Pagina's

zondag 31 augustus 2008

ratje toe


Afgelopen week was het een beetje een ratjetoe op deze weblog, want ik zat op het EAAE congres in Gent, met weinig upload mogelijkheden. Het was een mooi congres met veel belangstelling. In een mooie stad, bij sommigen bekend van de televisieserie Flikken. In een gesprekje met de burgemeester van Gent begreep ik dat de serie hier minstens zo populair is als ter plaatse. Komende dagen wat impressies, wie alvast wil weten waar het overging kijke op www.eaae.org
We spraken er natuurlijk ook over voedselprijzen. Bij thuiskomst las ik overigens het volgende bericht van het ANP:
PNOM PENH (ANP) - De explosieve stijging van de inflatie maakt in Cambodja ook de rat duur. Door de sterk gestegen prijzen van varkens- en rundvlees kiezen veel Cambodjanen steeds vaker voor het goedkopere vlees van de rat. De groeiende vraag heeft echter ook de prijs van rat inmiddels aanzienlijk verhoogd. Een kilo rat is in Cambodja het afgelopen jaar vier keer zo duur geworden. Een kilo rattenvlees kost daardoor nu 5000 riel (ongeveer 80 eurocent). Dit is nog altijd wel aanzienlijk goedkoper dan een kilo rundvlees, waar momenteel ongeveer 20.000 riel voor moet worden neergeteld. De rat is niet alleen een uitkomst voor arme Cambodjanen, maar levert ook een bijdrage aan de export van het land. Ambtenaren van het ministerie van Landbouw schatten dat Cambodja elke dag ongeveer een ton levende ratten levert aan Vietnam.

donderdag 28 augustus 2008

lijstje: trucs voor vergaderboeren

En dan ook maar een lijstje van 10 vergadertrucs (streng verboden meldt het blad Management Team erbij):
  1. plaats het belangrijkste agendapunt onderaan de agenda. er treedt dan vermoeidheid op, sommigen zijn al weg en het is makkelijker door te drukken
  2. roep mensen bij elkaar waarvan je zeker weet dat ze het niet eens worden, dan kun je als voorzitter het er door drukken
  3. vraag wie het met een voorstel oneens is in plaats van eens: tegen stemmen is normaal lastiger dan voor zodat je twijfelaars in je kamp trekt
  4. ga naast een duidelijke tegenstander zitten; directe buren gaan elkaar meestal minder snel verbaal te lijf
  5. als je aan het woord wilt blijven, naar buiten staren en geen mensen aankijken
  6. begin je betoog met "ik heb 4 punten", dan weet de rest dat ze zich even koest moet houden
  7. haal adem op het moment dat anderen daar niet op rekenen, dus niet aan het eind maar midden in een zin. dat voorkomt interrumperen
  8. wilt u dringend het woord, onderbreek dan met "dat is heel goed wat u daar zegt, maar zelf wou ik nog even opmerken dat.."
  9. kies bij onderhandelingen een plaats met de rug naar het daglicht. Mensen kunnen je ogen dan minder goed zien en je komt daardoor zwaarder, belangrijker over
  10. als je wilt dat je idee prominent aan de orde komt, ga dan zo dicht mogelijk bij de flipover, het bord of de overhead projecter zitten.

Ik vrees dat iedereen een aantal van die punten toepast, zonder te weten dat het een truc is. Mea culpa

woensdag 27 augustus 2008

lijstje: tips voor vergaderboeren


Tien tips voor een goede vergadering:
  1. is een vergadering wel nodig? Aarzel niet een geplande vergadering met een te dunne of te routinematige agenda af te lassen

  2. Spreek vergaderdata tijdig af, zodat ook de belangrijkste mensen aanwezig zijn

  3. maak een strakke tijdsplanning en wacht niet op laatkomers, dan leren ze het snel af om te laat te komen (alsof ze belangrijk zijn)

  4. begin met het belangrijkste agendapunt, dat stimuleert op tijd komen en dan is iedereen nog scherp

  5. varieer de zitplaatsen om standaardgedrag te voorkomen

  6. zorg dat alle deelnemers elkaar kunnen aankijken, de ronde tafel is niet voor niets uitgevonden

  7. stem plaats, samenstelling en vorm van de vergadering af op de problemen die besproken moeten worden, niet iedereen hoeft overal bij te zijn

  8. maak geen notulen maar een besluitenlijs of lijst met actiepunten. dat is helderder en voorkomt vergaderingen over de notulen

  9. pauzeer tijdig, dat houdt iedereen fris

  10. ontneem slecht voorbereide deelnemers het woord

ontleend aan Management Team, 23.2.1996

zaterdag 23 augustus 2008

lijstje: Royce' zes fasen van de business cyclus

Van verschillende kanten bereikte me afgelopen week een figuur van de bekende technische analist Royce Tostrams waarin hij de vierjarige (3,6 om precies te zijn) conjunctuurcyclus afzet tegen de kalender waarin we zitten. Dat leidt tot 6 fasen van eb en vloed:
  1. 2008/2009: rente daalt, inflatie daalt, economie krimpt: obligaties bereiken bodem (advies: vooral kasgeld is interessant, eventueel obligaties opbouwen)
  2. 2009/2010: einde recessie: aandelen bereiken bodem (aandelen opbouwen)
  3. 2010: rentedaling voorbij, economie groeit weer (aandelen uitbreiden, grondstoffen kopen)
  4. 2010/2011: economie groeit hard, obligaties bereiken de top (uit obligaties stappen, aandelen aanhouden, grondstoffen uitbreiden)
  5. 2011: aandelen bereiken de top (alleen grondstoffen als belegging nog interessant)
  6. 2012: economische groei neemt af, grondstoffen bereiken hoogste punt (alles afbouwen)

En dan de nieuwe disclaimer: imaginaire resultaten in de toekomst zijn geen garantie voor de toekomt. Maar een beetje economie helpt misschien wel bij de technische analyse.

Uit: Royce Tostrams: we zijn er bijna! in: Private Investments (uitgave Van Lanschot), nr. 4, 2008

vrijdag 22 augustus 2008

landbouweconomen in Gent.

Europese landbouweconomen maken zich op voor hun driejaarlijkse congres in Gent, volgende week.
Er komen meer mensen dan ooit, en twijfel je nog: meer informatie op www.eaae.org

donderdag 21 augustus 2008

gebiedsontwikkeling rond rotterdam

Gisteravond had ik het genoegen te gast te zijn bij een overleg van een aantal raadsleden in de Albrandswaard. Voor wie het op de kaart zoekt, ouderen onder ons herinneren zich dat als de dorpen Rhoon en Poortugaal, net onder Rotterdam.
We hadden er een boeiende discussie over de ontwikkeling van zo'n cultuurhistorisch landbouwgebied, dat is aangewezen voor natuur en recreatiedoelen. En dan bestuurlijk ook nog gekoppeld aan de ontwikkeling van de Tweede Maasvlakte, dus als relatief klein dorp moet je dan schaken op een bord met de provincie, stad en havenbedrijf Rotterdam, de Haagse politiek en natuur- en milieuorganisaties. Dat lijkt me verre van eenvoudig - de bestuurlijke lobbycapaciteiten zijn snel erg scheef.
Men heeft er een eigen plan waarbij de natuur en recreatie niet wordt ingevuld met alleen maar water, struinnatuur en oerbossen maar met wat meer aandacht voor ruimtebeleving, cultuurhistorisch landschap en daaraan aangepaste akkerbouw en multifunctionele landbouw. Een stadslandbouw park tussen Rotterdam-Zuid en Oud-Beierland, aan de andere kant van de Oude Maas. (raar dat kaarten altijd bij water ophouden, terwijl je op Google Earth nog beter ziet dat zo'n gebied echt ligt ingeklemd).
Zo' n eigen plan helpt, maar desalniettemin is het in zulke situaties lastig om aandacht te besteden aan wat men in de stad wil en zelf kan, in plaats van wat men zelf wil en waar de stad maar mee moet kunnen leven.
.
Eendragstspolder
In een gesprek na afloop concludeerde ik met enkele aanwezigen dat in ruimtelijke ordeningsprocessen rond de stad de fiscale wetgeving en het zelfrealisatiebeginsel in de bouw toch wel een heel aparte rol spelen. Het zelfrealisatiebeginsel zorgt voor een voorsprong voor grote projectontwikkelaars die goed bij de kapitaalmarkt kunnen en daardoor zeer sterke strategische grondposities kunnen innemen (niet tot vreugde van de gemeenten en de kleine aannemers, en volgens sommigen werkt het Vinexachtige bouw in de hand). Boeren worden daarbij goed uitgekocht maar worden door de fiscale regelgeving sterk aangezet dat weer in landbouwgrond te beleggen, waarmee ze zeer prijsopdrijvend werken, en ook nog eens boeren die voor natuur worden uitgekocht duperen omdat die niet goed kunnen herinvesteren. Dat laatste probeert men nu via de complexwaarde constructie glad te strijken, maar de vraag bij mij is wel of je het systeem niet verder moet hervormen.
In dat kader wist ook nog iemand te melden dat zelfs de complexwaarde-constructie er niet toe leidt dat maatschappelijk gewenste doelen gehaald worden. Bij de toepassing hier bij mij achter in de Eendragstspolder zouden -zo wil het op dit moment lastig te verifieren verhaal-boeren ondanks een rechterlijke uitspraak dat die formule van toepassing is en hun grondprijs dus stijgt van 68.000 euro naar een kwart miljoen per ha, er nu voor gekozen hebben de grond voor een half miljoen per ha aan projectontwikkelaars te verkopen. (ik blogde er dit voorjaar eerder over dat men dit nastreeft en dat als we de fiscale regeling niet weten af te schaffen, dat we hem dan beter zouden kunnen verbreden naar investeringen in buitelandse landbouwgrond of woningbouw; zie ook de eerste blog over de Eendrachtspolder).
Als dat zo is (en ik heb geen reden er aan te twijfelen), dan zal nu moeten blijken of de gemeente in staat is het nieuwe bestemmingsplan voor de roeibaan en natuur overeind te houden en na de al uitgevoerde MER desnoods in staat is grond voor zo'n roeibaan te onteigenen, of dat men een deal weet te sluiten (ook elders in de Zuidplas moet nog worden gebouwd), of dat bouwend Nederland ook nog gedaan krijgt een bestemmingsplan te wijzigen, daar waar waterschap, ministeries en gemeenten natuur en recreatie voorzien.
Ook hier leven we in een kleine gemeente, die ook nog druk is met fuseren tot een iets minder kleine gemeente. Uit welbegrepen eigenbelang wens ik al dergelijke raadsleden succes, ook al zit ik als akkerbouwer niet op dalende prijzen van landbouwgrond te wachten. Zo dekt de burger zich in.

woensdag 20 augustus 2008

bezit is het einde van het vermaak

Bezit heet het einde van het vermaak te zijn. Een typisch Nederlands spreekwoord (is dat zo?), waarbij je vermaak wel als handel moet zien, want economen komen er steeds meer achter dat het bezit van iets er juist toe leidt dat mensen het ook willen houden.
Geef de ene helft van de klas een koffiebeker en de ander helft een plak chocola die evenveel waard is, en betrekkelijk weinig mensen willen direct daarna ruilen, ook al brengt dat ruilen geen kosten mee. Sterker: vraag van te voren wie een koffiebeker wil en wie chocola, deel willekeurig de spullen uit, en nog steeds willen betrekkelijk weinig mensen ruilen. Dat is makkelijk met kinderen aan tafel, maar het lijkt niet erg rationeel.
Hersenonderzoek suggereert dat mensen bang zijn wat te verliezen. Blijkbaar gebeurt er wat als je een koffiebeker uit het rek van de winkel pakt en afrekent waardoor het specifiek jouw koffiebeker wordt.
Economen spreken van het endowment-effect, een engelse term die zo iets betekent als dotatie of begiftigd zijn met, maar misschien moeten we het maar gewoon het bezitseffect noemen. Economen willen bij dat soort irrationeel gedrag graag weten of dat nu echt irrationeel is (dat zou een klap voor het vakgebied zijn), of "anders" rationeel omdat we dat evolutionair geerfd hebben van onze voorouders.
.
Broodje pindakaas voor de aap
En dus doet men proeven met apen, die men eerst moet leren ruilen. Als ze kunnen kiezen heeft 60% heeft liever een sapje dan pindakaas (helemaal mijn type aap). Geef je ze pindakaas, dan wil toch 80% het spul houden en niet ruilen (stam ik vermoedelijk van die andere 20% af). Tot vreugde van de economen, want het zit in onze genen. En dan vooral als het om eten gaat, niet bij speelgoed. Zo zie je weer maar: eten is van een groter belang en anders dan speelgoed, dat ook van recenter datum in de geschiedenis is.
Ene Steffen Huck (University College, Londen) heeft nu een hypothese bedacht die op handel is gebaseerd: daar waar er markten zijn, kun je naar een andere verkoper als je wat nodig hebt. Maar in kleine samenlevingen zijn die er niet, dus als je weinig handelt en een hoge prijs vraagt voor wat je al in je bezit hebt, krijg je betere prijzen want vroeg of laat komt er wel iemand langs die veel wil betalen. Anders gezegd: de inkoop is moeilijk, het is een verkopersmarkt. En dat mechanisme van niet te snel verkopen in zo'n markt is evolutionair gunstig, dus er is miljoenen jaren op geselecteerd. Zo is het vakgebied niet alleen gered, het blijkt zelfs nuttig bij het begrijpen van dit "anders rationeel".
.
Dit zijn niet alleen academische spelletjes want het bezitseffect heeft allerlei consequenties: zo willen mensen vaak veel geld om een standaard clausule in een contract (die ze al hebben) op te geven, meer dan ze zouden betalen om die clausule tot stand te brengen in een nieuw contract. En het helpt niet aan de WTO onderhandelingen om rechten die men heeft af te ruilen.
Volgende stap is ongetwijfeld het testen van andere irrationele effecten met apen, zoals de framing problemen (het hangt van de presentatie van gegevens af hoe je besluit), de confirmation bias (mensen zoeken argumenten bij hun gevoelsmatig gevormde vooroordelen) en het bandwagon effect (mensen apen anderen na).
Ontleend aan The Economist, 21.6.2008: The endowment effect - It's mine, I'll tell you
Op de foto nostalgisch koren en een oude boerderij in herbouw: werkt het bezitseffect ook in de wens naar nostalgische multifunctionele landbouw?

dinsdag 19 augustus 2008

niet altijd zomer

Gefotografeerd op een gevel in Middelburg:

maandag 18 augustus 2008

Lijstje: consumptie verplicht

Er zijn drie betekenissen van "consumptie verplicht" zo schrijven mijn collega's Hans Dagevos en Erik de Bakker in een boekje met de gelijknamige titel en de veelzeggende ondertitel "een kleine sociologie van consumeren tussen vreten en geweten":
  1. het is een verplicht onderdeel van de hedendaagse sociologie

  2. het karakteriseert onze plicht om steeds meer te consumeren

  3. er wordt steeds meer samenhang aangebracht tussen consumeren en normatieve verplichtingen.

Van harte aanbevolen, deze kleine sociologie. Downloadbaar.

H. Dagevos en E. de Bakker: Consumptie Verplicht. LEI, mei 2008

zondag 17 augustus 2008

zomer in zeeland

Het was gisteren een topdag voor de Zeeuwse graanoogst, zo constateerden we met eigen ogen. Vermoedelijk door veel regen verlaat, want vanaf de hoge dijken was goed te zien hoe het water tussen de aardappelruggen stond.
Het rondje Zeeland leerde op elke stop weer wat. Zierikzee heet niet naar de zee, maar naar de kreek (de Ee als algemene aanduiding van waterloop) van ene Zierik. Dus Zierik's Ee. Overigens had de ANWB zijn geld ook wel mogen besteden aan het herstel van wat van de informatiebordjes, in plaats van die nieuwe grote borden a la francaise langs de snelweg.
We bezochten de Hoeve van der Meulen bij 'sHeer Abtskerke, dat kan nog een mooie multifuntionele uitspanning worden (hoewel het telen van zaaizaad voor akkerrandenbeheer wel erg afhankelijk is van het akkerrandenbeheer in het EU beleid). En we wandelden bij Nisse door de Poel. Mooi heggenlandschap. Altijd gedacht dat de heggen met hun prikkelige mei- en sleedoorns aangeplant waren als veekering, maar ze zijn ontstaan in de slootkanten waar het vee de spontane gegroeide bomen liet staan. En daarna werd het wellicht pas veekering.
Veel bessenteelt ook rond Nisse, dat was er vroeger bij mijn weten niet. Walcheren deden we in 1 keer in het miniatuur. Ze vieren het 50 jarig bestaan en nooit geweten dat het een uit de hand gelopen tijdelijke tentoonstelling is van een hobbywedstrijd, uitgeschreven na de herinrichting van Walcheren volgend op de inundatie van 1944.
Zo werd het een plezierig en leerzaam dagtochtje dat we op de Oude werf in Veere afsloten met mosselen. De mosselkwekers zijn in protest vanwege het milieubeleid. Begrijpelijk, behalve hun slogans. Het duurde bij mij een poosje tot ik via een poster op een havenpaal bij de Zierikzee 5 begreep waar "de groene leugen" over ging. En toen was ik bij Bru al de nodige spandoeken gepaseerd. Misschien dat een slogan als "geen mosselen in de pan zonder zaad van het wad" (met bijpassend foldertje uit te delen door de restaurants) toch helderder zou zijn.

zaterdag 16 augustus 2008

Go china

Wie ook genoeg heeft van die overdaad aan Olympische Spelen raad ik aan af te reizen naar Assen voor het andere China. Wij deden het vorige week. Er is een fraaie tentoonstelling over de terracotalegers van Xi'an. Ook voor agrarisch geinteresseerden want in slagorde staat er een hele veestapel uitgestald. Aan de dieren lijkt in 2000 jaar weinig verandert. Go China.

vrijdag 15 augustus 2008

groter en anders

Al een tijdje loop ik hier en op SITAG te beweren dat de ontwikkelingen in de primaire sector er toe leiden dat daar een enorme schaalvergroting plaats vindt die het model van het gezinsbedrijf ter discussie stelt.
Met instemming citeer ik dan ook Hans ten Cate, die onlangs afscheid nam van de raad van bestuur van de Rabobank:
"De schaalvergroting zal toenemen. Je kunt als ondernemer niet meer alles in 1 hand hebben. Het risico wordt te groot, niet alleen financieel, maar ook het risico dat iemand ziek wordt. Je zult naar een deling van het ondernemen en het in eigendom hebben van de grond gaan, dat roepen wij al langer. Dat gaat nu echt komen. En er zal clustering komen waarbij het ondernemersrisico in de zin van bedrijfsvoeringsrisico gespreid gaat worden en je ook kunt specialiseren."
Een mooie literatuurverwijzing, die gaan we nog gebruiken.

G. van Dijk: Hans ten Cate- toch een mooi model, de cooperatie in: Cooperatie, augustus 2008, nummber 595 p.8-10

donderdag 14 augustus 2008

Nog meer cooperatie

We hadden het hier gisteren over cooperaties. Het toetsenbord stond nog niet uit of ik las in het NCR blad Cooperatie een artikel van Onno van Bekkum over de internationalisatie van cooperaties. Zijn conclusie: de ondernemingen zijn sterk geinternationaliseerd, zowel in de vorm van export als van FDI - foreign direct investment (investeringen over de grens).
Maar cooperatief staat de internationalisatie nog in de kinderschoenen: velen hebben nu wel buitenlandse leden, soms zijn die ook in het bestuur vertegenwoordigd. Een paar (Campina en CR Delta) zijn internationaal gefuseerd. Dit speelt voornamelijk in onze buurlanden. Met van Bekkum denk ik dat dit in Europa nog maar het begin is.
Ook het interview met scheidend Raboman Hans ten Cate in het blad spreekt boekdelen: hij speculeert over samenwerking met Credit Agricole en de Duitse Raifeissen. En hij toont zich een aanhanger van de door Van Dijk en Klep (zie blog van gisteren) bepleitte democratie. Ook een ex-ABNAmro manager heeft leren inzien dat het mooi is dat je eerst een debat moet voeren met leden voor je de vestiging Dorpstraat Ons Dorp kunt sluiten. Waarbij vermeldt moet worden dat Van Dijk de interviewer was.
O. van Bekkum: Cooperatief Internationaliseren - hoe doet Nederland het?
G. van Dijk: Hans ten Cate: toch een mooi model, de cooperatie.
Beide in: Cooperatie, augustus 2008

woensdag 13 augustus 2008

cooperatie en democratie

Zorg dat de leden van je cooperatie na intern debat met hun handen stemmen en niet in onverschilligheid met hun voeten. Voice over exit. Dat is de boodschap van Gert van Dijk en Leo Klep in een boekje "Democratie en de grote economie" dat ik meekreeg bij het afscheid van de eerste auteur van de NCR.
Ik had het even laten liggen voor de zomervakantie, het leek me een zware titel en de sprong van Tjeenk Willlink over het gemis aan publiek debat en het functioneren van de cooperatie een niet geringe. Tot overmaat van ramp werd ik in de openingszin bij het doorbladeren al aangezet tot nadenken of het nu echt zo is dat de agrarische cooperaties tot de laatste bedrijven grote bedrijven die nog geheel in Nederlandse handen zijn (hoezo CR Delta en Campina en hebben we de mislukte fusie met Arla niet betreurd?) en dat we daar trots op moeten zijn.
Ik behoor tot die vermaledijde economen die niet staan te juigen dat ABNAmro een Italiaanse bank overneemt (behalve om het feit dat Italie zijn economie daarmee eens wat flexibiliseert) en als de zuinige Schotten royaal geld over hebben om de ABNAmro bij de Royal Bank of Scotland in te lijven omdat zij beter kunnen financieren dan wij- mij best. Het is business, geen voetballen.
Kortom ik had het boekje even laten liggen tot een mooie zomeravond, maar maandag heb ik het essay in 1 keer uitgelezen. Doe dat ook. Het bevat een uitstekend geschreven vergelijking tussen de buurtvoetbalvereniging en een cooperatie. Dat is alleen al de moeite waard.
Maar de auteurs maken mijns inziens ook het punt waar dat er meer debat nodig is om de democratie levend te houden en dat dit in de maatschappij en publieke sector mist, met allerlei zwevend kiezersgedrag naar extremen en afkeer van de politiek tot gevolg. Terecht wensen ze dat de cooperatie niet toe en roepen bestuurders op steeds weer het debat aan te gaan over de koers van de vereniging en zijn bedrijven.
Cooperatiebestuurders en bestuurden lezen dus dit essay. Gemakkelijk leesbaar, zoals je van deze auteurs gewend bent.

Op de foto spaanse olijfolie, na debat in de cooperatie bestemd voor de amerikaanse markt

dinsdag 12 augustus 2008

huismerk of niet?

Soms heb je net een studie afgerond en kom je nog weer nieuwe interessante literatuur tegen. Dat overkwam me vandaag bij het lezen van een artikel in het Franse blad Economie Rurale. Daarin bogen een aantal auteurs zich over de vraag waarom de ene een merkartikel koopt en de andere een huismerk-artikel (private label in het jargon van de retail). De resultaten hadden we prima kunnen citeren in een studie die we net voor de Europese Commissie hebben afgerond, want er is in de EU veel strijd tussen merkfabrikanten en detaillisten, waarbij vooral het mkb lobbyt voor meer bescherming van merken.
De oogst van het econometrisch onderzoek naar de aankopen van joghurt en pasta is allereerst dat het product niet uitmaakt. Ook de meeste socio-demografische variabelen (leeftijd, locatie, opleiding) zijn niet groot. Inkomen speelt wel een rol, althans bij de laagste inkomensklassen. Dat verbaast me niets want private label producten zijn gemiddeld zo'n 30% goedkoper.
Interessant is dat vooral aankoopgedrag een rol lijkt te spelen: winkelloyaliteit (dus veelal in dezelfde winkel kopen) gaat samen met de keuze voor het huismerk. Wat of hier de kip en het ei is doet er dan niet zoveel toe: de retailers hebben een grote prikkel om zich met het huismerk te profileren en zo klanten te binden in de strijd met de concurrent. Bij producten die niet 'in het centrum van de productgroep' staan (bij orginele verpakkingen, bijzondere ingredienten of samenstelling) krijgen nationale merken vaak de voorkeur, ook als een huismerk beschikbaar is.

F. Berges, D. Hassan and S. Monier-Dilhan: Les determinants de la demande en marques de distributeurs in: Economie Rurale 301, sept-okt. 2007

maandag 11 augustus 2008

lijstje: 10 geboden voor beleidadviserende economen

Van de Amerikaanse president Roosevelt is het grapje dat hij vroeg om een een-armige econoom als adviseur: hij was het wel zat dat 'on the one hand' en 'on the other hand'. Ik heb jarenlang een lijstje bewaard dat Don Paarlberg, een beroemd Amerikaans landbouweconoom annex beleidsadviseur van Purdue University, publiceerde in de eerste uitgave van het Amerikaanse blad Choices. Met daarin de tien geboden voor economen die politici adviseren:
  1. Get your economics straight ('Nobody expects you to be a political expert, but people do expect you to know your economics')
  2. Do not leak ('Report only to your boss'; 'if you have a poor memory, tell the truth, so you can remember what you said earlier')
  3. Do not be overly concerned with survival ('survival is a means, not an end')
  4. Be sure your boss wants an honest job
  5. Anticipate, probe and be objective ('try to anticipate issues and research them before they become emotional'; 'it is better to break new trails than to shift the ashes of the campfires laid by others')
  6. Do not be rigid ('research should be done in the spirit of inquire, and the essence of inquiry is that it is not too sure of the answers')
  7. Do not malign the bureaucracy
  8. Do not impugn a person's motives ('if you have a difference with a person, allow him a way to retreat with honor' - Eisenhower)
  9. Communicate well, respect deadlines ('a perfect report, oral or written, received after the deadline is useless'; 'be brief and use plain language')
  10. In special cases disregard the above

zondag 10 augustus 2008

van lieveling tot total loss

Wachtend op de Wegenwacht op een parkeerplaats langs de A12 werd mijn aandacht gisteren getrokken door een kop in de Volkskrant: "van lieveling tot total loss". Dat ging niet over ongelukken met cabrio's maar over biodiesel en voerde een Rotterdamse biobrandstoffenproducent op. Met zulke foute argumenten dat het hier niet onbesproken mag blijven.
Eerst maar even de meest foute redenering:
"Boeren die aardappels of tarwe telen, zetten eens in de vier jaar hun akkers vol met koolzaad om de grond tot rust te brengen. En er is 'genoeg' braakliggende grond in Europa om zonder probleem 17 procent van de brandstoffen op termijn met biodiesel bij te mengen"
.
Eerste fout: hier heeft iemand de klok horen luiden, maar weet niet waar de klepel hangt. Inderdaad kun je maar een keer in de vier jaar aardappelen telen en is er in een intensief bouwplan met aardappelen en bieten een tussengewas (breakcrop) nodig. Dat is veelal tarwe of een andere graansoort en geen koolzaad, dat vanwege aaltjes problematiek ook nog eens concurreert met suikerbieten.
Bij de graanboeren die vrijwel alleen tarwe telen zoals in Noord-Duitsland of Frankrijk is er ook een tussengewas wenselijk, en dat is vaak koolzaad. Daar zijn ook alternatieven voor zoals klaver of gras (voor veevoer) dus er is niet echt een technische verplichting koolzaad te telen. Sterker: sinds de prijsondersteuning in de EU verminderd is, loopt het koolzaadareaal fors terug.
Tweede fout: ook al is die verplichting of wens er, dat is dan al minstens 50 jaar het geval en de koolzaadolie wordt tot nu toe dus prima afgezet in bv. de margarineindustrie. Levert dus geen argument op waarom het nu ineens in biodiesel moet, en als je dat om een of andere reden toch doet, drijft het de prijs op van grondstoffen voor margarine. Niet voor niets is Unilever fel tegen biobrandstoffen.
Derde fout: hetzelfde geldt ook voor braakgrond. Het weer in productie nemen van braakgrond levert producten op die op allerlei wijzen kunnen worden benut. Benut je het voor biodiesel dan wordt de toepassing in alternatieve aanwendingen dus duurder dan in een situatie waarin je ook met braken stopt, maar geen biodiesel maakt.
Kortom: grond kun je maar op een manier gebruiken, en als je hem dus voor biobrandstoffen gebruikt, gebruik je hem niet voor wat anders zodat de prijzen van dat andere hoger liggen (hoeveel precies en hoe erg dat is, is een empirische vraag) dan in een situatie dat je meer van dat andere had geproduceerd. In het economenjargon: er is altijd een opportunity cost.
.
Afhankelijk van beleid
Uit het artikel blijkt dat de investeerders in raffinagecapiciteit voor biodiesel zich erg afhankelijk hebben gemaakt van de politiek. Eerst van de Europese politiek die een bijmenggebod kent (en dat volgens bronnen van de Volkskrant van 10% in 2020 naar 4% in 2015 zal worden teruggebracht). Die regeling is niet ingegeven door het idee dat dat hier moet worden geproduceerd, maar dat bevordering van bioenergie an sich goed is om ons minder afhankelijk te maken van aardolie.
Vervolgens blijkt dat de Amerikaanse overheid 300 dollar per ton subsidie betaalt, maar dat dit te weinig is om fossiele diesel de markt uit te drukken met als gevolg dat 80% van die productie naar Europa wordt geexporteerd waar bijmenging verplicht is. Zo halen wij met Amerikaanse staatssteun onze discutabele doelstelling wat goedkoper, maar de biodieselproducenten vinden dat ontoelaatbare dumping en staatssteun. Kunnen de Amerikanen van die bijmengverplichting ook wel stellen, zo lijkt me.
Kortom een mooi voorbeeld van hoge policy-risks van bepaalde investeringen. Voor ik me er nog meer aan had kunnen ergeren, had de private Wegenwacht al weer keurig de auto rijdende gekregen.

zaterdag 9 augustus 2008

Lijstje: technobabble uit de 1990s

Tijd voor een lijstje. Ik kwam een artikeltje uit 1995 tegen van ene Richard G. Ensman jr. met een lijst Buzzword of the 1990s. Hier een lijstje typerende, de toelichting is van mijn hand. Veel technobabble en new wave vocabulair, de ICT revolutie is in volle gang:
  1. benchmarking - afkijken of de concullega het niet beter doet
  2. bio break - even naar het toilet
  3. cyber- - voorvoegsel voor als dat met moderne techniek omgaat
  4. downsizing - afslanken vooral van personeel
  5. empowering - power to the people anno 1990
  6. migration - het ene systeem werkt nog niet of we zetten de data over naar het volgende
  7. ownership - toeeigenen uit betrokkenheid
  8. paradigm shift - bekijk het eens van een andere kant
  9. proactive - neem het initiatief
  10. real time - nu, live
  11. re-engineering - herontwerpen met als doel downsizing / empowering / migration etc.
  12. snail mail - post voor e-mail fanaten
  13. surfer - individu dat wat vaak van baan of partner wisselt (of beide)
  14. value-added - toevoegen van een ongrijpbare kwaliteit
  15. wake-up call - waarschuwing dat de tijden veranderen

vrijdag 8 augustus 2008

windboeren

Boeren die van de wind willen leven moeten een molen bouwen en energie verkopen (of hun grond verhuren voor zo'n molen). Vroeger kon je gewoon de wind verkopen, wel net zo handig.
Economen zijn dol op voorbeelden waaruit blijkt dat de wetten en normen ('instituties') een economische basis hebben. En dit is er zo eentje. Een molen moet wind kunnen vangen (tegenwoordig spreken ze van een molenbiotoop) en daarom was er een "recht van de wind". Net als veel andere rechten was dat oorspronkelijk van de Karolingse koningen, daarna van de graven van Holland en Zeeland en nadat we Philips II hadden afgezworen kwam het recht aan de Staten der provincien.
.
Veelal bepaalden de staten dat er in de omgeving van molens niet mocht worden gebouwd en bomen moesten worden geknot. Regelgeving dus. Dat kon ver gaan. Hier bij ons aan de dijk waar wij wonen speelde in 1763-1775 een zaak waarin uiteindelijk de Staten van Holland en West-Friesland op 19 juli 1769 bepaalden dat er een complete boerderij met beplanting het veld moest ruimen omdat hij binnen het windrecht van een van de molens van de Eendragtspolder was gebouwd. (Niet meer klagen dus dat je tegenwoordig niets meer mag, als je nu een schuurtje moet afbreken vanwege het bouwbesluit).
Maar er werd ook voor windrecht betaald. Windhandel dus. Degenen die betaald werden in de omgeving van de molen moesten hun graan dan weer wel bij die molen laten malen. Hoe het precies werkte vertelt mijn bron helaas niet. De prijsvorming van het recht lijkt me erg lastig: het is pure monopsony: 1 potentiele koper en 1 potentiele verkoper; net als bij de onderhandelingen tussen werkgevers en werknemers is er geen keuze van een andere partij en de uitkomst ongewis.
.
Toen de molens vervangen werden door stoom-, diesel en electrische bemaling, werd het steeds lastiger om schade te claimen bij de rechter op basis van de keuren van de hoogheemraadschappen. Daarmee kwamen de keuren onder druk te staan (tot vreugde van de economen die hun theorie bevestigd zien: alles wat waardeloos is is weerloos). Molens waren er voor een mooi aangezicht en er werd volop omheen gebouwd. Pas rond 1990 kwamen de molenfans met het punt dat molens ook moeten kunnen draaien en werd er ook weer graan gemalen. En daarmee deed de molenbiotoop zijn intrede. Misschien moeten de oude keuren en rechten ook weer in ere hersteld.
.
Ontleend aan een artikel van G. Ottenvanger in Molenmagazine 2008; blad van de vereniging molenvrienden rottemeren.

donderdag 7 augustus 2008

kunst moet

Kunst is allang niet meer iets voor het museum. Het stelt op straat zaken in de maatschappij aan de orde. Dit roept de vraag op of je kunst ook als instrument kunt gebruiken om zaken aan de orde te stellen en te veranderen.

Dat kan, maar de gevolgen zijn niet te voorspellen en soms anders dan je vooraf had gehoopt, zo blijkt uit "Kunst als schroevendraaier", een boekje van een paar van mijn Wageningse collega's. Met mooie voorbeelden zoals kunst om Allerzielen weer op de kaart te zetten. Of het El Hema project.

Weinig of geen landbouw- en rurale voorbeelden in dit boekje. En hoewel er wel voorbeelden zijn van projecten waarin kunstenaars vragen oproepen bij de huidige ontwikkelingen op het platteland, is de impliciete boodschap dus: doe meer met kunst in agrarische veranderingen.

Pat van der Jagt, Josine Donders en Marlies Brinkhuijsen: Kunst als schroevendraaier. Alterra Wageningen ISBN 978-90-327-0360-8

woensdag 6 augustus 2008

tragedie van de gemene weide

The Economist van afgelopen zaterdag stoft de theorie van de gemene weide (The tragedy of the commons) weer eens af, aanleiding is het congres van de International Associations of the Commons. We hebben dus te maken met een serieus, maar niet onomstreden wetenschappelijk inzicht.
Omdat ook in Nederland, o.a rond de visserij, de files, de milieuvervuiling, om de haverklap naar de theorie wordt verwezen, laat ik je maar even meegenieten - heb ik het ook weer op een rijtje.
Het gaat allemaal terug op een artikel van een hoogleraar in de biologie, Garrett Hardin, die in 1968 'The tragedy of the Commons' publiceerde. Met het beeld van de gemene weide (de meent, the commons): elke gebruiker van een gemeenschappelijk goed heeft er belang bij dat voor zijn eigen nut zo intensief te gebruiken als voor hem profijtelijk is. Als er goed gras groeit neemt iedereen er een koe bij. Maar de kosten van de overbegrazing worden door alle herders gedeeld, 'therein is the tragedy'. Ik citeer als ik het moet uitleggen altijd het Spaanse spreekwoord: "de gemeenschappelijke koe wordt goed gemolken, maar slecht gevoerd".
Hardin had veel succes met zijn Science paper. Engeland had tot de 18e eeuw gemeenschappelijk grondbezit gehad, en toen dat geprivatiseerd werd (de enclosure beweging) trad er een agrarische revolutie op. Het voorbeeld suggereerde ook dat de commons een beetje achterlijke organisatievorm was, iets voor oude vissersgemeenschappen en pygmeeenstammen. Het zou maar beter zijn om de gemeenschappelijke weide te privatiseren in prive-eigendom (zodat iedereen de gevolgen van zijn beslissing merkt) of in overheidseigendom te nemen (zodat de toegang gereguleerd kon worden).
.
Economen en antropologen
Economische theoretici waren er snel bij om uit te leggen dat gemene / gemeenschappelijke goederen tussen de publieke en private goederen in zitten. Met de publieke goederen hebben ze gemeen dat gebruikers niet kunnen worden uitgesloten, dat is te duur om te organiseren. En met private goederen hebben ze gemeen dat er rivaliteit is: wat de ene gebruiker doet met het goed, kan de ander niet meer doen (bij de echte publieke goederen is dat niet zo: of we nu met 2 of 20 man onder de straatverlichting staan of langs de vuurtoren varen, daar heeft de 21ste geen last van). Daardoor is er een extern effect van de gebruiker op andere gebruikers, en dus is er meer gebruik dan goed is.
Hoe fraai dit theoretisch ook is, het is niet onomstreden. Economen en antropologen willen het nog wel eens oneens zijn, maar in dit geval kwamen beide groepen met allerlei voorbeelden aanzetten waar tientallen jaren of soms al eeuwen gemeenschappen gemeenschappelijk bezit hadden gemanaged zonder veel problemen. Zwitserse alpenweiden, japanse bossen, spaanse irrigatiesystemen - het werkt prima. Sommige irrigatiesystemen bleken efficienter te werken dan die in overheidshanden of in privaat bezit. Insititutioneel economen doceren nu dat daar waar er geld te verdienen is door je te organiseren, mensen zich ook zullen organiseren: er ligt immers geld op straat dat je door organisatie kunt oprapen.
.
Governing the Commons
In 1990 zette Elinor Ostrom de regels op een rijtje die gebruikt worden om een gemeen bezit succesvol in stand te houden:
  • er zijn vrijwel altijd regels of conventies of wie het gemene goed mag gebruiken en wanneer
  • wat je uit het bezit haalt moet in relatie zijn tot wat je er in stopt
  • gebruik moet in overeenstemming gebracht kunnen worden met de gezondheidstoestand van het gemene goed
  • iedereen die er gebruik van maakt moet iets over de regels te zeggen hebben (democratische legitimering)
  • er wordt meestal meer aandacht besteed aan monitoren van misbruik en conflictoplossing dan aan sancties en straffen
  • en de definiering van het gemene goed kan er toe doen.

Overheden voegen lang niet altijd wat toe, zo blijkt uit het Economist artikel: de Sahel drama's zijn veroorzaakt doordat overheden door de regels van de nomadenstammen heen banjerden. De Rijn is schoon geworden door lokale actiegroepen, steden, ngo's en regionale overheden zich met dit vervuild gemeenschappelijk bezit gingen bemoeien, niet door de Internationale Rijncommissie.

Enfin, intussen zijn de commons een groei-industrie geworden, waarin er steeds nieuwe worden ontdekt (stilte, duisternis, de A12, de Noordpool) ook al schijnt Hardin later te hebben toegegeven dat zijn paper een wat al te ruime titel had, en beter 'The tragedy of the unmanaged commons' had kunnen heten. Maar ook die lijken er nog genoeg.

uit: The Economist: Commons Sense, 2.8.2008

dinsdag 5 augustus 2008

lijstje: 4 europese economien



Weer eens een lijstje. En wel uit de 2005 studie van het Brusselse Breugel institituut, die naar zijn auteur ook wel bekend staat als het Sapir rapport. Hij deelde de landen in op twee criteria: in welke mate ze voor veel mensen werk creeren en in welke mate ze kans zien mensen uit de (relatieve) armoede te houden. En dat kwadrant leidt tot vier groepen:
  1. de Mediterranen (Griekenland, Spanje, Italie): presteren op beide maatstaven niet best, de sociale uitgaven gaan vooral naar pensioenen en de werkgelegenheidspolitiek kenmerkt zich vooral door zeer lastige ontslagprocedures (zodat bedrijven de mensen ook niet aannemen)
  2. de Continentalen (Frankrijk, Belgie, Duitsland): hebben goede sociale systemen zodat er weinig armoede is, maar het is er lastig mensen in de arbeidsmarkt te laten participeren
  3. de Anglo-Saksen (VK en Ierland): hoge werkgelegenheid, maar ook grote inkomensverschillen
  4. de Noorse landen (Denemarken, Zweden, Finland en Nederland): scoren op beide goed met sociale systemen maar ook werk- of scholingsplicht voor werkelozen en de werkgelegenheidspolitiek houdt zich niet bezig met bescherming van banen die mensen hebben maar met beschermen van mensen door ze om te leren gaan met vernieuwing in d economie.

Economist, 2.8.2008 Charlemagne

maandag 4 augustus 2008

beste koeien



"De beste koeien zijn de koeien die de boer niet kent".

Mooie uitspraak van een boer afgelopen week in het vakblad De Boerderij. Speciaal voor mensen die het romantische beeld hebben dat een boer al zijn koeien kent, van Marietje21 tot Wilma12. Voor de oorlog waren er al enkele bedrijven die bijna 100 koeien molken, zo legde iemand die het gedaan had me dit weekend uit. Dat is nog altijd meer dan het aantal dat de huidige Nederlandse melkveehouderij nu gemiddeld melkt. En de beste daarvan zijn probleemloos, die vallen niet op, die kent hij niet.

zondag 3 augustus 2008

Freegans

De Freegans komen er aan. Voor wie het nog niet wist, dat zijn mensen die hun [veganistisch] eten gratis uit de weggooi-containers van de supermarkten halen. Met name in Engeland overigens. Het AD had er vrijdag een rapportage over, van een journalist die dat woensdag al op TV liet zien.
Daarmee wordt ook een discussie opgroepen of productieverliezen in de retail immoreel zijn - gezien honger in de derde wereld of armoede bij dure voedselprijzen in prachtwijken-, en bijvoorbeeld immoreler dan voor een paar kilometer de auto pakken, of productieverliezen in de gloeilampenfabriek.
De vraag werd eerder ook al opgeroepen bij het maken van een rapport op het LEI over voedselverliezen. Persoonlijk denk ik dat voedselverliezen even immoreel zijn als de productieverliezen in de gloeilampenfabriek, een half lege bioscoopzaal, of de stapel boeken die zelfs bij de Slegte niet verkoopbaar is. Productieverliezen zijn altijd jammer, het is schade waardoor we een hogere prijs betalen voor wat we wel kopen en dus hebben de producenten zoals supermarkten een goede prikkel om die verliezen zoveel mogelijk te verminderen. Maar ook verminderen van verliezen kost geld, dus er is altijd een optimale hoeveelheid verlies.
Maar sommige mensen zien voedsel als speciaal - hoewel een beetje minder eten in het westen nauwelijks of geen invloed heeft op de problemen in Afrika. Of maken zich terecht zorgen over uitputtende grondstoffen - hoewel sommige voedselproducten daar minder mee te maken hebben dan auto's met olie (maar andere weer wel). Economen als ik die dat bij voedsel niet immoreler vinden dan bij boeken, gaan er vanuit dat er niet een absoluut gebrek is aan voedsel (in principe kan de wereld iedereen voeden); en als je boeken niet verkoopt, heb je teveel hout gekapt, en daar had gras kunnen groeien waar koeien vlees op hadden kunnen produceren; dat niet verkochte boek is dus even immoreel.
.
Veel van het eten dat verkeerd is ingekocht (de manager bestelt broccoli, wij willen ineens sla omdat er in de krant een recept over stond, of het weer toch mooier is dan we dachten) of per ongeluk in de winkel is gezet (vakkenvullers zetten alvast de potjes met een langere houdbaarheidsdatum en niemand neemt degene die er al stonden met de kortere houdbaarheidsdatum) of waarvan het blik is gedeukt, krijgt in Nederland weer een goede bestemming. Soms via de Voedselbanken, meestal naar de varkens via de veevoer industrie en het wordt daar weer opgewerkt tot karbonades - zodat de verspilling van grondstoffen wordt beperkt.
.
food miles
Het AD artikel was op dit punt verrassend: de Engelse supermarkten zijn veel verkwistender dan de Nederlandse. We wisten dat van de Amerikanen (hebben teveel ruimte en kopen grote vakken in, anders verkoopt het niet, maar gooien het ook weer weg), maar omdat Engelse supermarkten zeer trendzettend zijn, verbaasde me dat. In Nederland hebben we blijkbaar een goede veevoerindustrie die inspeelt op hergebruik, ook van allerlei afval uit de voedingsmiddelenindustrie - en die pakken de retail even mee. In Engeland is dat veel minder het geval.
En dan maar met food miles proberen te meten of de producten die je verkoopt niet teveel transport hebben gehad. Ik vond dat al een zeer beperkte indicator voor duurzaamheid, maar hier is nog een punt van kritiek: het meet alleen de inkoop, niet het afval. Daar moeten ze ook eens wat aan doen daar in het VK. Daar hebben die freegans wel gelijk in.

vrijdag 1 augustus 2008

beelden van de Loire


Beelden werken sterker dan tekst. Een lokale politicus van VVD huize is zich daar ook van bewust en heeft in de strijd voor meer asfalt het argument opgeworpen dat er veel minder asfalt is dan we denken: op de weg kijk je vooral vooruit en zie je meer asfalt dan omgeving, en op de autokaarten worden wegen naar verhouding veel breder weergegeven dan ze in werkelijkheid zijn. Dat leverde terecht een forse repliek uit de linkse hoek op dat de deskundigen nu toch wel uitgaan van het beeld dat meer asfalt niet helpt, en maatregelen zoals in Londen (rekeningrijden met goed openbaar vervoer) wel.
.
Klimaat
Het KNMI heeft ook ontdekt dat beelden goed werken als het om het klimaat gaat. Nu eens niet van ijsberen maar door plaatsen uit Frankrijk met hun jaren tachtig weer te plaatsen op de Nederlandse landkaart overeenkomstig ons huidige weer. En wat blijkt: wij hebben nu het weer waarvoor je 25 jaar geleden naar de Loire moest afreizen. Een huisje in Frankrijk hoeft dus niet meer. Nu nog een chateau met rose d'anjou in de polder.
.
Cabrio
Een mindere kant van dat klimaat is dat er mensen zijn die dan het beeld hebben dat ze een cabrio moeten gaan kopen en daar op een proefrit ondeskundig mee rond rijden, zodanig dat iemand anders (ik in dit geval) er op botst - zelfs als hij alleen maar op de weg let. Alleen materiele schade gelukkig, maar toch.
Iedereen ter linker en zelfs ter rechterzijde maakt zich zorgen over de klimaatsverandering, maar het effect is dat we extra olie aanboren op de Noordpool en een cabrio gaan kopen. Ik heb niet het beeld dat dit soort gedragseffecten ook in de klimaatsmodellen zitten.