Een voedingsmiddelen-merk kan zijn productie rustig naar buiten Europa verplaatsen, als het er maar wat tegenoverstelt. Die conclusie kun je verbinden aan een fraai paper in de laatste uitgave van de ERAE. Een paar Franse economen maakten zich zorgen over protectionistische tendenzen in de huidige economische crisis en deden een experiment met een Uniliver merk in Parijs.
Het ging hier om het bekende Franse merk Maille, dat als een A-merk gezien wordt. Bij ons bekend van de mosterd, maar de proef ging over ingelegde augurken / uitjes (pickles). Het merk is sinds 2000 van Unilever en sinds 2004 is de productie verschoven van Frankrijk naar India en Madagascar.
De onderzoekers gingen met consumenten aan de slag en keken naar wat ze bereid waren te betalen voor zo'n potje inmaak, met opgave van de winkelprijs. Vervolgens kreeg groep 1 eerst negatieve informatie over globalisering (de verplaatsing vanuit Frankrijk met verlies van werkgelegenheid naar India en Madagascar) en verdere outsourcing. Waarna opnieuw de willingness to pay werd gemeten (die daalde door het slechte nieuws). Vervolgens werd goed nieuws versterkt (ook naar waarheid): concentratie van marketing in Parijs, van R&D bij Unilever Nederland, ondanks teruglopende markt behoud van het merk dat gezien wordt als een tradtioneel en hogekwaliteitsmerk en verdere investeringen van Unilever in zijn algemeenheid in Boergondie (waarop de betaalbereidheid weer steeg). Groep 2 kreeg dezelfde informatie in omgekeerde volgorde.
Welnu het bleek dat de volgorde er niet toe deed en dat de postitieve informatie de negatieve compenseerde. "The French consumer supports globalisation, at least in the supermarket" zo concluderen de onderzoekers.
Hoe het zit met de Franse burger en zijn parlementariers is wellicht nog een ander verhaal...
Anne-Celia Disdier and Stephan Marette: Globalisation Issues and concumers' purchase decisions for food products: evidence from a laboratory experiment. ERAE 2013/1.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten