In de gisteren hier beschreven Robinsonade leerden we dus de regel dat bij eigendomsrechten geldt: wie her eerst komt, die het eerst maalt. De laatkomer heeft pech als het eigendomrecht al is geclaimd / gevestigd. Dat verhoogt de rechtzekerheid, je hoeft geen rekening te houden met wie er later nog op het toneel verschijnt.
Het levert ook discussie op met het werk van Ronald Coase c.s. Die liet zien met een voorbeeld van een brandbaar tarweveld en een vonkende spoorbaan / trein dat het voor een efficiente oplossing (anti-vonk kappen op de trein of een strook set aside langs de spoorbaan) niet uit maakt waar de aansprakelijkheid (dus de eigendom) ligt - als er althans geen transactiekosten zijn. De partijen zullen kiezen voor de meest efficiente oplossing door de ander te betalen als dat goedkoper is. Het heeft dus dan ook geen zin om te denken in goed en kwaad.
Voor de inkomens/welvaartsverdeling maakt het natuurlijk wel uit wie de rechten heeft. Ook bij niet-verhandelbare eigendom (bv. het bezit van een unieke bloementuin waarin de eigenaar veel heeft geinvesteerd voor eigen plezier) lijkt de klassieke theorie een betere opvatting van de Coasiaanse.
Hoppe, auteur van een paper in het hier besproken boek, verzet zich dan ook tegen het advies van Coase, Posner en anderen om bij positieve transactiekosten de rechten in een geschil toe te kennen aan de partij met de goedkoopste remedie om het probleem op te lossen. Wat hem betreft telt de historie: wie er het eerst was heeft een recht. De nieuwkomer die een probleem veroorzaakt en de goedkoopste mogelijkheid heeft om de overall schade te beperken, kan daar niet een recht aan ontlenen (als de oudkomer daar geen boodschap aan heeft).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten