Dit weekend las ik de nieuwste editie van het onvolprezen blad Vork, dus ik maak even reclame. Drie verhalen boeiden mij het meest. Allereerst een goed achtergrond verhaal over genetische modificatie. Dat hebben we nodig om de veredelingstijden te versnellen in de race tegen droogte en ziektes, maar het ligt ook gevoelig (en is in Europa zwaar aan banden gelegd) na capriolen van wetenschappers met o.a. het schaap Dolly en de weinig succesvolle Leidse stier Herman en door het bedrijfsleven met RoundUp ready. De industrie wil de opvattingen kantelen, maar ziet, zo blijkt uit het verhaal, duidelijk op tegen een maatschappelijk debat. En of je het pleit gaat winnen met het voorbeeld van de sla die dan zorgt voor allemaal hamburger-proof gelijke slablaadjes vraag ik me af - hoewel het natuurlijk tot minder voedselverspilling leidt. Tegenstanders van gmo hebben meer met regeneratieve landbouw, maar dat blijkt volgens een andere rapportage een volstrekt ongedefinieerde term die misbruikt wordt voor greenwashing.
Een tweede verhaal dat me boeide was dat van de kersverse dr. Mirjam Schoonhoven die in de vrij recente keten van zonnebloem-oliezaden in Oeganda ontdekte dat de handelsketens best efficiënt zijn en dat veel te makkelijk de ideologie van de coöperatie door westerse hulpverleners als interventie wordt toegepast. Rurale handelaren hebben een collecterende rol, van kleine dorpshandelaren tot grote regionale handelaren met tal van functies, ook rond kredieten en kennis. Dat kunnen heel efficiënte systemen zijn, zo weten economen. Coöperatie is een reactie op te hoge marges, veelal door samenspanning en monopolies in die markten, maar daar hoeft helemaal geen sprake van te zijn (zeker in de wereld van de mobiele telefoon waarin informatie snel stroomt tussen verre afzetmarkten en de boer) . Overigens meldt het verhaal in Vork niet of de onderzoeker ook de efficiency van de markt (en de margeverdeling) heeft gemeten. Misschien toch nog eens het Wageningse proefschrift lezen: Making institutions viable.Tot slot een onthullende bijdrage over Gaia-X, de cloud-omgeving die de EU probeert uit te rollen om ons minder afhankelijk te maken van de dataopslag op andere continenten. Waarbij overigens Huawei en Google gewoon mee mogen doen, als ze zich maar aan de regels houden. De hyperscales van die partijen worden dus niet meteen waardeloos. In Nederland rolt TNO het uit. Terecht bediscussieert het artikel of dit nu bijdraagt aan verdere data uitwisseling in de landbouw en voedselketens. Zelf heb ik ook de indruk dat boeren zich meer zorgen maken over wat er met hun data gebeurt en bij welke ketenpartijen die terecht komt dan de vraag in welke cloud die data zit. Gaia-X zal met killer-apps aan de man moeten worden gebracht, maar als apps al niet zo killing zijn (met goede voorwaarden voor dataverkeer) dat een boer een Amerikaanse server voor lief zou nemen, is de app vermoedelijk niet een killer (van het wanttrouwen) maar killing voor smart farming. Of wel, een boer koopt geen management pakket omdat het op een Europese in plaats van een Amerikaanse server draait. Wat nog niet wil zeggen dat een Europese cloud niet nuttig is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten