Pagina's

dinsdag 11 januari 2022

19e eeuws dagboek

 Het andere artikel uit Archief 2021 van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen waar ik wat aantekeningen over maak is dat van Hendrik Struik: Stoffe van Dankbaarheid: Dagboekaantekeningen (1845-1854) van Arnout Jacob van Teylingen. Het artikel bevat een schets van het leven en werken van deze Van Teylingen en in goed leesbare vorm zijn dagboek over genoemde jaren. 

Van Teylingen behoorde tot de meest welgestelde inwoners van Walcheren, waar hij na een marine-carrière belastingontvanger was, korte tijd burgemeester van Souburg en lid van de gemeenteraad van Middelburg. Hij kwam uit zeer goede kringen en het valt op hoe in die 19e eeuw die (ondanks verkiezingen) met elkaar de banen en de macht verdeelde. De familie was nieuwe adel, althans deels; verschillende takken werden achtereenvolgens in 3 keer in de adelstand verheven.

Boeiend is dat Van Teylingen in zijn dagboek veel aantekeningen maakt over het weer, over het reizen binnen Nederland (met de boot van Middelburg naar Rotterdam of Dordrecht en dan de trein; het gezin ging o.a. kijken bij de drooglegging van de Haarlemmermeer en de graafwerkzaamheden in Zandvoort voor de eerste drinkwaterleiding van Amsterdam) en over de landbouw. Waaronder de oogsten en de prijzen (die bv. in 1853 hoog waren, wat niet alleen werd toegeschreven aan de problemen in de aardappeloogst maar ook aan de Krimoorlog en de zeer grote uitvoer naar Engeland). En ook nog aan de toestroom van goud uit de VS maar je kunt je afvragen of de dagboekauteur een monetaristische visie gehad kan hebben op inflatie. De auteur van het stuk in ieder gaval niet, die kan geen verband bedenken, ondanks gegoogle.

Opvallend vond ik ook nog de ziekte bestrijding. Er is nogal wat ziekte en Van Teylingen zelf is niet oud geworden en vermoedelijk aan tbc overleden, gezien het ziektebeeld dat hij weergeeft. Ook aderlatingen en het plaatsen van bloedzuigers (met een vergelijkbaar doel) waren ook in 1846 nog gebruikelijk. Er werd zelfs nog met gewone (mensen) pokken gevaccineerd, hoewel Koning Willem I al 1818 de Medaille voor Koepokvaccinatie (die in 1796 door de Engelse arts Edward Jenner was ontdekt) had ingesteld voor elke arts die aantoonbaar meer dan 100 mensen had gevaccineerd.  Er werd ook veel gekwakzalverd, maar dat is natuurlijk ook een vaststelling achteraf. 

Wat het weer betreft, is 1853 het vermelden waard: de herfst was toen zo mooi en droog dat dit gevolgen had voor de stad: er dreigde een tekort aan meel omdat er veel te weinig wind was geweest en begin december verbood de stad het gebruik van water voor het renigen van de ramen en de stoepen. Er dreigde een tekort aan drinkwater.  Sommige inwoners moesten van verre uit een sloot of vijver een paar emmers naar huis slepen.

Tot slot: de gemeentewet van 1865 zou gemeentelijke belastingheffing door middel van accijnzen verbieden. Middelburg liep daar in 1855 al op vooruit. Van Teylingen, oud belastingman, betoogde bij de begroting in de raad in zijn maidenspeech dat de gemeentelijke accijnzen op vlees, vis, azijn, zeep, laken (wol), bier en op het gemaal (d.q.z. het laten malen van graan) in strijd zijn met "de billijke verhouding die er moet bestaand tussen arbeid en kapitaal". (p.169)  Hij vindt de belasting onzedelijk omdat die aanzet tot ontduiking, verderfelijk omdat ze vooral drukt op de arbeidende klasse en nadeling omdat de opbrengst minder zal zijn dan geraamd.  

De gemeenteraad ging in grote meerderheid met hem mee en een commissie ontwikkelde een methodiek voor belasting op basis van inkomensschijven. Waarbij een vrije voet zal gelden van 400 gulden. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten