Pagina's

zaterdag 27 september 2008

de health check in Malta

We hadden het in Malta (zie de blog van gisteren) natuurlijk ook nog over de ontwikkeling van het landbouwbeleid. Uit Annecy kwam het bericht dat de Europese Commissaris weinig ziet in een inkomensverzekering (zoals de Amerikanen wel doen) in plaats van directe betalingen. Een hoge commissieambtenaar legde me uit waarom: de transferefficiency zou volgens amerikaanse studies laag zijn. Met andere woorden veel van het geld komt niet bij de boer maar verdwijnt in andermans zakken. Die studies moeten we nog maar eens bekijken, want dat vond ik nog wel een verrassend inzicht. Ik kon bij een glas Maltezer wijn zo snel alleen de zakken van de grondeigenaren, ambtenaren en verzekeringsmaatschappijen bedenken, maar de eerste twee groepen hebben ook veel baat bij directe betalingen dus dat maakt geen verschil.
De tweede reden leek me doorslaggevender voor de Commissie: de uitgaven zijn onvoorspelbaar. In goede jaren kost het weinig, bij lage prijzen een vermogen. Daar kunnen de ambtenaren van financien niet mee leven, zo kun je geen begroting door het parlement krijgen. Lukt dus op zijn best als je er een of ander verzekeringsfonds tussen zet, maar dan nog loop je zeker in de eerste jaren veel risico dat je als overheid fors bij moet passen. Dan kun je beter een beroep op de nationale bijstandsregelingen in de sociale verzekering doen.

Haves and have-nots
Twintig procent van de boeren strijkt 80% van de subsidies op. En onder die 20% zitten verrassende winnaars: het gemiddelde bedrijf in de EU (hele kleintjes buiten beschouwing gelaten) krijgt jaarlijks 12.000 euro op de bankrekening. In Slowakije is dat 104.000 euro, in Tjechie 63.000 euro. Maar daar hebben ze dan ook grote bedrijven.
Mijn Franse collega Jean Pierre Butault liet met cijfers voor Frankrijk zien dat het allemaal niet helpt als je de bedragen niet op historische gronden uitbetaald maar een vast bedrag voor alle hectares. Dan zijn er wel winnaars en verliezers (soms ook fors) maar de verdeling blijft 20/80. Het is nu eenmaal een feit dat 20% van de boeren 80% van de grond of de productiemiddelen en daarmee de productie in handen heeft. En het is de politieke vraag of juist die 20% niet met wat minder toe kan (modulatie) net als er trouwens aan de andere kant ook wel 20% is die (zoals wijzelf) zijn echte inkomen elders vandaan haalt.
Het enige wat de zaak echt doet veranderen in de Franse berekeningen is als je subsidies per arbeidskracht gaat verstrekken. Dat geldt ook op EU niveau: in Finland krijgt een arbeidskracht 27.800 euro, tien keer zo veel als in Polen of Litouwen. Natuurlijk, ook de levensstandaard tussen die landen verschilt, maar de Finnen en Zweden krijgen ook 2,5 keer zo veel als de Belgische arbeidskracht.

John Deere vervangt Jan Polanski
En er zouden best goede redenen zijn dat per arbeidskracht te doen: door de subsidie per ha of per bedrijf uit te keren blijft er een prikkel voor het bedrijf om Lech en Jan Polanski te vervangen door John Deere. De mechanisatie gaat door, ook daar waar we zeggen juist mensen op het platteland te willen houden om het lokale schooltje en de bakker open te houden. Een subsidie per arbeidskracht gaat dat tegen. Grote probleem is echter dat het oncontroleerbaar is. Een ha kun je via de sateliet controleren, maar als iemand zegt dat hij met zijn vrouw 2 fte in het bedrijf steekt, hoe controleer je dat als er ook nog een Engelse bed en breakfast of een Frans burgemeesterschap is? Ook dan kom je al gauw bij de nationale inkomstenbelasting en sociale voorzieningen uit.
Een optimaal landbouwbeleid ontwerpen blijft lastig, ook vanaf Malta.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten