In hun verhaal over goedkoop voedsel citeren Patel en Moore (zie de blog van gisteren) uitgebreid Fernand Braudel (van Middellandse zee faam) die beschreef hoe de "gewassen van de beschaving"rijst, mais en graan (misschien moet je tarwe zeggen, de anderen zijn ook granen) uiteenlopende vormen van macht, werk, gastronomie en natuur hebben opgeleverd. Ik doe dat dus hier ook maar even. Braudel, in vertaling:
"Europa koos voor tarwe, dat de bodem uitput en het nodig maakt dat die geregeld even met rust wordt gelaten. Dat maakte dat veehouderij voor de hand lag. Wie kan zich de geschiedenis van Europa voorstellen zonder ossen, paarden, ploegen en karren? Als gevolg van die keuze heeft Europa altijd landbouw en veeteelt moeten combineren. men heeft er altijd vlees gegeten. Rijst ontwikkelde zich uit een vorm van tuinieren, een intensieve cultivering waarin de mens geen ruimte voor dieren kon toestaan. Dat verklaart waarom vlees slechts een klein deel uitmaakt van het voedingspatroon in gebieden waar rijst wordt verbouwd. Mais is waarschijnlijk de eenvoudigste en handigste manier om aan je dagelijks brood te komen. Het groeit bijzonder snel en hoeft nauwelijks te worden verzorgd. Door de keuze voor mais als belangrijkste gewas bleef er tijd over en werd de dwangarbeid van keuterboeren aan de enorme monumenten van de indiaanse culturen mogelijk. De samenleving eiste de arbeidskrachten die de rest van de tijd op het land werkten maar zo nu en dan op".
weblog over de toekomst van de Nederlandse landbouw en het platteland. Gemotiveerd vanuit het werk als econoom, de nevenfuncties als bestuurder en de woonomgeving van de moderator, maar als persoonlijke stellingname geheel buiten de verantwoordelijkheid van mijn werkgevers - zoals het hoort bij een weblog.
Pagina's
▼
dinsdag 31 maart 2020
maandag 30 maart 2020
Duitse Boerenoorlog
"Het kapitalisme is geen systeem waarin het geld zich overal bevindt, maar eerder een systeem waarin eilanden van geld bestaan in uitgestrekte zeeën van goedkope - of potentieel goedkope- natuur.". en "Het hele systeem functioneert goed wanneer machtige staten en kapitalisten de wereldwijde natuur naar hun hand weten te zetten, zo min mogelijk hoeven te investeren en zoveel mogelijk voedsel werk, energie en grondstoffen kunnen verzamelen met zo min mogelijk verstoring". Aldus Patel en Moore in het boek dat we hier gisteren ook bespraken.
Mooi citaat in dat kader van Georgius Agricola, de eerste moderne geoloog, 'De wouden en bosschages worden gekapt, want er is behoefte aan een eindeloze hoeveelheid hout voor de bouw, voor machines en voor het smelten van metalen". En daarmee verdween ook veel andere biodiversiteit zo stelde hij vast. We hebben het dan over 1525, de Duitse Boerenoorlog toen voor het eerst de honderdduizend arbeiders actief in de Centraal-Europese mijnbouw (op zoek naar zilver voor goedkoop geld) en boeren (waarbij met name keuterboeren afhankelijk waren van de gemene bossen) in opstand kwamen.
Mooi citaat in dat kader van Georgius Agricola, de eerste moderne geoloog, 'De wouden en bosschages worden gekapt, want er is behoefte aan een eindeloze hoeveelheid hout voor de bouw, voor machines en voor het smelten van metalen". En daarmee verdween ook veel andere biodiversiteit zo stelde hij vast. We hebben het dan over 1525, de Duitse Boerenoorlog toen voor het eerst de honderdduizend arbeiders actief in de Centraal-Europese mijnbouw (op zoek naar zilver voor goedkoop geld) en boeren (waarbij met name keuterboeren afhankelijk waren van de gemene bossen) in opstand kwamen.
zondag 29 maart 2020
Klimaatsverandering omstreeks 1000
Nog even terug naar het boek van Patel en Moore over de Wereldgeschiedenis in 7 goedkope zaken 9zie de blogpost van eerder deze week). Ze leggen uit hoe na de val van het Romeinse rijk honderden jaren later de boel weer op gang kwam. Rond 950 werd het voor 300 jaar wat warmer op aarde. Althans rond de Noordelijke Atlantische Oceaan. De winters werden milder en de landbouwseizoenen langer. De landbouw kwam naar het Noorden, in het Zuiden van Noorwegen waren er wijngaarden.
De bevolking van Europa verdriedubbelde.bijna in de 500 jaar na het jaar 800 en bereikte de 70 miljoen. Er ontstond een landbouwoverschot en steden. Mogelijk dat 20% van de bevolking buiten de landbouw werkte. Het leidde ook tot expansiedrift, waaronder de kruistochten (ten aanval tegen het rijke Midden-Oosten) en de reconquista van het Iberisch schiereiland. Maar ook binnen Europa was er expansie. het feodale systeem lukte dat zonder al te veel centraal gezag. Tegen de 14e eeuw was er 6 keer zoveel grond in landbouwkundig gebruik: een derde van de totale oppervlakte. Bos werd gekapt.
Na 1250 werd het weer kouder.en natter. 1315 was een rampjaar met een verregende zomer, mogelijk door de vulkaanexplosie van de Mount Kaharoa in Nieuw Zeeland. De bevolking in Europa nam met bijna 20% af door wat de Grote Hongersnood is gaan heten, en die tot 1322 duurde.
De bevolking van Europa verdriedubbelde.bijna in de 500 jaar na het jaar 800 en bereikte de 70 miljoen. Er ontstond een landbouwoverschot en steden. Mogelijk dat 20% van de bevolking buiten de landbouw werkte. Het leidde ook tot expansiedrift, waaronder de kruistochten (ten aanval tegen het rijke Midden-Oosten) en de reconquista van het Iberisch schiereiland. Maar ook binnen Europa was er expansie. het feodale systeem lukte dat zonder al te veel centraal gezag. Tegen de 14e eeuw was er 6 keer zoveel grond in landbouwkundig gebruik: een derde van de totale oppervlakte. Bos werd gekapt.
Na 1250 werd het weer kouder.en natter. 1315 was een rampjaar met een verregende zomer, mogelijk door de vulkaanexplosie van de Mount Kaharoa in Nieuw Zeeland. De bevolking in Europa nam met bijna 20% af door wat de Grote Hongersnood is gaan heten, en die tot 1322 duurde.
zaterdag 28 maart 2020
het leger en de markt
Na de 80-jarige oorlog voerde de Republiek der Verenigde Nederlanden tot 1813 nog 80 jaar oorlog. Wat nog al wat schade aan het platteland toebracht, onder andere via inundaties. De vraag die Roelof van Gelder stelt in zijn boekbespreking in de NRC van een nieuw naslagwerk over krijgsgeschiedenis is een economische. Allereerst was Holland ongelooflijk rijk en kon veel en goedkoop lenen voor zowel het landleger (tegen vooral de Fransen maar we hebben ook nog tegen de Zweden gevochten) als de marine (tegen de Engelsen). De tweede reden is een organisatorische:: het krijgsbedrijf was geprivatiseerd en gaf daarmee goede prikkels aan de legeronderdelen en kon makkelijk opschalen. Regimenten, compagnieën en scheepsbemanningen waren private ondernemingen, de soldaten in dienst bij hun officier. Die betaalde zijn mannen zelf en kocht op de private markt wapens, kleding en voedsel. Vervolgens diende hij de rekening niet meteen in bij de staat maar bij de zgn. solliciteur-militair. Dat was dus een financier van het leger-onderdeel die later de rekening met rente en flink honorarium bij de staat indiende. Deze financieringsconstructie zorgde voor een regelmatige uitbetaling van de soldij en voorkwam muiterij als bij de staat de belastingopbrengsten tegenvielen.
Officieren waren vaak van adel en veelal uit gegoede achtergrond. Ze konden dus ondernemen. De rekruten kwamen van het Europese platteland uit het leger der werkelozen. Bij de marine zag je overigen wel meer carrières op basis van kundigheid zoals bij Michiel de Ruijter en minder op basis van het netwerk van de adel.
Marc van Alphen, Jan Hoffenaar, Alan Lemmers, Chistiaan van der Spek: Krijgsmacht en handelsgeest, Boom uitgeverij.
Officieren waren vaak van adel en veelal uit gegoede achtergrond. Ze konden dus ondernemen. De rekruten kwamen van het Europese platteland uit het leger der werkelozen. Bij de marine zag je overigen wel meer carrières op basis van kundigheid zoals bij Michiel de Ruijter en minder op basis van het netwerk van de adel.
Marc van Alphen, Jan Hoffenaar, Alan Lemmers, Chistiaan van der Spek: Krijgsmacht en handelsgeest, Boom uitgeverij.
vrijdag 27 maart 2020
Commercial
De Corona-crisis leidt tot innovativiteit. In 2016 blogde ik hier over mijn reis naar Laos en Cambodja met Sawadee Kreeg nu een mailtje van het reisbureau dat ze dat ontdekt hadden, en of ik daar een link naar hun site bij wou zetten. Natuurlijk gedaan en hier nog een keer: voor wie op zijn minst wel wil dromen van zijn volgende reis. Ook al kan dat in deze onzekere tijden nog wel even duren. Maar dit reisbureau gebruikt zijn leeglooptijd in ieder geval nuttig.
donderdag 26 maart 2020
lijstje: 7 goedkope zaken
Ik las afgelopen dagen een marxistisch werkje. Althans zo kun je, in ieder geval vanuit Amerikaans perspectief wel stellen. Het betreft het boek uit 2017 van Raj Patel en Jason W. Moore: A history of the world in seven cheap things. Ik las overigens de recent bij Boom verschenen Nederlandse vertaling. De geschiedenis van de wereld in zeven goedkope zaken.
Het gaat bij Patel en Moore niet alleen om de klassenstrijd maar vooral om het mechanisme van het kapitalisme dat het vooral draait door gebruik te maken van goedkope zaken en daarbij mechanisme tussen economie en recht/cultuur te ontwikkelen die zaken ook goedkoop maken of houden. Samenleving versus natuur, en alles wat je uit de natuur gebruikt is gratis. En dus is het handig in de ethische discussie zaken als deel van de natuur te zien.
De zeven zaken die ze behandelen zijn achtereenvolgens
Wie wil nadenken over de post-corona economie heeft er wellicht wat aan. Het mechanisme van plunderen en de samenhang tussen economie en cultuur wordt mooi bloot gelegd. Economie kan niet zonder de ethiek (Moral Sentiments schreef Adam Smith al voor de Wealth of Nations). Hier en daar gaan ze m.i. wat ver: rond voedsel was een "gewoon" innovatieproces zij het met nadelige externe effecten. En economie is bij hun vooral de formele economie in de nationale rekeningen, zo heb ik de indruk. Ook elders spelen economische processen van keuzes en afwegingen. Maar dat het plunderen van wat gratis is en al lang beprijsd had moeten worden, lekker makkelijk is en dan als welvaart wordt gezien is wel duidelijk.
Het gaat bij Patel en Moore niet alleen om de klassenstrijd maar vooral om het mechanisme van het kapitalisme dat het vooral draait door gebruik te maken van goedkope zaken en daarbij mechanisme tussen economie en recht/cultuur te ontwikkelen die zaken ook goedkoop maken of houden. Samenleving versus natuur, en alles wat je uit de natuur gebruikt is gratis. En dus is het handig in de ethische discussie zaken als deel van de natuur te zien.
De zeven zaken die ze behandelen zijn achtereenvolgens
- de natuur (ontbossing, turf in Holland),
- geld (vanuit de mijnbouw, eerst in Europa en toen via verovering uit de Andes),
- arbeid (met alle rassendiscriminatie en slavernij),
- de zorg (gratis werk van de huisvrouw voor reproductie),
- voedsel (om arbeid goedkoop te houden),
- energie (olie etc), en
- levens (waaronder de losse contracten etc).
Wie wil nadenken over de post-corona economie heeft er wellicht wat aan. Het mechanisme van plunderen en de samenhang tussen economie en cultuur wordt mooi bloot gelegd. Economie kan niet zonder de ethiek (Moral Sentiments schreef Adam Smith al voor de Wealth of Nations). Hier en daar gaan ze m.i. wat ver: rond voedsel was een "gewoon" innovatieproces zij het met nadelige externe effecten. En economie is bij hun vooral de formele economie in de nationale rekeningen, zo heb ik de indruk. Ook elders spelen economische processen van keuzes en afwegingen. Maar dat het plunderen van wat gratis is en al lang beprijsd had moeten worden, lekker makkelijk is en dan als welvaart wordt gezien is wel duidelijk.
woensdag 25 maart 2020
Adema
Bijgaande tekening komt uit een instructieblad van het Friesch Rundvee Stamboek. Met de namen voor de aanduiding van delen van het exterieur van een koe. Ik kreeg het in handen gelijk met een boek over het 80-jarig jubileum van het FRS, geschreven door W. Zwart. Veel aandacht voor allerlei bloedlijnen en bestuurders. Interessanter is daarom een kloek boekwerk uit december 1965 "Geschiedenis Fokstal Knol Hartwerd". Hartwerd ligt iets oost van Bolsward en de familie Knol dreef sinds het midden van de 19e eeuw een zeer vooraanstaand fokbedrijf. Ze voerden 5 lijnen, waaronder de bekende Adema's. Ze waren eigenaar van 1 van de twee koeien die afstamden van de nul-Adema, die inderdaad bij fokker Adema vandaan kwam. Wat het boek voor mij vooral interessant maakte waren de eerste 100 pagina's die vooral handelen over de fokkerij in de 19e eeuw, de opkomst van de genetica, de internationale tentoonstellingen in Parijs (Napoleon III wilde Frankrijk groot maken via de landbouw, de Friezen gaven acte de presence) en de kwaliteitsverbetering die die Engels markt in die eeuw vroeg. Allemaal sterke impulsen voor de opkomst van de Nederlandse (en Friese) landbouw en veeteelt. Mocht je het boek antiquarisch ergens tegen komen: een aanrader als je in de geschiedenis van de landbouw bent geïnteresseerd.
dinsdag 24 maart 2020
'k Gaen ik 'n stikje schrieve
Nu we toch in het Zeeuwse familiearchief grasduinen: de beroemdste schrijver/ster uit Meliskerke (Walcheren) is ongetwijfeld Franca Treur. Maar daarvoor hadden we Jan Vader. Die werd eind 19e eeuw geboren uit het liefdeshuwelijk van een boerendochter en wagenmaker. Hij werd door zijn grootouders opgevoed maar kwam later toch in de wagenmakerij in Oostkapelle terecht, en in dat kader heb ik zijn naam wel eens opgevangen. Op latere leeftijd schreef hij romans die geen succes hadden. Maar zijn stukjes over het leven in zijn jeugd des te meer. Niet alleen voor De Wete, het blad van de Heemkundige kring. Meertens (van het Bureau zogezegd) kwam bij hem over de vloer. Hij overleed in 1966.
Later (waarom worden boekjes vaak niet van een fatsoenlijke datum voorzien?) kreeg de Heemkundige Kring Walcheren een aantal schriften met ongepubliceerd werk in handen en maakte er een boekje van met bovenstaande titel. Erg leuk om te lezen, althans voor wie het Zeeuws enigszins machtig is (ik sluit niet uit dat je met Vlaams ook nog een eind komt).
In het stukje Een verre reis dat verhaalt over iemand uit Walcheren die in 1860 voor 2 weken naar Breda ging, blijkt hoe geïsoleerd het eiland toen was en hoe de eilanden zo over elkaar dachten. Zuid-Beveland werd het Goese land genoemd en de bewoners Goese mekkers. Omgekeerd stelden ze in Zuid-Beveland terecht vast dat Walcheren wel het einde van de wereld was: 'achter dat land is er gin land'. Schouwen-Duiveland noemde Walcheren 't land van d'ooge boamen". Noord-Beveland en Tholen deden helemaal niet mee. Het land van de overkant van "den Ont" (zoals de Westerschelde nog werd genoemd) stond bekend als 't land van de Poepen en Walen. Noord=Brabant was eveneens 't Poepeland en Nederland boven de rivieren was "de bovenlanden". De rest van de wereld was 'butenland', of het nu om Westfalen of Japan ging.
Later (waarom worden boekjes vaak niet van een fatsoenlijke datum voorzien?) kreeg de Heemkundige Kring Walcheren een aantal schriften met ongepubliceerd werk in handen en maakte er een boekje van met bovenstaande titel. Erg leuk om te lezen, althans voor wie het Zeeuws enigszins machtig is (ik sluit niet uit dat je met Vlaams ook nog een eind komt).
In het stukje Een verre reis dat verhaalt over iemand uit Walcheren die in 1860 voor 2 weken naar Breda ging, blijkt hoe geïsoleerd het eiland toen was en hoe de eilanden zo over elkaar dachten. Zuid-Beveland werd het Goese land genoemd en de bewoners Goese mekkers. Omgekeerd stelden ze in Zuid-Beveland terecht vast dat Walcheren wel het einde van de wereld was: 'achter dat land is er gin land'. Schouwen-Duiveland noemde Walcheren 't land van d'ooge boamen". Noord-Beveland en Tholen deden helemaal niet mee. Het land van de overkant van "den Ont" (zoals de Westerschelde nog werd genoemd) stond bekend als 't land van de Poepen en Walen. Noord=Brabant was eveneens 't Poepeland en Nederland boven de rivieren was "de bovenlanden". De rest van de wereld was 'butenland', of het nu om Westfalen of Japan ging.
zondag 22 maart 2020
Boeren blijven / achter de dampalen
In 2017 publiceerden Jan van 't Zelfde, amateur fotograaf te Leiden, en Haro Hielkema bij WBooks (Waanders) het boek "Boer Blijven". Een mooi collectie van foto's van Van 't Zelfde. Naast de omgeving Leiden is Walcheren een van de favoriete fotolocaties zo heb ik de indruk. Op pagina 8-9 staat er een grote foto van een neef van me en dat zal we de reden zijn dat ik dit boek aantrof in het familiearchief dat meekwam uit Zeeland.
Verderop ook nog een rozet-raam uit de boerderij De Dankbare, waar een oma van me eind 19e eeuw geboren is. Leuk fotoboek om door te bladeren dus. Overigens ook voor wie geen connecties met die foto's heeft.
Ook uit de teksten in het boek valt nog wat te leren. Naast specifieke woorden (het klinket in de mendeuren) leerde ik ook dat de Noordoostpolder een specifieke gezagswijze kent: (Niet) verder dan de dampalen kijken. Een korte zoektocht op internet bevestigt dat dit inderdaad geen standaard Nederlandse uitdrukking is. Ook Emmeloord.info beschrijft hem als typisch voor de NOP. Volgens Hielkema in Boer Blijven zou het staan voor verder kijken dan je eigen belang. Volgens Emmeloord.info betekent het verder kijken dan je eigen erf, je eigen belangen. De twee voorbeelden die die site geeft betreffen citaten van wethouders die het gebruiken om aan te geven dat ze altijd de behoefte hadden of hebben meegekregen om iets buiten het bedrijf te doen.
Wat de nuance ook precies is, de gezagswijze verdient navolging in de rest van Nederland.
Verderop ook nog een rozet-raam uit de boerderij De Dankbare, waar een oma van me eind 19e eeuw geboren is. Leuk fotoboek om door te bladeren dus. Overigens ook voor wie geen connecties met die foto's heeft.
Ook uit de teksten in het boek valt nog wat te leren. Naast specifieke woorden (het klinket in de mendeuren) leerde ik ook dat de Noordoostpolder een specifieke gezagswijze kent: (Niet) verder dan de dampalen kijken. Een korte zoektocht op internet bevestigt dat dit inderdaad geen standaard Nederlandse uitdrukking is. Ook Emmeloord.info beschrijft hem als typisch voor de NOP. Volgens Hielkema in Boer Blijven zou het staan voor verder kijken dan je eigen belang. Volgens Emmeloord.info betekent het verder kijken dan je eigen erf, je eigen belangen. De twee voorbeelden die die site geeft betreffen citaten van wethouders die het gebruiken om aan te geven dat ze altijd de behoefte hadden of hebben meegekregen om iets buiten het bedrijf te doen.
Wat de nuance ook precies is, de gezagswijze verdient navolging in de rest van Nederland.
zaterdag 21 maart 2020
specialisatie in de aardappelmarkt
Ik begon mijn werkzame leven met belangstelling voor de aardappelmarkt, Interessant twitter berichtje vandaag over de huidige situatie. Waar er 40 jaar geleden zo ongeveer 1 prijs was en we de multi-purpose Bintje hadden die zowel als tafelaardappel als als fritesaardappel werd gebruikt, hebben de veredelaars afgelopen decennia niet stil gezeten. Er zijn nu gespecialiseerde rassen. Waarmee het risico van de teler is toegenomen (de opbrengst ongetwijfeld ook): de tafelaardappelen doen volgens een Twitterbericht nog 17 euro maar die voor frites-aardappelen nog maar 3 euro. Nu de horeca gesloten is en internationale export lastiger hoeven de fritesfabrikanten even niet meer dan ze contractueel al verplicht zijn af te nemen. En er wordt wel meer thuis gegeven - en gehamsterd. Specialiseren heeft voor- en nadelen. Zo leer je aan het eind van je loopbaan toch nog iets over de aardappelmarkt.
vrijdag 20 maart 2020
survival rate
Het verschil in structuurontwikkeling in de melkveehouderij tussen Denemarken en Nederland houdt me al een tijdje bezig. Al eerder meldde ik hier de survival rate. Van de 11.400 Deense bedrijven in 1998 zijn er in 2018 nog 2913 over, een overlevingskans van 26%. Waarbij een deel van die bedrijven in Nederlandse handen is geraakt, dus voor Deense veehouders ligt het nog lager.
In Nederland ligt de overlevingskans 2 keer zo hoog: hier gingen we van 33.300 bedrijven naar 16963, of wel 51%.
Blijkbaar is het erg aantrekkelijk hier boer te worden, en er daar mee te stoppen. Geen wonder dat Deense bedrijven gemiddeld veel groter zijn geworden in die afgelopen 20 jaar. Met alle schaalvoordelen van dien. En de grondprijzen hier sneller zijn gestegen, wat misschien het wel aantrekkelijk maakt om boer te worden.
In Nederland ligt de overlevingskans 2 keer zo hoog: hier gingen we van 33.300 bedrijven naar 16963, of wel 51%.
Blijkbaar is het erg aantrekkelijk hier boer te worden, en er daar mee te stoppen. Geen wonder dat Deense bedrijven gemiddeld veel groter zijn geworden in die afgelopen 20 jaar. Met alle schaalvoordelen van dien. En de grondprijzen hier sneller zijn gestegen, wat misschien het wel aantrekkelijk maakt om boer te worden.
woensdag 18 maart 2020
Na de pandemie
Er leven vragen wat lange termijn gevolgen van een pandemie zijn nu het corona-virus toeslaat. The Economist geeft in zijn Free Exchange rubriek van deze week wat antwoorden. De eerste ingeving is dat de consequenties niet best zijn. Het einde van het Romeinse rijk werd gekenmerkt door een paar epidemieën (die zich dankzij de specialisatie en handelsroutes snel verspreidden) en het duurde 1000 jaar voor het inkomensniveau terug was op dat niveau.
Interessant is het effect van de middeleeuwse pest. tussen 1347 en 1351. Die hakte er echt in met 1/3e tot wel 2/3e van de bevolking overleefde dat niet. Met als gevolg dat arbeid schaars werd en de lonen stegen. Dat was het einde van het feodale stelsel . Je zou denken dat na verloop van tijd Malthus weer zou toeslaan en het evenwicht weer zou herstellen. Maar in dit geval leidde de nieuwe rijkdom tot het aanschaffen van meer producten, die uit de stad kwamen zoals textiel. En dat leidde tot sterke groei van de stadseconomie. En zo kwam de urbanisatie op gang.
Iets dergelijks gebeurde na de Spaanse griep (1918-1920) met 20 tot misschien wel 100 miljoen doden. In Amerikaanse staten met veel doden was daarna de groei groter dan in andere staten. Een extra dode per 1000 inwoners leverde in het volgende decennium maar liefst 0.15 procentpunten meer groei. Mogelijk omdat bedrijven verplicht worden nieuwe arbeidsbesparende technieken in te voeren.
maandag 16 maart 2020
Boerenjaar
De NRC van vanavond besprak in zijn beursrubriek het Vlaamse bedrijf Warehousing De Pauw, die zich bezig houdt met de verdozing van dit land, het is in Nederland marktleider.
Maar wat ik er van leerde is de uitdrukking Boerenjaar, dat was voor hen 2019. En inderdaad het Vlaams woordenboek definieert dat als "jaar met uitzonderlijk goede resultaten" en als toelichting: Oorsprong: goede resultaten in de landbouw en de veeteelt. Heden komt het in verschillende contexten voor; om te verwijzen naar de uitzonderlijke prestaties van sportlui, van politici, van zangers en acteurs en zelfs van bedrijven." Hendrik Conscience schreef al: "Hij zou misschien wel rijk geworden zijn, want hij heeft vele goede boerenjaren beleefd”,
Maar wat ik er van leerde is de uitdrukking Boerenjaar, dat was voor hen 2019. En inderdaad het Vlaams woordenboek definieert dat als "jaar met uitzonderlijk goede resultaten" en als toelichting: Oorsprong: goede resultaten in de landbouw en de veeteelt. Heden komt het in verschillende contexten voor; om te verwijzen naar de uitzonderlijke prestaties van sportlui, van politici, van zangers en acteurs en zelfs van bedrijven." Hendrik Conscience schreef al: "Hij zou misschien wel rijk geworden zijn, want hij heeft vele goede boerenjaren beleefd”,
vrijdag 13 maart 2020
De Hoeve en het Hart
Het boek van Enny de Bruijn had ik in eerste instantie genegeerd. Leek me een historische streekroman. Maar na 5 ballen van de NRC en een enthousiaste collega dook ik er afgelopen weekend in. Doe dat ook, want het is een goed geschreven onderzoek naar de handel en wandel van boeren in Herwijnen (Betuwe) in de 17e eeuw (en iets langer). Een tijd waarin de middeleeuwse cultuur, die wat gewelddadiger was en mensen voor hun eer makkelijk op de vuist gingen, door de gereformeerde kerk werd gepacificeerd.
Maar met een rangen en standen cultuur, met hogere status voor de stedeling die neerkeek op de boeren - ook al (of juist als) kwam iemand daar vandaan. Opvallend overigens hoe die boeren en veelal ook echtgenotes konden lezen en schrijven, een rekenboek moesten bijhouden omdat er maar eens in de zoveel tijd per saldo werd betaald (en er veel muntstelsels in omloop waren), en hoe ook toen al mensen emigreerden om in Bordeaux druiven te gaan telen of naar de VS gingen. Ook interessant hoe de paardenfokkerij en handel ging domineren (dankzij het leger) en hoe sommigen zich in de aannemerij gingen specialiseren. Het moderne platteland was eigenlijk al heel goed herkenbaar.
Kortom een interessant boek waarin in een prettige stijl uitgebreid historisch onderzoek wordt verantwoord.
Maar met een rangen en standen cultuur, met hogere status voor de stedeling die neerkeek op de boeren - ook al (of juist als) kwam iemand daar vandaan. Opvallend overigens hoe die boeren en veelal ook echtgenotes konden lezen en schrijven, een rekenboek moesten bijhouden omdat er maar eens in de zoveel tijd per saldo werd betaald (en er veel muntstelsels in omloop waren), en hoe ook toen al mensen emigreerden om in Bordeaux druiven te gaan telen of naar de VS gingen. Ook interessant hoe de paardenfokkerij en handel ging domineren (dankzij het leger) en hoe sommigen zich in de aannemerij gingen specialiseren. Het moderne platteland was eigenlijk al heel goed herkenbaar.
Kortom een interessant boek waarin in een prettige stijl uitgebreid historisch onderzoek wordt verantwoord.
zaterdag 7 maart 2020
Is de innovatie op?
Overal om je heen zie je innovatie. Maar volgens sommigen is het niet meer wat het was. Er zijn mensen die denken dat de tijd van grote ideeen zoals een eeuw geleden in de natuurkunde, voorbij is. The Economist wijdde er vorige week zijn rubriek Free Exchange aan. En constaater dat een Nobelprijswinnaar eind 19e eeuw dat ook al stelde. Maar er zijn ongetwijfel nog steeds unkonwn unknowns
Deels gaat de rubriek over prikkels voor onderzokers. Open access zou kunnen helpen: toen in de VS in WOII Duitse literatuur ineens zonder copyright beschikbaar was, steeg het aantal citaties met 67%.
En incentives doen er toe. Hoewel vernieuwende papers vaker worden geciteerd is het risicovol te proberen er een te schrijven, En dus is de suggestie dat het afrekenen van onderzoekers op citaties leidt tot conservatiever onderzoek. En onderzoekers in de medicijnen die via projecten worden betaald doen minder geavanceerd onderzoek dan wie input financiering heeft.
Deels gaat de rubriek over prikkels voor onderzokers. Open access zou kunnen helpen: toen in de VS in WOII Duitse literatuur ineens zonder copyright beschikbaar was, steeg het aantal citaties met 67%.
En incentives doen er toe. Hoewel vernieuwende papers vaker worden geciteerd is het risicovol te proberen er een te schrijven, En dus is de suggestie dat het afrekenen van onderzoekers op citaties leidt tot conservatiever onderzoek. En onderzoekers in de medicijnen die via projecten worden betaald doen minder geavanceerd onderzoek dan wie input financiering heeft.
woensdag 4 maart 2020
Luctor et Emergo
Toch nog een keer terug naar de Slag om de Schelde. De wapenspreuk van Zeeland werd als titel gebruikt op een uitgave van De Spaarnestad die voor F 1.40 aan de man werd gebracht. Groot formaat met veel foto's documenteerde het hoe Zeeland de oorlog uit kwam. Veel plaatjes met water. Slecht papier zo schat ik in, of het is in het Zeeuwse familiearchief slecht bewaard. Ik vermoed dat het van eind 1945 is. Als het over Duitsers gaat liegt het taalgebruik er niet om.
Twee zaken die ik niet wist. Dat Schouwen en Tholen in 1944 door de Duitser onder water zijn gezet (net als de Wieringermeer en de Tweemanspolder van Zevenhuizen en vermoedelijk nog meer). In Schouwen duurde dat dus net als op Walcheren een half jaar, dodelijk voor bomen en bodemvruchtbaarheid (op een recente stegentocht leerde ik dat op Walcheren je alleen oude bomen vindt in Middelburg dat wat hoger ligt en droog bleef, en langs de duinen). In Schouwen was dat zuur omdat na de bevrijding van Philipsland het verzet met de Armeniërs in Duitse dienst een plan had om de bevrijding tot stand te brengen. Maar de geallieerden vertrouwden dat niet en durfden het op de smalle dijken omringd door water niet aan.
Tholen werd wel snel zonder veel slag of stoot bevrijd en dus in herfst 1944 al weer droog gepompt. Dat leidde in 1945 tot fake news. Er verschenen verhalen over een wonderbaarlijke oogst en de wetenschap (die gewaarschuwd zou hebben voor een problematische oogst na het zoute water) werd voor gek gezet. De vele regens in de herfst van 1944 en het afgezette slib zouden wonderen doen. Dat bleek later helemaal niet waar, de oogst bleef steken op 70% van normaal.
dinsdag 3 maart 2020
Aardrijkskunde uit 1844
Het Multatuli jaar is 200 jaar na zijn geboorte losgebarsten. Dus bespreken we vandaag een boekje van P.H. Witkamp uit 1844 "Handboekje der Aardrijkskunde van het Koninkrijk der Nederlanden, het Groot Hertogdom Luxemburg en de Bezittingen der Nederlanders Buiten Europa.". Uitgegeven bij Brinkman in Amsterdam.
Op zakformaat dus. Nederland had toen 2.9 miljoen inwoners, Nederlands Indië 210 miljoen. Dat is overigens de enige link met Multatuli: het boekje beschrijft kort de verschillende onderdelen van Nederlands Indië, met de belangrijkste eilanden, zeeën, meren en tal van andere wetenswaardigheden. Het eiland Ternate stond bijvoorbeeld bekend om zijn "zeer groote en smakelijke schildpadden". Ook van andere eilanden noteert de auteur "De merkwaardigste Diersoorten". En de Hoofdvoortbrengselen en Delfstoffen.
Ook andere Nederlandse bezittingen komen aan de orde. Suriname, West-Indische eilanden, Decima, 13 forten in West Afrika en zo nog het een en ander. Luxemburg, waarvan de koning Groothertog was, moet het doen met slechts 2 pagina's.
De beschrijvingen van Nederland zijn ook leuk. Belangrijkste bezienswaardigheden per stad ("Tegenover Rotterdam op een eiland in de Maas, Feijenoord genaamd, is de fabrijk (!) der Nederlandschen Stoomboot-Maatschappij gevestigd, ongetwijfeld de grootste en belangrijkste inrigting van kunstvlijt in ons Vaderland". Ook mooie overzichten van de Nederlandse eilanden (Wieringen, Schokland, Kampereiland etc.)., en een mooie lijst van historische gebeurtenissen per plaats gerangschikt. Verder hele lijsten van belangrijke staatslieden, schilders, dichters, zeevaarders, kaartenmakers etc. Eduard Douwes Dekker was toen overigens nog niet in beeld.
Al met al nog een opvallend goed leesbaar en zelfs bruikbaar boekje. Ik haalde het uit het Zeeuws familiearchief en het is gesigneerd door ene H. Brasser (met s, ringel-s) in 1857. Vermoedelijk dus een voorvader.
Op zakformaat dus. Nederland had toen 2.9 miljoen inwoners, Nederlands Indië 210 miljoen. Dat is overigens de enige link met Multatuli: het boekje beschrijft kort de verschillende onderdelen van Nederlands Indië, met de belangrijkste eilanden, zeeën, meren en tal van andere wetenswaardigheden. Het eiland Ternate stond bijvoorbeeld bekend om zijn "zeer groote en smakelijke schildpadden". Ook van andere eilanden noteert de auteur "De merkwaardigste Diersoorten". En de Hoofdvoortbrengselen en Delfstoffen.
Ook andere Nederlandse bezittingen komen aan de orde. Suriname, West-Indische eilanden, Decima, 13 forten in West Afrika en zo nog het een en ander. Luxemburg, waarvan de koning Groothertog was, moet het doen met slechts 2 pagina's.
De beschrijvingen van Nederland zijn ook leuk. Belangrijkste bezienswaardigheden per stad ("Tegenover Rotterdam op een eiland in de Maas, Feijenoord genaamd, is de fabrijk (!) der Nederlandschen Stoomboot-Maatschappij gevestigd, ongetwijfeld de grootste en belangrijkste inrigting van kunstvlijt in ons Vaderland". Ook mooie overzichten van de Nederlandse eilanden (Wieringen, Schokland, Kampereiland etc.)., en een mooie lijst van historische gebeurtenissen per plaats gerangschikt. Verder hele lijsten van belangrijke staatslieden, schilders, dichters, zeevaarders, kaartenmakers etc. Eduard Douwes Dekker was toen overigens nog niet in beeld.
Al met al nog een opvallend goed leesbaar en zelfs bruikbaar boekje. Ik haalde het uit het Zeeuws familiearchief en het is gesigneerd door ene H. Brasser (met s, ringel-s) in 1857. Vermoedelijk dus een voorvader.
maandag 2 maart 2020
Een landbouwtentoonstelling uit 1927
Bijgaand plaatje komt uit het programmaboekje van de landbouwtentoonstelling die in 1927 door de ZLM Walcheren in Middelburg werd georganiseerd. De mechanisatie diende zich aan. Naast farm engines (stationair draaiende motoren) werd o.a. deze aardappelplanter aan de man gebracht.
Twee dingen zijn interessant: de advertenties zoals deze, maar ook van bv. De Wilhelminapolder die zaaizaad (de originele Wilhelminatarwe!) en Bevelanders (aardappelen) pootgoed aanbiedt. Van der Have deed natuurlijk bietenzaad. Roozendaalse Rode Klaver was ook te koop als zaaizaad. En verschillende stallen met trekpaarden. En chilisalpeter en enkelvoudig krachtvoer. Een wijnhandelaar adverteert met Franse wijnen. Mooie Bordeaux voor 1 gulden per fles. Een Margaux kost 1.50 gulden. Duurst is een Bellevue St Emilion voor 3 gulden de fles. Korting bij 12 flessen. Ook voor een Bell radio werd geadverteerd, weinig luchtstoring, makkelijke zenderkeuze. Advertenties, vooral van cafés, eindigen vaak met de ondertekening Beleefd Aanbevolen, naam van de uitbater.
Het andere wat leuk is (zeker als je van Walcherse namen houdt) zijn de inschrijvingen voor alle keuringen en wedstrijden. Per rubriek staan enkele prijzen genoemd en dan de namen van alle inzenders voor de keuring. En dat niet alleen voor oneindige soorten vee (inclusief melkschapen en konijnen). Maar ook voor boerenboter, hoefbeslag en bijenkasten (onderverdeeld naar loss bouw klasse 1 beste volk, klasse 3 mooist uitgebouwde kast, vaste bouw klasse drie de best bevolkte en uitgebouwde boogkorf, de honing (diverse klassen) en bijenwas. Geen wonder dat er voor sommige klassen geen inschrijvingen werden genoteerd.
Een onderbelicht aspect van de landbouwontwikkeling is mogelijk dit hele systeem van competitieve keuringen en wedstrijden (ploegen, trekkerbehendigheid) waar het beste werd getoond, waar werd gediscussieerd wat kwaliteit was en normen werden opgesteld.
Twee dingen zijn interessant: de advertenties zoals deze, maar ook van bv. De Wilhelminapolder die zaaizaad (de originele Wilhelminatarwe!) en Bevelanders (aardappelen) pootgoed aanbiedt. Van der Have deed natuurlijk bietenzaad. Roozendaalse Rode Klaver was ook te koop als zaaizaad. En verschillende stallen met trekpaarden. En chilisalpeter en enkelvoudig krachtvoer. Een wijnhandelaar adverteert met Franse wijnen. Mooie Bordeaux voor 1 gulden per fles. Een Margaux kost 1.50 gulden. Duurst is een Bellevue St Emilion voor 3 gulden de fles. Korting bij 12 flessen. Ook voor een Bell radio werd geadverteerd, weinig luchtstoring, makkelijke zenderkeuze. Advertenties, vooral van cafés, eindigen vaak met de ondertekening Beleefd Aanbevolen, naam van de uitbater.
Het andere wat leuk is (zeker als je van Walcherse namen houdt) zijn de inschrijvingen voor alle keuringen en wedstrijden. Per rubriek staan enkele prijzen genoemd en dan de namen van alle inzenders voor de keuring. En dat niet alleen voor oneindige soorten vee (inclusief melkschapen en konijnen). Maar ook voor boerenboter, hoefbeslag en bijenkasten (onderverdeeld naar loss bouw klasse 1 beste volk, klasse 3 mooist uitgebouwde kast, vaste bouw klasse drie de best bevolkte en uitgebouwde boogkorf, de honing (diverse klassen) en bijenwas. Geen wonder dat er voor sommige klassen geen inschrijvingen werden genoteerd.
Een onderbelicht aspect van de landbouwontwikkeling is mogelijk dit hele systeem van competitieve keuringen en wedstrijden (ploegen, trekkerbehendigheid) waar het beste werd getoond, waar werd gediscussieerd wat kwaliteit was en normen werden opgesteld.
zondag 1 maart 2020
Een snufje meer Snouck gewenst
Ook interessant in de NRC van dit weekend: de column van Beatrice de Graaf. Die schrijft over de handel en wandel van Snouck Hurgronje, de 19e eeuwse kenner van de islam en daarna Atjeh. Hij werd beroemd en is dat nog steeds. Maar zijn methoden zouden nu absoluut niet meer kunnen in de tijden van informed consent en transparantie. Zo gek als het toen toeging zou ook niet meer moeten kunnen maar we zijn nu wel de andere kant op doorgeschoten.
De Graaf constateert dat "het vrijwel onmogelijk geworden is om het serieus nastreven van impact voor maatschappij en beleid de combineren met 'wetenschappelijke zuiverheid'. Enerzijds stellen de universitaire ethische commissies de meest fundamentalistisch hoge methodische eisen - een collega mocht geen onderzoek doen naar uitlatingen op extremistische fora, omdat ze dan eerst formeel de instemming van alle anonieme reaguurders had moeten vragen. Anderzijds worden onderzoekers afgebrand en bedreigd als ze zich ook maar enigszins uitlaten over beleidsaanbevelingen. Het gevolg is academici zich terugtrekken in hun zuivere zelf-referentiële clubje en geen deuk meer in de maatschappelijke boter durven te slaan. Het veld van het beleidsrelevante of maatschappelijke onderzoek wordt door journalisten of consultants overgenomen, die methodologisch veel meer vrijheid hebben".