Dat leidde nog tot een mailtje van een bezoeker van de bijeenkomst waar ik dit presenteerde: de indicator geeft geen beeld van de intensivering van melkproductie en de teruglopende biodiversiteit.
Helemaal waar: in
1950 haalden we gemiddeld in Nederland (ZH zal niet veel afwijken) net geen
4000 liter per koe, nu het dubbele. Deels door dierveredeling, deels door daarmee
samenhangend meer krachtvoer. Waarmee er meer mest per ha beschikbaar kwam wat misschien
ook zijn invloed op de graslandsamenstelling van de veenweidegronden heeft
gehad.
Wat nog niet zoveel zegt over biodiversiteit (waar de discussie overigens niet over ging bij de Partij voor de Dieren).
Die is vermoedelijk vooral veranderd doordat er in het grasland veel veredeld is (ook in de permanente
graslanden op het veen, neem ik aan). Onkruiden kunnen makkelijker worden
bestreden. Daarmee is de biodiversiteit ongetwijfeld afgenomen.
Dat zou je
natuurlijk het liefst direct willen meten, en niet afleiden uit veebezetting en
voergift. Heeft iemand dat wel eens gedaan?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten