Pagina's

maandag 1 maart 2021

Maandag Mythedag: EU steun

In onze reeks over mythes die de wereld uit moeten, vandaag maar eens aandacht voor de steun die boeren krijgen van de Europese Unie in het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. Dat levert boeren ca. 375 euro per ha op. En de maatschappij de nodige discussie. Vandaar aandacht voor de stelling

 De Nederlandse landbouwsector wordt in leven gehouden door steun van de EU 

Het feit dat de Europese belastingbetaler elk jaar vele honderden miljoen over maakt naar boeren wil nog niet zeggen dat de boer zelf daarvan profiteert.  Een deel wordt doorgegeven aan de grondeigenaar via pacht en voor een deel wordt daardoor ook de grond zelf duurder, bedrijfsovername door de volgende generatie lastiger en de benodigde bedrijfsuitbreiding kostbaarder. Hoe groot die kapitalisatiefactor is, weten we niet precies. De schattingen lopen fors uiteen en bij mijn weten is het voor Nederland in de laatste jaren bij het huidige systeem niet echt goed geschat. In Beieren komt een redelijk recente schatting op 30%: van elke euro steun gaat er 30 cent naar de grondeigenaar. Voor zgn. less favoured area payments is dat nog hoger (Klaus Salhofer et al in de ERAE 2021 #1)

En soms moet de boer er ook nog wat voor doen of voor laten, zoals het telen van drie gewassen. Dat deden boeren veelal toch al, maar sommige eisen brengen wel degelijk kosten met zich mee.  Maar er resteert dus na aftrek van kosten en afdracht aan de grondeigenaar nog een aardig bedrag aan steun. Op een beetje normaal akkerbouw- of melkveebedrijf (voor aftrek van die kosten) al snel iets tussen de 20 a 30.000 euro ofwel 40% en meer van het inkomen, afhankelijk van het jaar. 

Sommigen bagatelliseren dit door het uit te drukken in een percentage van de omzet van een bedrijf, en dan is het maar een klein percentage. Maar dat is niet een heel erg juiste voorstelling van zaken. Er is geen enkele reden waarom de ondernemer met deze betaling uit Brussel moet gaan ondernemen en kosten maken.. Het mag rechtstreeks als inkomen worden gezien. En dus is een groep boeren wel degelijk zeer afhankelijk van die steun en komt in de problemen als je die in 1 keer afschaft.

Wat de stelling echter tot een mythe maakt is dat een grote groep van deze bedrijven het ook wel zou redden zonder die steun als het langzaam wordt afgebouwd. Sommigen zouden dan niet worden opgevolgd door de volgende generatie, maar anderen zouden daardoor goedkoper kunnen uitbreiden. De sector komt dus zeker niet in gevaar en de meeste bedrijven vermoedelijk uiteindelijk ook niet. Maar een pijnlijk aanpassingsproces kan het wel worden, vooral als je er snel een streep door zet.

Dat veel bedrijven het zullen redden komt ook doordat er een heel grote groep is die maar weinig krijgt of zelfs niets krijgt of aanvraagt en in het verleden er ook niet voor in aanmerking kwam. Dat zijn de tuinders inclusief boomkwekers, bollenboeren en fruitbedrijven. Ook de varkens- en kippenbedrijven hebben nauwelijks grond en daarmee ontvangen ze nauwelijks betalingen per ha. Sommigen van die tuinders krijgen ze pas sinds 2014, voor die tijd kwamen ze niet in aanmerking. Die groep wordt dus al helemaal niet in leven gehouden door de uitkeringen.

Kortom: dat de Nederlandse sector zou leven op de steun is een mythe. Dat geldt ook voor veruit de meeste bedrijven. Maar als je de directe betalingen in korte termijn helemaal zou afschaffen dan heeft een groep bedrijven wel een fors probleem. 

Wie af wil van de betalingen moet ze langzaam in hoogte verlagen waarbij je de bedrijven die ze toch niet nodig hadden en hebben verder met rust kunt laten en het geld kunt besteden aan contracten voor groenblauwe (biodiversiteit)diensten waar de bedrijven die ze nodig hebben dan een inkomen mee kunnen verdienen. Die krijgen dan per saldo meer, maar zullen er ook kosten voor moeten maken zodat ze op hetzelfde inkomen uitkomen - zonder dat ze voortaan nog hun hand hoeven op te houden. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten