dat gebruikers niet kunnen worden uitgesloten, dat is te duur om te organiseren. En met private goederen hebben ze gemeen dat er rivaliteit is: wat de ene gebruiker doet met het goed, kan de ander niet meer doen (bij de echte publieke goederen is dat niet zo: of we nu met 2 of 20 man onder de straatverlichting staan of langs de vuurtoren varen, daar heeft de 21ste geen last van). Daardoor is er een extern effect van de gebruiker op andere gebruikers, en dus is er meer gebruik dan goed is.
Hoe fraai dit theoretisch ook is, het is niet onomstreden. Economen en antropologen willen het nog wel eens oneens zijn, maar in dit geval kwamen beide groepen met allerlei voorbeelden aanzetten waar tientallen jaren of soms al eeuwen gemeenschappen gemeenschappelijk bezit hadden gemanaged zonder veel problemen. Zwitserse alpenweiden, japanse bossen, spaanse irrigatiesystemen - het werkt prima. Sommige irrigatiesystemen bleken efficienter te werken dan die in overheidshanden of in privaat bezit. Insititutioneel economen doceren nu dat daar waar er geld te verdienen is door je te organiseren, mensen zich ook zullen organiseren: er ligt immers geld op straat dat je door organisatie kunt oprapen.
.
Governing the Commons
In 1990 zette Elinor Ostrom de regels op een rijtje die gebruikt worden om een gemeen bezit succesvol in stand te houden:
- er zijn vrijwel altijd regels of conventies of wie het gemene goed mag gebruiken en wanneer
- wat je uit het bezit haalt moet in relatie zijn tot wat je er in stopt
- gebruik moet in overeenstemming gebracht kunnen worden met de gezondheidstoestand van het gemene goed
- iedereen die er gebruik van maakt moet iets over de regels te zeggen hebben (democratische legitimering)
- er wordt meestal meer aandacht besteed aan monitoren van misbruik en conflictoplossing dan aan sancties en straffen
- en de definiering van het gemene goed kan er toe doen.
Overheden voegen lang niet altijd wat toe, zo blijkt uit het Economist artikel: de Sahel drama's zijn veroorzaakt doordat overheden door de regels van de nomadenstammen heen banjerden. De Rijn is schoon geworden door lokale actiegroepen, steden, ngo's en regionale overheden zich met dit vervuild gemeenschappelijk bezit gingen bemoeien, niet door de Internationale Rijncommissie.
Enfin, intussen zijn de commons een groei-industrie geworden, waarin er steeds nieuwe worden ontdekt (stilte, duisternis, de A12, de Noordpool) ook al schijnt Hardin later te hebben toegegeven dat zijn paper een wat al te ruime titel had, en beter 'The tragedy of the unmanaged commons' had kunnen heten. Maar ook die lijken er nog genoeg.uit: The Economist: Commons Sense, 2.8.2008
dinsdag 5 augustus 2008
lijstje: 4 europese economien
Weer eens een lijstje. En wel uit de 2005 studie van het Brusselse Breugel institituut, die naar zijn auteur ook wel bekend staat als het Sapir rapport. Hij deelde de landen in op twee criteria: in welke mate ze voor veel mensen werk creeren en in welke mate ze kans zien mensen uit de (relatieve) armoede te houden. En dat kwadrant leidt tot vier groepen:
- de Mediterranen (Griekenland, Spanje, Italie): presteren op beide maatstaven niet best, de sociale uitgaven gaan vooral naar pensioenen en de werkgelegenheidspolitiek kenmerkt zich vooral door zeer lastige ontslagprocedures (zodat bedrijven de mensen ook niet aannemen)
- de Continentalen (Frankrijk, Belgie, Duitsland): hebben goede sociale systemen zodat er weinig armoede is, maar het is er lastig mensen in de arbeidsmarkt te laten participeren
- de Anglo-Saksen (VK en Ierland): hoge werkgelegenheid, maar ook grote inkomensverschillen
- de Noorse landen (Denemarken, Zweden, Finland en Nederland): scoren op beide goed met sociale systemen maar ook werk- of scholingsplicht voor werkelozen en de werkgelegenheidspolitiek houdt zich niet bezig met bescherming van banen die mensen hebben maar met beschermen van mensen door ze om te leren gaan met vernieuwing in d economie.
Economist, 2.8.2008 Charlemagne
maandag 4 augustus 2008
beste koeien
"De beste koeien zijn de koeien die de boer niet kent".
Mooie uitspraak van een boer afgelopen week in het vakblad De Boerderij. Speciaal voor mensen die het romantische beeld hebben dat een boer al zijn koeien kent, van Marietje21 tot Wilma12. Voor de oorlog waren er al enkele bedrijven die bijna 100 koeien molken, zo legde iemand die het gedaan had me dit weekend uit. Dat is nog altijd meer dan het aantal dat de huidige Nederlandse melkveehouderij nu gemiddeld melkt. En de beste daarvan zijn probleemloos, die vallen niet op, die kent hij niet.
zondag 3 augustus 2008
Freegans
Daarmee wordt ook een discussie opgroepen of productieverliezen in de retail immoreel zijn - gezien honger in de derde wereld of armoede bij dure voedselprijzen in prachtwijken-, en bijvoorbeeld immoreler dan voor een paar kilometer de auto pakken, of productieverliezen in de gloeilampenfabriek.
De vraag werd eerder ook al opgeroepen bij het maken van een rapport op het LEI over voedselverliezen. Persoonlijk denk ik dat voedselverliezen even immoreel zijn als de productieverliezen in de gloeilampenfabriek, een half lege bioscoopzaal, of de stapel boeken die zelfs bij de Slegte niet verkoopbaar is. Productieverliezen zijn altijd jammer, het is schade waardoor we een hogere prijs betalen voor wat we wel kopen en dus hebben de producenten zoals supermarkten een goede prikkel om die verliezen zoveel mogelijk te verminderen. Maar ook verminderen van verliezen kost geld, dus er is altijd een optimale hoeveelheid verlies.
Maar sommige mensen zien voedsel als speciaal - hoewel een beetje minder eten in het westen nauwelijks of geen invloed heeft op de problemen in Afrika. Of maken zich terecht zorgen over uitputtende grondstoffen - hoewel sommige voedselproducten daar minder mee te maken hebben dan auto's met olie (maar andere weer wel). Economen als ik die dat bij voedsel niet immoreler vinden dan bij boeken, gaan er vanuit dat er niet een absoluut gebrek is aan voedsel (in principe kan de wereld iedereen voeden); en als je boeken niet verkoopt, heb je teveel hout gekapt, en daar had gras kunnen groeien waar koeien vlees op hadden kunnen produceren; dat niet verkochte boek is dus even immoreel.
.
Veel van het eten dat verkeerd is ingekocht (de manager bestelt broccoli, wij willen ineens sla omdat er in de krant een recept over stond, of het weer toch mooier is dan we dachten) of per ongeluk in de winkel is gezet (vakkenvullers zetten alvast de potjes met een langere houdbaarheidsdatum en niemand neemt degene die er al stonden met de kortere houdbaarheidsdatum) of waarvan het blik is gedeukt, krijgt in Nederland weer een goede bestemming. Soms via de Voedselbanken, meestal naar de varkens via de veevoer industrie en het wordt daar weer opgewerkt tot karbonades - zodat de verspilling van grondstoffen wordt beperkt.
.
food miles
Het AD artikel was op dit punt verrassend: de Engelse supermarkten zijn veel verkwistender dan de Nederlandse. We wisten dat van de Amerikanen (hebben teveel ruimte en kopen grote vakken in, anders verkoopt het niet, maar gooien het ook weer weg), maar omdat Engelse supermarkten zeer trendzettend zijn, verbaasde me dat. In Nederland hebben we blijkbaar een goede veevoerindustrie die inspeelt op hergebruik, ook van allerlei afval uit de voedingsmiddelenindustrie - en die pakken de retail even mee. In Engeland is dat veel minder het geval.
En dan maar met food miles proberen te meten of de producten die je verkoopt niet teveel transport hebben gehad. Ik vond dat al een zeer beperkte indicator voor duurzaamheid, maar hier is nog een punt van kritiek: het meet alleen de inkoop, niet het afval. Daar moeten ze ook eens wat aan doen daar in het VK. Daar hebben die freegans wel gelijk in.