Het wordt tijd om onze serie over de effecten van de GLB hervorming op het risicobeheer van ons akkerbouwbedrijfje maar eens af te sluiten. In 5 afleveringen liepen we de effecten door. Het inkomen en vermogen liggen na de hervorming op een lager niveau, zo concludeerden we in de afgelopen afleveringen. Een deel van het inkomen is zekerder (want een vaste subsidie), maar het inkomen uit de markt zal veel meer fluctueren door -vooral in neerwaartse richting- meer wisselende kg-opbrengsten, die in tegengestelde richting worden versterkt door prijsbewegingen. Zelfs zonder dat boeren vanuit de verzekering van een stabielere staatssteun, meer risicovol ondernemen in de productie. Mijn indruk is dat per saldo de totale inkomens dan ook meer zullen schommelen, net zoals ze nu in de consumptieaardappelteelt en varkensshouderij meer schommelen dan in de fabrieksaardappelteelt en in de melkveehouderij. Bij lagere vermogens zullen die schommelingen ook eerder een liquiditeits- of zelfs continuiteitsprobleem zijn: een bedrijf komt eerder in de problemen.
Toch blijven ook na de GLB hervorming de 3 D's veruit de grootste risico's van een bedrijf. De Australische guru voor risicomanagement in de landbouw, prof. Hardaker, wees me er tijdens een lunch na een seminar eens op dat veel boeren zich verzekeren tegen computerstoringen of hagelschade, maar dat de grootste gevaren voor de bedrijfscontinuiteit nog altijd slecht verzekerd worden, of onverzekerbaar zijn: de 3 D's: Death, Disabality and Divorce.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten