Uit de NRC van gisteravond leg ik even vast dat Wouter Roessingh in Leiden een proefschrift heeft verdedigd over het landschap in West-Friesland ten tijde van de Midden-Bronstijd. Tussen 1500 en 1000 voor Christus. Toen was er al strakke verkaveling met sloten, erven met moestuintjes. Verkavelde akkers en grafheuvels. Duidelijk is geworden dat er meer mensen woonden dan gedacht en niet alleen op kreekruggen. Sloten van honderden meters werden met de hand gegraven (geen licht klusje) voor ontwatering om de hofstedes droog te houden.
Een nederzetting was 4 to 6 boerderijen van 15 a 20 meter lang met wel 20 mensen per boerderij. Wanden van graszoden, 2600 stuks, dat is 325 m2. 100 meter hout voor de constructie. wilgentenen als bindmateriaal rond palen. Riet op het dak.
Na 1100 werd het natter en steeg de zeespiegel. Maar ook toen ging het bouwen en boeren door. De sloten om de nederzettingen hielpen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten