Van Zigeunerin tot Pink Lady - onder die titel beschrijft Jan de Jonge de geschiedenis van de Zeeuwse fruitteelt in een Nederlandse context in Archief 2022-I van het KZGW. Een lang en boeiend verhaal. Ik pik er met economische blik een paar punten uit ter stimulering om het helemaal te lezen.
Allereerst dat de vraag er toe doet: na 1700 nam de vraag uit de steden af, en prompt daalde het areaal. De vernieuwing van de fruitteelt vond vooral na 1890 plaats en daarin speelden investeerders en investeringsmaatschappijen een grote rol. Met half-hoogstammen en daartussen geen weiland maar bessen.De auteur geeft ook een mooie uiteenzetting van de voordelen van het veilingsysteem, ook voor de handel en laat zien hoe die hier en daar het voortouw nam voor het organiseren van een veiling. In WO I wordt dat verplicht en ontstaat veildwang (als de overheid de verplichting instelt heeft het dwang, als de coöperatie dat doet in de statuten heet het plicht).
Boeiend is ook hoe de introductie van spil-stammen met 2000 a 3000 bomen per ha in plaats van de 100 hoogstambomen (die wel 100 jaar kunnen worden) voor de oogst in volwassen stadium niet veel uitmaakt. Maar het duurt lang voor de hoogstam volgroeid is, en de spilbomen komen direct al tot een hoge productie van 10 kg per boom, net zoveel als de hoogstam in die eerste jaren. Na 10 jaar is het verschil per ha wel weg. De hoge kapitaalintensiteit van de vele bomen wordt echter in die eerste 10 jaar terugverdiend. En denk ik dan: vooral bij hogere rentes hebben die eerste jaren een doorslaggevende rol. Ook boeiend hoe in de appelteelt de rasverbetering sterk is, gezien ook de namen in de titel van het artikel. Bij peren, die nu de overhand hebben, is de Conference niet weg te branden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten