Pagina's

donderdag 11 januari 2007

ruilen in de Meerpaal

Het stormt vandaag, de windvlagen vellen in de tuin een populier die twee jaar geleden al door bliksem was getroffen. Toen het gebeurde zat ik feestelijk in de Meerpaal in Dronten, voor een stuif ’s in rond een kavelruil. Leuk om ook de verbouwde Meerpaal te zien, Frank van Klingeren zijn erfenis is goed aangepast aan de tijd. In de jaren zeventig zat ik er nog een paar jaar in een culturele commissie namens de jeugd. De tijd waarin we Neerlands Hoop (Freek en Bram) naar de polder haalden voor broodnodig links cabaret. Nu zaten we er om de handtekeningen te zetten voor een kavelruil van 260 ha.
Prijzen van produkten worden door de markt gedicteerd, kosten kunnen boeren proberen zelf in de hand te houden. Een belangrijk deel van de bewerkingskosten van gewassen ontstaat niet door de werkzaamheden zelf, maar door aan- en afvoer van producten, het op een perceel in werking stellen van machines en het schoonmaken en op transport stellen van machines na een bewerking. Wie voor schaalvergroting kiest, is er dus nog niet met de aankoop of pacht van grond. Grotere percelen, die dichter bij elkaar en bij de bedrijfsgebouwen liggen, zijn nodig om kosten te minimaliseren. Liever een kavel met 30 ha aardappelen dan drie percelen van 10 ha.
Nu is lang niet altijd buurmans grond te koop. En sommigen komen tot schaalvergroting door samenwerking, bijvoorbeeld in familieverband. Gevolg is dat kavels soms op forse afstand van elkaar liggen.Twintig kilometer over de openbare weg is niet ongebruikelijk. Kavelruil kan dan een uitkomst bieden. Ook de overheid is daar voorstander van: niet alleen verbetert de concurrentiepositie van de landbouw, maar ook de verkeersveiligheid neemt toe en de milieubelasting af. Vandaar dat kavelruil wordt bevorderd, onder andere door subsidies. Bij kavelruil is de grondoverdracht vrijgesteld van overdrachtsbelasting en worden de notariskosten gesubsidieerd. Administratieve kavelruil is daarmee de opvolger van de aloude ruilverkaveling, waar ook draglines in het landschap aan te pas kwamen.

De Flevolandse ruil is een project waar wat van te leren valt, omdat het op vele wijzen uniek is. Wie door Flevoland rijdt, ziet een goed verkavelde polder, maar na veertig jaar is het grondgebruik toch meer versnipperd dan je van de weg af en in de statistieken ziet. Waar op het ‘oude land’ de schaalvergroting geleidelijker gaat, wordt hier een hele generatie akkerbouwers in een korte periode met strategische keuzes geconfronteerd.
Akkerbouwbedrijven die met 35 ha een generatie geleden optimaal waren, zijn nu te klein. In deze kavelruil waren dan ook negen boeren betrokken met heel verschillende doelstellingen: ondernemers die de landbouw nu of binnen afzienbare tijd willen verlaten om iets anders op te bouwen; ondernemers die op een locatie willen samenwerken in combinatie met activiteiten buiten het erf; ondernemers die graag hun mogelijkheden tot bedrijfsvergroting benutten. Zulke grote verschillen in doelstelling maakt ruilen makkelijker, want ieder wil wat anders. Uiteindelijk zijn er zelfs complete boerderijen geruild. Maar het maakt het ook veel moeilijker omdat belangen ver uiteen liggen en de kans groot is dat mensen elkaar over en weer minder goed begrijpen. Alleen dat al vraagt om inschakeling vanaf het prille begin van mensen die hun beroep gemaakt hebben van het begeleiden van zulke processen, in dit geval een excellente makelaar. Zodat de ondernemers zelf, met hun bankier, accountant, fiscalist en notaris zich vooral op hun eigen belang kunnen concentreren.
Zeer uniek in deze ruil is ook de wisselwerking tussen ondernemers en overheid. Het idee kwam nu eens niet van de overheid, maar van een van de ondernemers, die zich niet liet afschrikken door beelden van de ‘eeuwigdurende’ oude ruilverkavelingen. Tussen startbijeenkomst en de laatste handtekening (de wintertarwe was toen al op nieuwe locaties gezaaid) zat minder dan een jaar. Dat kwam niet in de laatste plaats door de vlotte medewerking van de overheid, en dan met name Domeinen. Via deze zelfstandig werkende dienst is de Nederlandse staat in de kavelruil betrokken als grondeigenaar-verpachter en eigenaar van erfpachtsrecht. Op sommige van de eigendomsgrond die boeren eerder van Domeinen kochten zit ook nog een anti-speculatiebeding. Als overheid heeft Domeinen niet alleen te letten op het eigen belang, maar ook op rechtsgelijkheid naar andere burgers in vergelijkbare (toekomstige) situaties. Door haar vlotte medewerking heeft Domeinen bijgedragen aan het succes van deze ruil en het verbeteren van de landbouwkundige structuur van het gebied dat men vanoudsher ‘in beheer’ heeft.
Kortom een gedenkwaardige dag.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten