Pagina's

donderdag 30 juni 2011

Economie van goed en kwaad

Niagara falls -detail
De Financial Times had afgelopen zaterdag een recensie van een boek dat de moeite waard is, zo begrijp ik: Economics of Good and Evil – the quest for economic meaning from Gilgamesh to Wallstreet, van de Tjechische auteur Tomas Sedlacek (Oxford University Press). Het boek gaat niet over economie in strikte zin, maar veel meer over de wijze waarop religie en filosofie vanaf Mesopotanie dachten over economie. Zeer de moeite waard, zo begrijp ik. Het boek eindigt volgens reviewer Samual Brittan met twee conclusies. De ene is dat de huidige mechanische econometrische kijk op de wereld niet adequaat is. En de ander is een kritiek op de obsessie met economische groei.

We zetten het boek op de aanschaflijst.

woensdag 29 juni 2011

Complex in Niagara

Afgelopen dagen was ik in Niagara on the Lake, niet al te ver van de Niagara Falls (zie foto) - kortom aan de Niagara rivier die Lake Erie en Lake Ontario op de Amerikaans-Canadese grens met elkaar verbindt. Van de KLM had ik er nog langer mogen blijven, ze waren bereid 400 dollar en een hotel cadeau te doen voor een dagje extra Toronto. Maar er waren al weer zakelijke afspraken in Nederland dus ik kon geen slaatje slaan uit de overboeking.
Niagara on the Lake (NotL zo korten ze dat af) is een beschermd stadsgezicht uit het begin van de 19e eeuw. In 1812 werd hier de laatste slag geleverd op het Noordamerikaanse continent, tussen de VS en de Britten/Canadezen. Volgend jaar feest dus. Daarna kwam het plaatsje blijkbaar tot bloei maar ook weer niet zodanig dat het in de afgelopen eeuw verpest werd. Kortom Nostalgia on the Lake.
Een mooie plek dus om met Amerikanen en Canadezen vast te stellen dat er complexe landbouwbedrijven zijn die niet meer van het nostalgische simpele type 1 boerderij, 1 gezin, 1 onderneming zijn. Wat het dan wel precies complex maakt was deel van de discussie. 5.000 ha tarwe is niet zo veel complexer (voor de statistiek) dan 50.
Er waren een aantal ondernemers in de workshop. Een ervan had 5000 ha tarwe en soja op vooral gepachte en gehuurde gronden, zijn eigen grond buiten de BV's, alle machines geleast (je zou zeggen daar wordt de administratie simpeler van), geen bedrijfsgebouwen (want alle productie wordt direct af land verkocht) en kantoor in Main Street, niet aan huis bij de golf baan. En er wordt in 5 counties geboerd. Dat laatste is dan voor de Amerikaanse statistiek weer lastig, want die willen vanwege het landbouwbeleid hele goede oogststatistieken per county. Dat zal straks wel via de remote sensing en de gewasgroeimodellen gaan, maar zover is het nog niet. En daarvoor ontbreken weer goede geo-standaards (ook daar).
De landbouw wordt bi-polair en ook aan de andere kant zijn er complexe bedrijven. Zo hadden we het genoegen geinformeerd te worden door de eigenaresse van Liberty Hill Farm in Vermont, die het agrotoerisme in de streek op de kaart heeft gezet. Met vee dat aantoonbaar 200 jaar geleden uit Nederland is gekomen, maar dat terzijde. Ook hier verschillende rechtsvormen vanwege o.a. de bedrijfsovername. En de vraag of het een agrarische activiteit is als je kamers en een vergaderzaaltje verhuurt aan o.a. de top van een groot IT bedrijf uit California dat een weekje strategieplanning komt doen in de groene heuvels (die overigens nu veel sterker bebost zijn dan 40 jaar geleden - als de prijzen maar hoog genoeg zijn, is er nog grond beschikbaar).

Kortom veel stof voor discusse hoe je zulke bedrijven nu in de statistiek verwerkt en beleidsonderzoek nog realistisch houdt. Geen nieuw probleem, want in 1977 is het ook al in de literatuur benoemd. Overigens is er data genoeg zo heb ik beweerd, er komt steeds meer van. Ook John Deere liet dat zien: die hebben intussen een mogelijkheid om de tractor en combine-data realtime up te loaden naar de dealers zodat die breuk kunnen voorspellen en een regenachtige dag kunnen gebruiken om preventief onderdelen te vervangen. Ik mocht laten zien dat wij op een zelfde manier met EDI en XBRL werken, maar voor de Noord-Amerikaanse situatie met vele banken en bankjes en kleine accountantskantoren zonder standaardisatie van grootboekrekeningschema's (ondanks het populaire Quicken) lijkt dit voorlopig nog ver weg.

Het complexe van de bedrijven lijkt vooral te ontstaan door de strategie van boeren (groter of anders) gekoppeld aan een reactie op wetgeving van de overheid zelf: aandrijvers zijn de belastingwetgeving, de bedrijfsovername (en de fiscale aspecten daarvan), risico management (misschien de enige die niet direct met overheidsbeleid samenhangt), het landbouwbeleid inzake maximale vergoedingen per bedrijf en nu ook het overheids gewasverzekeringsprogramma (waarin je 1 regime moet kiezen, hetgeen problematisch is als je zowel geirrigeerde als niet-geirrigeerde gewassen teelt.
Je zou dus wrang kunnen constateren dat de problemen van de ene overheidsdienst (statistiek en onderzoek) vooral door de andere gecreerd worden. Hoe het ook zij, het leidt tot zorgen over de administrtieve last bij boeren (de grote moeten alle enquetes invullen, een steekproef is voor hen geen steekproef) en over vertekening (bias) als een paar grote niet mee doen, of juist wel mee doen (en het gemiddelde vertekenen).

Oplossingen lijken te liggen in beter relatiemanagement en als overheid vooral beseffen wat je wil weten: de geconsolideerde cijfers of die van een bedrijfsonderdeel. Er lijkt behoefte aan nieuwe privaat-publieke samenwerking om data beter te benutten voor evalueren van overheidsbeleid. Sommigen opperden om bedrijven bij het ontvangen van subsidie te verplichten goede data terug te leveren. Voor wat hoort wat, was hier het denken.
Verder vielen de verschillen tussen de landen op. Canada heeft een vrij centraal systeem bij Statistics Canada waarin ook veel expertise is hoe men dit in andere sectoren doet. Gebruikt daarmee ook veel administratieve data uit bv. volkstelling. De VS heeft een overheid die sterk in 'silo's' werkt, zodat er weinig samenwerking is met andere delen van de overheid. Bovendien heeft men voor de overheidsprogramma's en voor marktinformatie om de commodity markets efficient te houden (Chicago futures etc) veel data van gewassen op een laag geograrisch niveau nodig, die men vreemd genoeg niet bij industrien of voorlichters met overzicht verzamelt, maar bij boeren zelf met heel veel papier en weinig internet (is nog slecht geregeld op het platteland van de VS). En in Europa is er vooral een harmonisatieprobleem van Eurostat met alle lidstaten.
En zo discussieerden we ook nog even over wat een farm eigenlijk is: een onderneming of een boerderij met een lokatie en gebouwen. En waar de grens met een volkstuin ligt: wie 3 paarden heeft is in veel landen ook boer, terwijl -zo kon ik niet nalaten te signaleren- een gezin met 3 auto's toch geen garage of autohandelaar is. Een ondergrens van 10.000 euro omzet (bij normale oogsten en prijzen) lijkt me toch wel het minimum. Maar voor politici in een aantal landen onaanvaardbaar.


Posted by Picasa

dinsdag 28 juni 2011

By the way: BTW

De BTW op beeldende kunsten gaat een dezer dagen omhoog. Goede reden om eens even op een rijtje te zetten of er eigenlijk wel argumenten zijn voor een verlaagd tarief. In een column die Boerenbusiness publiceerde.

maandag 27 juni 2011

smart specialisation

De EU heeft een strategie om regio's te helpen niet allemaal hetzelfde te doen, maar zich te specialiseren in waar ze goed in zijn, met bijbehorende kennis- en innovatiesystemen. Er is net een nieuwe website open over het onderwerp. Hier de link

zondag 26 juni 2011

politieke zorgen

Iedereen, en dus ook elk bedrijf loopt politieke risico's. De wetgeving kan zo maar veranderen. De milieuwetgeving kan worden aangescherpt (minister Braks, hier rechts in de serie Aaldense portretten) zag zich ooit genoodzaakt de Interimwet voor de Intensieve veehouderij af te kondigen. Het geldt ook in het landbouwbeleid, waar prijsondersteuning kan worden afgebouwd.
Die veranderingen waren een van de drijfveren voor een aantal boeren om zich toe te leggen op zorglandbouw. Met de afbouw van het persoonsgebonden budget (een grote stimulans, deze vorm van multifunctionele landbouw is meer bevorderd door het Ministerie van Volksgezondheid dan door dat van LNV) blijkt nu ook deze sector een fors politiek risico te lopen. Zo meldt nu.nl op gezag van het Nederlands Dagblad

zaterdag 25 juni 2011

Econoompje

De 1700e blog is reclame voor een andere belofte (zie de blog van gisteren voor een toelichting op de foto hiernaast). Namelijk de blog van een collega econoom van het LEI die al geruime tijd interessante zaken noteert als Econoompje.
Had al lang toegevoegd moeten worden aan de links links. Maar staat er nu bij.

vrijdag 24 juni 2011

Belofte in de polder

Ik onderbreek de foto-serie van de ex-LNV ministers omdat sommigen wat anders willen zien, en ik je graag even wijs op het feit dat je morgen weer de unieke kans hebt om het Land van Belofte (foto) in Moerkapelle te bezoeken. De opentuinendag is wat later dan twee jaar geleden (zeker in het groeiseizoen), dus ga eens kijken hoe het er nu uit ziet. Hier mijn blog van mijn vorige bezoek

donderdag 23 juni 2011

Hamer en sikkel

In het gebouw van het voormalig ministerie van LNV (voor een toelichting op de foto rechts zie de blog van zondag), waar nu EL&I zit kreeg ik vandaag een 2-borrel flesje Sovetka 
Als dank van een delegatie uit de Oekraine. Uit welbegrepen eigen belang en dat van de agrobusiness helpt de overheid Oekraine met kennis over landinrichting, kavelruil, kadaster en grondmarkt. Zodat de grond van de Oekraine het equivalent van Arabische olie wordt, zo zei de delegatieleidster.
Ik hield een korte inleiding over het belang van property rights, dat grondeigendom niet echt nodig is maar langdurige pacht ook goed kan werken, het belang van lange termijn zekerheid en weinig politiek risico voor investeerders en het belang van procesmanagement bij gebiedsprocessen. Als ook het belang van coopereren van kleine boeren.
Ze vonden ons nogal van economie en agribusiness, zo kreeg ik de indruk. Dus dat werd beloond met een mooi klein flesje met hamer en sikkel en een prominente bar-code - mooier kun je de transitie niet illustreren.

woensdag 22 juni 2011

Mooi uitje gisteren naar het Zuidwesten. Rondrit door de Wilhelminapolder (hier en daar duidelijke droogteschade, maar de bieten al ver voor de langste dag dicht - een recordoogst lijkt in de maak) met een inspectie van de stoere trekkers met hun precisie-instrumenten. Als ook de innovatieve binnendijkse mosselteelt. Dat ligt er idylischer bij dan de Zeeuwse Tongteelt waar we aan de voet van de Oosterscheldebrug langs reden. We genoten er nog een korte wandeling door de fraaiepolder, daar moeten we nog eens een keer een hele dag voor uittrekken.
Vervolgens naar Dreischor, waar een van de betere schorren van Zeeland ligt en het slikken geen straf is (en een van de mooiste ringdorpen van het eiland, maar dat ontliep onze inspectie). De Kleine Schorre is een van de grootste en beste wijngaarden van Nederland, zo leerden we. Levert een derde van de oogst aan de business class van de KLM en voor 75 dollar heb je op Curacao ook een fles op het terras. Dan is het in de winkel op Schouwen-Druiveland (sic!) heel wat vriendelijker pimpelen en geprijsd.

maandag 20 juni 2011

weinig te melden

In de serie van de op pseudo grafzuilen weergegeven ministers van Landbouw (zie de blog van gisteren), vandaag Cees Veerman. Morgen zit ik in de Zuidwestelijke delta, maar verder valt er weinig van te melden.

De vele bijzonderheden van vandaag lenen zich niet zo voor de blog. Behalve dan misschien een alleraardigste mail van enkele Vlamingen die ik op 28 april op deze blog citeerde, en die melden zich goed en accuraat geciteerd te voelen en blij zijn met deze reclame. Dat moet je tenslotte als blogger ook maar afwachten, dus zo'n feedback is welkom. Op een dag waarin de TV geirriteerde Vlamingen aan het woord laat over contractbreuk omdat het kabinet (weer) besloten heeft de Hedwige niet onder water te zetten, is dat misschien toch ook nog een kleine bijdrage aan de zo kwetsbare Europese gedachte.

zondag 19 juni 2011

Koppen uit het verleden

Vandaag een bijdrage van een correspondent in het Drentse. Het is de tijd van de zomerhappenings. Het Drentse Aalden was afgelopen dagen gastheer van de tentoonstelling Zuidenveld
Het (kerk)dorp Wezep droeg bij met een kleine variant op mijn blogthema, namelijk niet “De landbouw verandert” maar de drastische variant “Landbouw verdwijnt”. In dit geval werd dan slechts op LNV gedoeld, zo begrijp ik.
Want langs de weg borden van een aantal oud LNV bewindslieden onder het motto:
“Markante koppen uit het verleden / Ministerie van Landbouw overleden”
Bij deze een foto die onze correspondent maakte van de laatste minister van LNV.  Komende dagen de anderen, met de kanttekening dat ze in Wezep wel al heel wat koppen vergeten zijn: Vondeling, De Koning, Bukman en Apotheker.
Maar Mansholt leeft nog in het noorden. Hij kreeg een ereplaats bij de entree van de route voor de optocht. Overigens viel de tentoonstelling wel in het water. Het begon er al mee dat de ereboog niet onder een viaduct door kon en er met groot materieel overheen moest. Vervolgens reed in er in de nachtelijke uren een vrachtauto tegen de ereboog. En daarna kwam de regen.
Volgend jaar misschien toch een zonniger thema kiezen?
(met dank aan onze correspondent)

zaterdag 18 juni 2011

Kennis en innovatie in Parijs

Afgelopen dagen verbleef ik in Parijs voor een OECD conferentie over Agrarische Kennis en Innovatie Systemen (AKIS in het jargon, hoewel de OECD de I wegliet in de titel van de conferentie). Een boeiende uitwisseling van gezichtspunten, waarbij er twee stromingen zijn over hoe je innovatie bevordert. Aan de ene kant de top-down methode waarbij door massale investeringen in bv. IT of biotech wetenschap, net als in de groene revolutie) er nieuwe zaden en machines ontwikkeld worden die door boeren wel worden ingevoerd omdat ze geld opleveren.
En aan de andere kant inleidingen die vooral uitgaan van regionale kennis- en innovatiesystemen om nieuwe concepten in te voeren, wetgeving daarop aan te passen en markten voor nieuwe producten te creeren. In mijn inleiding in de eerste sessie had ik het verschil tussen beide gezichtspunten, van wetenschapsbeleid versus innovatiebeleid al in kaart gebracht, dus dat hielp de rest te classificeren. Waaronder mooie inleidingen uit Brazilie, India, Indonesie, Zuid-Afrika en China.
Voor beide is een rol weggelegd en het is ook wel logisch dat je voor het uitbreiden van de landbouw in Brazilie of Zuidelijk Afrika voor het ene kiest en voor de landbouw rond de Europese steden of de lokale voedselgewassen in India of Afrika de andere.
De slotdiscussie ging vooral over de vraag hoe het toch mogelijk is dat het rendement in investeringen in de landbouwkennis op 15 a 20% per jaar wordt becijferd (rekening houdend met de contante waarde van de opbrengsten die vaak pas na een jaar of 10 a 15 verschijnen, het duurt even voor de rendementen van investeringen in een R&D lab worden verzilverd), terwijl er steeds minder geld in wordt gestopt. Er is sprake van forse onderinvesteringen.
De politiek kijkt meer naar de korte termijn, veel van de baten hebben ook grote spill-overs (dus hoewel het zinvol is als land zelf te investeren, profiteren ook anderen mee en dat weerhoudt landen om het te doen) en de investeringen zijn wellicht risicovol, zo werd geopperd. Er werden dus de nodige argumenten aangevoerd om o.a. door onderwijs en betere voorlichting de samenleving te overtuigen dat investeren in R&D voor voedsel moet.
Wat mij en een andere deelnemer tot de stoute vraag verleidde waarom we eigenlijk de burger / kiezer moeten overtuigen, en waarom niet onze eigen boeren bereid zijn dit rendement te maken door een deel van de directe inkomensbetalingen hiervoor te gebruiken. Die leveren daarmee een groter rendement op dan ze nu in grondaankopen of spaargelden te steken. Tenslotte doen grote multinationals als de zaadveredelaars en de John Deeres van deze wereld hetzelfde, die proberen ook zoveel mogelijk van die 15a 20% privaat te realiseren middels patenten, dus als je enige macht in de keten wilt houden zou het voor boeren verstandig kunnen zijn dit spel mee te spelen.
Het antwoord waarom dat niet gebeurd, zo suggereerde het panel, ligt in de politieke economie. Zeventig procent van de boeren produceert 20 a 30% van de productie, haalt een deel van zijn inkomen uit andere activiteiten maar wordt daar met de crisis geconfronteerd (als ook met hoge zaad, veevoer en energieprijzen) en is niet in voor investeringen in de toekomst. Ik vrees dat de huidige heterogeniteit in de landbouw daarmee verder uitkristaliseert in een industriele sector gedomineerd door de genoemde input-industrie (in kongsi met de retail) en een lokale kleinschalige sector die uit allerlei inkomensbronnen zijn kostje bij elkaar scharrelt. McDonalds en het frietkot, voor beide is wat te zeggen.

Enfin een boeiende conferentie, die natuurlijk ook een platform voor de biotech industrie en een Franse boer was om Europa op zijn verantwoordelijkheid te wijzen dat het met biotech de voedselproductie moet opvoeren om het Midden-Oosten en Noord-Afrika te helpen voeden als ook de effecten van klimaatsverandering op te vangen.
Er komen in de loop van het jaar proceedings, als ze er zijn maak ik er melding van. En ben je komende weken in Parijs, doe net als ik en besteed nog anderhalf uur op de late vrijdagmiddag aan de Manet tentoonstelling in het Musee d' Orsay. En aan de Van Goch schilderijen met de rustende boer en boerin voor de graanschelf. Romantisch beeld van wat toen gewoon grootschalige landbouw was.

vrijdag 17 juni 2011

In de Rivista di Economia Agraria

patchwork in Oregon
Mocht je eens een italiaans blad willen lezen met een bijdrage van ons, dan is hier de link.
Mijn mede-auteur prof. Jan Douwe van der Ploeg regelde een special issue van de Rivista di Economia Agraria. Met als thema the Comparative Analysis of Rural Development in Europe, China and Brazil.  Dat naar aanleiding van een conferentie van vorig jaar februari. Het paper is overigens gewoon in het Engels, dus toch even doorklikken

donderdag 16 juni 2011

geopolitics of food

 Lester Brown scheef anderhalve week geleden een stuk in de NRC over geopolitics of food. Het hele verhaal stond in Foreign Policy, zoals het avondblad al aangaf. Hier is de link naar het hele stuk, dat natuurlijk een licht alarmerend karakter heeft. Maar dat zijn we van deze auteur een beetje gewend.

woensdag 15 juni 2011

thee

Zondag gehoord op een feestje: je kunt aan de taal in Europa horen of de thee er over land of via het water is geintroduceerd. Over land kwam het uit China via Turkijke en is het woord Caj of iets vergelijkbaars de aanduiding. Werd het over zee door de Nederlanders gebracht dan heette het thee of tea of te. Ook het Marokaans gebruikt het woord thee.
De wiki lijkt het verhaal te bevestigen en doet vermoeden dat het ene woord uit het Mandarijn komt en het andere uit het dialect van Fuxian:   Het woord thee kent zijn oorsprong in China en heet daar in het dialect van Fuxian 'tê'. Deze benaming is door de Nederlanders in West-Europa verspreid (Frans: 'thé', Engels: 'tea', Duits: 'Tee', Italiaans: 'tè'). In het Mandarijn heet thee 'cha' net als in bijvoorbeeld het Japans, Russisch en Turks.

dinsdag 14 juni 2011

aanrechtboeren

Souvenir nr 5, een
prijswinnende foto van Ruud van Empel
De achterpagina van de NRC meldde vorige week dinsdag het bestaan van "aanrechtboeren".  Er blijken "underground boerenmarkten" te bestaan die via Twitter min of meer spontaan worden georganiseerd (als een soort web mob), waarbij amateur voedselproducten hun thuisgemaakte producten te koop aanbieden (of soms vooral ruilen en uitdelen). Voor sommigen een opstapje om bij gebleken succes echt commercieel te worden.
Deze thuisproducenten (die niet zozeer boeren zijn, maar mini-voedingsmiddelenfabrikant) worden ook aangeduid als "aanrechtboeren (m/v)".
Interessant voor de VWA en juristen zo lijkt me. De betrokkenen hebben daar niet zoveel mee, die zien zich als "punk" - ze staan op tegen een te gereguleerde maatschappij. Er is behoefte aan anarchie, creativiteit en eigenheid.

NRC-H: Aanrechtboeren en voedingsanarchie. 7.6.2011

maandag 13 juni 2011

2e pinksterdag

Onhandig zo'n 2e Pinksterdag, als je internationaal werkt. Wat mij betreft omruilen voor het Suikerfeest. Maar weinig landen doen er aan, hoewel Frankrijk vandaag een bank-holiday heeft. En erger: Outlook vind het te lastig om de nationale feestdagen te agenderen.
En zo kwam het dat ik een uitnodiging aanvaardde om net als elk jaar een groepje studenten van de Universiteit van Reading te ontvangen. De examenklassen toeren elk jaar door Nederland om hun kennis aan de praktijk te toetsen.
Een paar weken geleden kwamen we er achter dat dit dus een ongelukkige dag is, kantoor dicht. En zo kwam het dat we de lezing verplaatsten naar het volgende programmaonderdeel, een kaasboerderij in Vreeland.
Mooi tochtje door het Groene Hart, mooie kaasboerderij met bed & breakfast. En als de bureaucratie meezit in de toekomst ook inpandige appartementen in de boerderij. Mooie plek dus om de studenten uit te leggen hoe de agrarische sector sinds de Gouden Eeuw nauw verbonden is met de stad en ook daarom een business mentaliteit heeft. Dat krijg je als je zolang in internationale markten bent geintegreerd, met ups en downs.
Met de studenten ging het nog over grondwaarde. We kwamen er achter dat de landbouwgrond hier veel meer waard is dan in het VK. Maar ook dat landbouwgrond daar tegen veel hogere waardes de woningbouw in gaat dan hier. Ik taxeer dat hier op 4 a 4,5 ton per ha, in het VK zou dat rond het miljoen liggen. Qua regulering van de ruimtelijke ordening lijken de twee landen elkaar niet veel te ontlopen, beide hebben scherpe grenzen tussen rood en groen. Wat wel verschilt is het huur- en bouwbeleid. Wij bouwen ook veel sociale woningbouw in de Vinexwijken, in het VK wordt er aan de rand van de stad alleen voor de rijkere bevolking gebouwd. De working class woont in de oude wijken in de binnenstad en de huursector is er minder gereguleerd. De biedprijs voor schaarse woningbouwgrond ligt dus hoger, dat leek ons een logische verklaring, maar misschien weet een lezer het beter. Als het klopt is er een goede reden om vanuit de landbouw te pleiten voor liberalisatie van de woningmarkt.

verzuiling

Canons zijn in, en als lijstjesmaker houd ik daar wel van. Het Agrarisch Dagblad runt een reeks onder de titel Groene Canon waarin ons stukjes geschiedenis worden voorgeschoteld.
Zo verscheen afgelopen dagen een stukje over de verzuiling en vooral het eind daarvan, waarbij de vorming van LTO vooral het einde van het Landbouwschap werd. Dat leverde ons nog een mooie link op naar een eerder rapport over belangenbehartiging.

zondag 12 juni 2011

onbemande tractoren

Er is weinig reden meer om een tractor te bemannen, voertuigen kun je ook op afstand bedienen c.q. kunnen zichzelf wel redden met een goede computer.
Dat vermoedde ik al wat langer, en beweer ik ook wel eens op lezingen. Op de bijeenkomst over innovatie in Warschau (zie de blog van gisteren) gaf iemand van John Deere een boeiende lezing over hoe zij met innovatie van de machines van de toekomst bezig zijn.
Het onbemande tractorverhaal werd bevestigd. Het zou ook veiliger zijn voor de bestuurder als hij er niet meer op zou zitten, daar gebeuren helaas elk jaar nog ernstige ongelukken mee. Maar velen vrezen nog wel voor ongelukken met mensen die om tractoren heen bezig zijn en de daarbij behorende aansprakelijkheid van de tractor-eigenaar. Dat is een reden dat we tractoren nog steeds bemannen.
Maar niet de belangrijkrijste, want daar zijn wel oplossingen voor. Nee de echte reden dat er nog mensen op een tractor zitten is dat de machine die erachter hangt zichzelf nog niet kan bedienen. De tractorbestuurders is eigenlijk de apparaatsbestuurder. De ploeg moet af en toe nog bijgesteld en netjes aan het eind uit de voor gehaald en gewenteld. Zolang een robot nog niet de ploegwestrijden heeft gewonnen, is de bestuurder nog nodig.
Maar heel lang zal dat niet meer duren, zo voorspelde de inleider. En met plezier citeerde hij de grote Duitse landbouwwetenschapper Albrecht D. Thaer: "dass mann die Landwirtschaft als eine Fabrik, aber dann als eine sehr verwickelte Fabrik, betrachtet und bei ihrer Betreibung alle Regeln unterlegt worauf der gluckliche Erfolg der Fabrikanten beruhet". Geschreven in 1801, toen fabrikanten nog gelukkig waren en niet door Marx als kapitalist waren weggezet.
Ik vrees dat het geen toeval was dat het woord boer in de lezing niet aan de orde kwam. Desalniettemin constateerde de geleerde Poolse landbouw-econoom die de sessie voorzat, dat boeren dit technische verhaal zeer zou hebben aangesproken. Ik vrees dat hij gelijk heeft - een tikje tragisch, maar wel goed voor de consument want het kan straks nog goedkoper.

zaterdag 11 juni 2011

innovatie in Warschau

Terwijl begin deze week de komkommercrisis in volle gang was, was ik een dagje te gast in Warschau, waar het aankomend Pools voorzitterschap werd aangegrepen om van gedachten te wisselen over het thema innovatie voor de agro-sector, zowel de voedingsmiddelenindustrie als ook in de landbouw.
Prof. Luc Soete uit Maastricht gaf de openings keynote over innovatiebeleid en daarna mocht ik iets over de agro te berde brengen. Naar aanleiding van eerder werk voor de EU en hier in Nederland.
Mijn pleidooi dat innovatie niet iets is van alleen een individuele boer, maar dat je dat in netwerken met collega's en toeleveranciers en afnemers (en soms onderzoek en overheid) doet kreeg onder de term 'you never innovate alone' bijval.
Uiteindelijk was de conclusie van de dag zo ongeveer dat het GLB ooit gemaakt is om de voedselproductie te verhogen  voor voedselzekerheid en dat er met dat doel gezien klimaatsverandering, groei van de wereldbevolking en de importbehoefte in de buurlanden nog niet zo heel veel mis is (als je het wijder ziet dan de EU sec althans). Maar dat het middel prijsverhoging door afscherming van de wereldmarkt niet meer aan de orde kan zijn (als je ook voor buurlanden wil produceren), zodat het zal moeten komen van innovatie om productie te verhogen, beslag op milieu en grondstoffen te verminderen en inkomens/arbeidsproductiviteit te verhogen.

vrijdag 10 juni 2011

Agent op promotie

kijkje op de oude vliegbasis
Soesterberg
Begin deze week werd er hier weinig geblogd, want ik was er even niet. Zo zat ik woensdag in Delft, waar mijn LEI collega Tim Verwaart promoveerde op een proefschrift over agent-modellen.
Dat zijn computer-simulaties waarin mensen (of bedrijven) in de computer worden vertegenwoordigd door een agent die hun gedrag nabootsen. Denk bij het woord agent aan de betekenis als in handelsagent, een soort vertegenwoordiger.
Op die manier kun je bv. agenten met elkaar laten onderhandelen om de resultaten daarvan te bestuderen. Die methode kun je bv. gebruiken door in een gebied alle boeren af te beelden met hun uitgangssituatie, het vervolgens bij toeval niet of wel te laten regenen en ook bv verschillen in vaardigheden rond het omgaan met droogte veronderstellen en dan zien hoe na een aantal speelrondes er verschillen inkomens en grondaankopen ontstaan, en dan kun je conclusies trekken over de uiteindelijke bedrijfsstructuur en landschapsbeeld als het klimaat droger wordt.
In dit proefschrift werden de agenten voorzien van verschillende cultuur (bv. Chinese en Amerikaanse onderhandelaars) en vervolgens werd gekeken hoe dat op de handel uitpakt. Want handel is vertrouwen en de ene cultuur heeft dat meer nodig dan de andere, resp. is wantrouwender dan de ander.
Enfin ik zal je daar verder niet mee vermoeien, lees het proefschrift. Nog wel een leuke laatste stelling: "A management report that raises questions is no good; a scientific publication that raises no questions is no good". Waarbij ik er dan aan toevoeg dat dit een academisch gezichtspunt is. Beleidsmakers hebben liever een wetenschappelijk onderzoek dat geen vragen oproept.

D. Verwaart: Agent-based modelling of culture's consequences for trade. Delft 2011

donderdag 9 juni 2011

Rust of Stoom in de Delta

Ik spoorde vandaag op en neer naar Goes voor een bijeenkomst in de werkplaats van de Zuidwestelijke Delta. We discussieerden over scenario's voor 2020 en 2050, hetgeen ik mocht inleiden met mijn kennis uit toekomstverkenningen.
Als altijd weer genoeglijk en interessant. Het grootste inzicht dat ik opdeed is dat je niet de fout in moet gaan door te kijken naar effecten van klimaat en economie in de ZW Delta sec, maar dat het gaat om de relatieve concurrentiepositie ten opzichte van andere gebieden. Een scenario met relatief weinig klimaatseffecten en matige economische groei (" rust ") is gunstig voor de productie (tikje meer regen, verzilting valt wel mee), maar dat zal bij de concurrenten ook zo zijn. Recept voor kostprijslandbouw met veel schaalvergroting.
Bij een scenario ("stoom") met veel economische ontwikkeling, gunstige vraag naar producten en veel klimaatsveranderingseffecten (veel tropische dagen in de zomer, minder neerslag, waarvan het overigens nogal uitmaakt of dat in het voorjaar of in de zomer droger is) zijn de effecten op productie groot en moet je veel gaan regelen rond schaars zoet water. En zal dat er niet altijd overal zijn, met verplaatsing van teelten als gevolg. Maar het buitenland zal nog veel meer last hebben van die droogte en dus verbetert de concurrentiepostie ten opzichte van Frankrijk of Duitsland. En is er dus het nodige geld om te innoveren en schaars water met precisie toe te passen.
Verder liet de landbouw, m.i. zeer terecht, nog even aantekenen dat we pas weer over zilte gewassen moeten praten als er een aantoonbare markt tot stand is gebracht. Tot die tijd blijft het een specialty waar je geen 4.000 of 40.000, laat staan 200.000 ha mee vult. Als het klimaat onder "stoom" komt, kunnen we wel goedkoop met de containers langs NovaZembla naar Japan, maar of dat dan leidt tot forse zeewier en lamsoor verkopen in Tokyo is zeer de vraag.
Met het oog op de precisielandbouw merkte ik nog op dat toegang tot satelietdata misschien in de toekomst wel een belangrijke input wordt in de concurrentiepositie. Het vond geen weerklank. Maar op de terugweg moest ik wel constateren dat de intercity Goes - Rotterdam geen elektriciteit en internet verschaft, terwijl ik van Rotterdam richting Gouda wel mijn mails in de trein kan downloaden en afhandelen. Vooralsnog wordt de concurrentiepositie van Zeeland dus niet geholpen door toegang tot internet in de trein. Maar dat zal voor 2020 richting Zeeland wel opgelost zijn.

zondag 5 juni 2011

droogte column

Het beregenen van de tuin zette me aan tot het schrijven van een column over de droogte. Net ingeleverd, krijgen grote delen van Nederland te maken met forse buien - zul je net zien.
Efin Boerenbusiness was zo vriendelijk het toch te plaatsen. Misschien had ik mijn column eerder moeten schrijven, of -gezien de inhoud- wat later.

vrijdag 3 juni 2011

monitoren van het mestbeleid

Al een tijdje heb ik hier geen aandacht besteed aan SPIL. Dat komt vermoedelijk omdat het blad de laatste tijd wel erg veel klimaat en (wind)energie in zijn kolommen doet. En dat valt een beetje buiten het bestek van deze blog.
In het meest recente nummer echter een boeiend artikel van prof. Johan Bouma over het mestbeleid. Hij constateert dat we wat betreft het grondwater de doelen een heel eind hebben bereikt, alleen Zuid Limburg is nog problematisch.
Verder een pleidooi om vooral te blijven letten (en beleid te voeren) op te meten indicatoren en niet allerlei afgeleide proxies. Meting door een netwerk als LMM krijgt veel bijval, voor N-depositie in de natuurgebieden ontbreekt iets dergelijks. Modellen en expert-meningen proberen te voorzien in de relatie tussen ammoniak emissie (voor de boer vooral geoperationaliseerd in voorschriften rond mestaanwending) en natuurkwaliteit. Meer accent op kengetallen waar de boer ter plekke wat mee kan en op de regionale aspecten (waarbij ook andere aspecten die de natuurkwaliteit beinvloeden in aanmerking moeten worden genomen), zoals de Commissie Trojan voorstelde, worden nog eens onderstreept.
Nuttig artikel.

Johan Bouma: Normen en waarden in het mestbeleid,  Spil, 2011 nummer 1/2

donderdag 2 juni 2011

Mooi boek

Soms zijn er leuke verrassingen. Edgar Elgar stuurde me het boek "Institutions and regulation for economic growth? - public interests versus private incentives". Een uitgave met papers, bezorgd door Emiel Wubben van Wageningen Universiteit, naar aanleiding van een studiedag die vorig jaar in Wageningen werd gehouden.
Tweede verrassing (niet helemaal natuurlijk): dankzij de inspanningen van mijn mede-auteurs staat er een paper in over food legistlation and competitiveness in the EU food industry. Wie beweert dat je aan een tender voor toegepast onderzoek geen papers kunt overhouden, heeft het mis, en dit is niet de eerste.
Derde verrassing: we bevinden ons in goed gezelschap, want de nieuwe directeur van de Nederlandsche Bank Klaas Knot heeft wat verderop in het boek ook een paper. Over publieke risico's en private belangen in de bankenwereld.
Allemaal goede redenen om dit boek te kopen.. Veel leesplezier.

woensdag 1 juni 2011

lijstje: 7 to do's om de wereld te voeden

De boulevard van Baku,
dat land heeft wel
wat aan het rijtje
Weer eens eenn lijstje. Het Wageningen UR blad Resource belde een rondje langs de velden en komt met 7 stappen om de wereld van 9 miljard te voeden:
  1. hulpbronnen efficienter gebruiken
  2. beperk het verlies
  3. meer invloed van boeren en organiseer ze in ketens en netwerken
  4. markten beter laten functioneren
  5. marktbescherming voor ontwikkelingslanden
  6. voedsel en geen brandstof
  7. stimuleer het vakmanschap
De stappen overlappen elkaar deels, maar ze hebben in ieder geval opvallend veel aandacht voor economie. Van de techniek moet het blijkbaar niet komen. En daarbinnen al helemaal niet van gmo of nieuwe rassen. Dan zijn bodemvruchtbaarheid en waterverbruik belangrijker aspecten.
Ik ben benieuwd of de onderzoeksbudgetten en de prioriteitenlijstjes van topgebieden deze lijst ook als uitgangspunt gaan nemen...