Harry van Grieken's tweede deel van zijn memoires is evenzeer de moeite waard als zijn eerste deel over de derde fase van zijn leven (en waar ik eerder aandacht aan besteedde).
In dit deel "Nederland sterker door familiebedrijven" een paar mooie inkijkjes in de historie van de zuivel, die ook heden ten dage nog nuttig zijn.
Zo verhaalt Van Grieken over zijn strategische beslissing om als een van de eerste zuivelondernemingen naast de melkslijters (een in de vergetelheid geraakt woord, dan weet je weer waar slijterij vandaan komt!) ook supermarkten te beleveren (die verkochten vroeger geen melk). Dat leverde natuurlijk wel wat wrijving op met de slijters. Van Grieken verhaalt over het opereren van de verkavelde melkslijtersbonden. Maar bovenal leverde het Van Grieken een sterke groei op, het bedrijf werd groot met de groei van de supermarkten en werd in 6 jaar drie keer zo groot. Dat is ondernemerschap.
Ook interessant (en relevant voor huidige discussies in bv. vlees zoals we die deze week op Foodlog voerden) is dat dit niet onder private label gebeurde. Zo te lezen had dat er mee te maken dat Van Grieken al een sterk merk had. Waar de marketing in de zuivel ooit begon met de naam van de onderneming op de dop van de vrij anonieme fles, kwam daarna de verpakking op. Van Grieken introduceerde o.a. het Amerikaanse Pure Pack. En zo stond de naam elke dag op tafel. Supermarkten hadden daar niet veel mee, die wilden zich van de concurrenten (je had toen veel regionale supermarktketens met een stuk of 5 winkels zoals Hoogvliet, de Konmar, Profimarkt) onderscheiden met andere leveranciers, als private label niet lukte. Maar dat lukte niet. Zo switchte Profimarkt naar Volnij toen Van Grieken de Konmar ging beleveren. En daarna switchten ze naar Melkunie. Dat wisselen leidde tot zoveel omzetverlies dat men op de knieën terug moest naar het regionaal sterke merk.
Bij vlees is dat denk ik anders gegaan: daar werkte men vaak met slagers in de super, hetzij via een shop in shop concept of met eigen personeel en hebben slachterijen niet een window of opportunity kunnen benutten toen dat naar voorverpakt overging. En Zwan cs. deden al de vleeswaren. Maar dat terzijde.
Ik werd ook nog even herinnerd aan de beroemde Vlaflip (een actie van het Zuivelbureau) en leerde dat Mona een oud merk was van de Haagse Sierkan, dat door Melkunie nieuw leven werd ingeblazen.
Fusies
Het meest boeiend uit het boek is misschien nog wel de fusiegolf in 1975. We weten dat Nederland een land was van kartels en bijzondere constructies. Maar hier stond ik toch even te kijken en ook Van Grieken meldt dat wat er toen gebeurd is nu niet meer zou kunnen. Kortweg komt het er op neer dat de coöperaties begonnen om de particuliere bedrijven op te kopen. Een viertal grote coöperaties als Melkunie, Domo en Coberco kocht Leerdam, Volnij,en Menken-Landbouw (dat landbouw kwam uit een eerdere fusie). In een aantal gevallen zoals bij Menken en van Grieken gebeurde dat echter niet in het openbaar. Coöperatieleden hebben dat jaren niet geweten. Aanvankelijk ging het bij Van Grieken om een minderheidsdeelname en werd er een afstemmingsoverleg gecreëerd. Het effect op de zuivelmarkt daarvan blijft overigens onduidelijk. Op de boerenprijs maakte het niet uit. Daar werd door Van Grieken en in navolging door Menken al lang de coöperatieprijs plus een halve cent gehanteerd - geheel conform de theorie.
Bij Menken hanteerde men een "Stichting tot bevordering van de belangen van Menken-Landbouw", die een cruciaal belang in Menken had maar bestuurd werd door Rien Timmer van CMC Melkunie. En die in de notulen van de RvC van Menken nooit met naam werd aangeduid maar als De Stichting.
In 1987 nam Melkunie het Aalsmeerse AMC over en schoof ook Menken en Van Grieken in elkaar. Een delicate operatie, zo lezen we. Daarbij was er MelkUnie veel aan gelegen om ondanks de 100% deelneming toch de façade van zelfstandigheid overeind te houden. Reden was dat veel boeren die aan de particulieren leverden vermoedelijk zouden overstappen naar Nutricia of een andere (nieuwe buitenlandse) partij. Met een beroep op de superheffing die voor melkschaarste zorgt werd in 1988 het Ministerie van Financiën overtuigd dat dit zo moest kunnen. Het verhaal gaat dat vanaf dat moment er bij bestuursoverdracht binnen CampinaMelkunie een atoomkoffertje knowhow over de aandelen in de stichtingen en commanditaire vennootschappen tussen Melkunie en Menken Van Grieken werd overgedragen. Heel goed dat dat na al die tijd eens voor de historici wordt geopenbaard. Zo ging dat toen.
Verder
in het boek nog twee interessante verhaallijnen. De ene is een Belgisch beleggingsavontuur (annex zwendel) waarin een aantal Haagse voedingsondernemers als Van Grieken, Waaijer (van de kaas bij de Konmar, ik was ooit klant), Vleeschmeester Ger de Kroes, Koster (van de Konmar) en anderen belanden. Verschillenden van hen zaten er warmpjes bij, vaak mede door verkoop van hun zaak die opging in een groter geheel. Het was een tijd van hoge inflatie en zo gingen ze een belegging in onroerend goed in België aan, onder aanvoering van een iets te geslepen accountant. Lees en huiver.
En tot slot is er een politieke lijn. Niet zozeer de kortstondige Eerste Kamerlid periode van Harry van Grieken voor D'66, maar zijn werk in de NCW en daarmee bijdragen aan het akkoord van Wassenaar vanuit het confessioneel beraad waarin de verzuilde kolom samenkwam. Met bekende namen als Ruud Lubbers (waarmee op de trappen van Des Indes ook nog de minimum melkprijs werd geregeld).
Van harte aanbevolen dus. ISBN 9789082156737
Geen opmerkingen:
Een reactie posten