- het patriciaat van adel en niet-adelijke regentenfamilies met bovenaan het Huis van Oranje
- een groep welgestelden zoals rijke kooplui, hoge ambtenaren en officieren, grote reders
- redelijk gegoede boeren, grotere winkeliers, meesters in diverse ambachten met een behoorlijk bedrijf en stedelijke ambtenaren
- kleine boeren lagere ambtenaren, kleine zelfstandigen
- werklieden in loondienst
- losse werklieden, bedelaars en dergelijke.
En de hoveniers? Berkhout komt tot de conclusie dat deze tuinbazen afhankelijk van de situatie in 4 of 3 moeten worden ingedeeld. Net boeren dus.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten