Pagina's

zaterdag 21 december 2019

Inkomens in relatie tot stikstof

Het was hier stil afgelopen weken. Drukte dus. We publiceerden inkomenscijfers en de stikstofperikelen  leidden tot de nodige discussie. Ook op Foodlog. Voor wie dat niet volgt, hier een stukje dat ik er dinsdag schreef. Blijft dat ook hier bewaard. Morgen weer een echte post.

De voorstellen van Minnesma & Vollenbroek zijn bedacht vanuit macro-economisch perspectief. De maatschappelijke kosten-baten daarvan krijg je conform hun laatste alinea vermoedelijk wel rond gerekend. Maar het probleem is natuurlijk de verdeling van lasten en lusten over de partijen: boeren en burgers, en binnen de boerenstand de moderne multifunctionele boer, de schaalvergroter en het kleinere klassieke gezinsbedrijf.

Maandag presenteerden Wageningen Economic Research, CBS en Eurostat de inkomensschattingen voor dit jaar. Zie ook de rapportage hier op Foodlog. Ze kregen tussen Catshuis ontbijt en CLB-FDF rechtszaak enige aandacht, maar een opname voor het NOSjournaal / Nieuwsuur sneuvelde op de redactietafel van de NOS onder het mediageweld over topcrimineel T.

Mijn analyse voor dat interview was een poging het eens van boerenkant te bekijken en luidde als volgt: Inkomens zijn dankzij de Afrikaanse varkenspest in China wat hoger dit jaar, maar toch zien we protesten. Met name de melkveehouderij heeft het economisch lastig. De melkprijs is op een normaal niveau, en laatste jaren in Europees verband zeker niet slecht. Veevoer is dit jaar aan de dure kant. Wat echter vooral een rol speelt is dat de boeren de gebruikelijke kostenstijgingen moeilijk kunnen goedmaken door het normale mechanisme van schaalvergroting. Daardoor loopt hun kostprijs op. Die schaalvergroting is lastig omdat de prijzen voor grond en quota heel hoog zijn: doordat na de afschaffing van de melkquota het even duurde voordat de fosfaatquota waren ingevoerd, moesten bedrijven 8.3% terug en nu willen heel veel boeren die teruggang weer opvullen. Dat is duur – of in andere woorden: er wordt grof geld geboden om de buurman uit te kopen.
In het buitenland zie je al jaren veel sneller grote bedrijven ontstaan van honderden koeien die een lagere kostprijs realiseren. De opvolgingsdruk lijkt er minder groot: is de overname van grond hier zo aantrekkelijk? Afgelopen jaar steeg bovendien de melkprijs in omringende landen wel, en name ook de melkproductie verder toe. Per saldo een plusje voor melkvee. In Nederland stijgt de kostprijs verder bij bedrijfsuitbreiding, met bouwkosten die al rekening houden met ammoniakreductie en automatisering omdat arbeid duur wordt. Vandaar ook de angst voor opnieuw verplichte kortingen op de productieomvang – voor sommigen een reden om met de tractor de straat op te gaan.

Lage inkomens zijn niet de aanleiding dat boeren protesteren, hoewel die inkomens en vooral de spreiding erin (2018: 38% huishoudens beneden lage-inkomens-grens en een deel heeft ook weinig eigen vermogen) wel aangeven dat men zich klem voelt zitten. Men protesteert omdat men gevoel heeft niet gewaardeerd te worden en omdat men vreest dat nieuwe milieumaatregelen inzake stikstof boeren extra zwaar treffen en tot gedwongen inkrimping van de veestapel zullen leiden. Daar bestaat veel onzekerheid over. En dat kun je bij een laag inkomen niet hebben.

Hoe verder? Voor sommige boeren zal dit een aanleiding zijn om wat eerder het bedrijf te beëindigen of voor een potentiële opvolger om te cashen en elders aan de slag te gaan. Een versnelde afvloeiing, die in de glastuinbouw en varkenshouderij al langer aan de gang is waarbij je ziet dat het middenbedrijf gedwongen wordt te kiezen, en relatief snel verdwijnt. Een beperkter aantal zal er in slagen het traditionele pad van de bedrijfsvergroting te volgen. Anderen zullen de stap maken naar een ander bedrijfsmodel met andere activiteiten als natuurbeheer, recreatie, zorg, energieproductie of aanvullende inkomsten van buiten de landbouw. CBS liet maandag nog eens zien dat afgelopen jaren die bedrijfsinkomsten uit multifunctionele activiteiten (waaronder energie) sterker zijn gestegen dan de plantaardige opbrengsten en die weer sterker dan die uit veehouderij.

Als deze analyse klopt is dus de vraag voor de beleidsmaker hoe je die onzekerheid snel wegneemt en boeren helpt een keuze te maken die maatschappelijk gewenst is. Moet het kabinet het dan zoeken in allerlei middelvoorschriften als veevoer, water bij de mest etc.? Of liever het vrijwillig opkopen of braakleggen van dier- en fosfaatrechten ? Of helpen stikstofrechten de positie van het bedreigde middenbedrijf te verdedigen, zoals de Nederlandse Melkveehouders Vakbond altijd stelde bij de melkquota? Of pakken we in navolging van Minnesma & Vollenbroek meteen door en gaan we voor CO2 rechten, die boeren niet alleen kunnen verhandelen, maar waar ze ook mee kunnen verdienen door CO2 de grond in te werken? Of krijgen we de maatschappelijk gewenste bedrijfsvoering vooral als we gaan betalen voor de grutto en andere natuur ?
Twee dingen lijken me niet werken: Betalen via de supermarktkassa gaat niet lukken, Misschien nog wel in de Amsterdamse grachtengordel, maar niet bij de Berliner platz. En ten tweede: een oplossing die voor alle groepen boeren de meest optimale / minst problematische is, bestaat niet.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten