Aan de geschiedenis van de cooperatieve aardappelbusiness in Zevenhuizen is een eind gekomen. Het was nooit een succes a la Aviko in Steenderen - integendeel. Naar verluidt bouwde de locale cooperatie Zevenhuizen begin jaren zeventig een grote aardappelbewaarschuur, met ambitieuse plannen voor meer. Rotterdam, de glastuinbouw en de natuur waren toen nog ver weg. Al in de jaren zeventig bleken de ambities te hoog gegrepen (het waren ook lastige aardappeljaren met extreme prijzen en extreem droge en natte weersomstandigheden in 1975 en 1976) en het onroerend goed kwam in handen van topcooperatie Cebeco-Handelsraad in Rotterdam. En via hen kwam het bij cooperatie Cavo Latuco, lid van die cooperatie.
Toen die cooperatie jaren geleden fuseerde met Agrifirm in Meppel was er blijkbaar al geen reden meer het naambord op de schuur aan te passen. Er werden nog een aantal jaren uien bewaard en op het voorterrein werd in de zomer nog wat graan ontvangen - wat wij als buren en ex-boerderijbewoners wel nostalgisch vonden. Mijn eerste betaalde vakantiebaantje was ooit in de graanontvangst.
Eind vorig jaar verkocht Agrifirm het pand aan een locale loonwerker, wat wel een klein beetje zal hebben bijgedragen aan de gerapporteerde winst van Agrifirm. En zo zijn wij ineens dagen druk een windsingel te rooien en nog wat planten te redden. Want waar het afwezige Agrifirm het onderhoud op de grens met plezier overliet aan de belanghebbende omwonenden, wil de nieuwe eigenaar natuurlijk elke duur betaalde vierkante meter in gebruik nemen. Gezien de hoogteverschillen tussen de percelen vraagt dat om creatieve oplossingen.
En natuurlijk kijken de omwonende burgers of hun informele eigendomsrechten van rust, stofvrij, stankvrij in tact blijven. Sommigen hadden liever de sloop gezien, met de bouw (hier of aan het dorp) van een bungalow. Maar voor die rood voor groen regeling was de oude opzet van de cooperatie Zevenhuizen weer niet ambitieus genoeg: je krijgt alleen een bouwvergunning voor duizend kuub schuur. Zeshonderd is dan te weinig, en waar vind je zo snel er nog eens vierhonderd en hoe verdeel je dan de buit?
Enfin, een loonwerkbedrijf past nog aardig in een landelijke omgeving en het blijkt dat we als buitenburgers ook in aanmerking komen voor een programma rond de aanplant van nieuwe boerenwindsingels. Hoe sympathiek.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten