Naar de schepper Gerardus Jannink, een textielfabrikant die op zijn 36ste president-directeur was van de katoenspinnerij in het gelijknamige familiebedrijf en van zijn moeder, een Van Heek, de kavel grond cadeau kreeg. Jannink (geboren in 1900) was geïnteresseerd in landbouw en pikte uit Amerika het idee op van ronde akkers. Je zou door steeds vanuit het midden te ploegen, zaaien en oogsten en dan in rondjes te blijven rijden, geen tijd meer kwijt zijn aan het draaien van de machines op de kopakker (wendakker). Jannink ontwikkelt er speciale tractoren voor met vaste doorlopende assen en met een ketting verbonden met een paal in het middelpunt van de cirkel draait deze perfecte, steeds grotere rondjes. Rogge, haver, tarwe en later mais zijn de gewassen die Jannink er teelt.
In 1991 zijn de Mandercirkels als grootste land art project van Nederland overgedragen aan het provinciale landschap Overijssel. Uiteindelijk loonde het niet: de niet beteelde hoeken rond de ciirkel maakten het inefficiënt.
Ik vraag me af of het in de VS wel is doorgezet (de cirkels die je daar uit het vliegtuig ziet worden in de regel veroorzaakt door de beregeningsapparatuur). En zo ja dan kan een econoom het verschil wel verklaren: daar was grond goedkoop en arbeid relatief duur, dus het niet gebruikte overhoekje kost minder en het wenden op de kopakker meer dan in Twente, waar grond relatief duurder was.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten