Mijn oud LEI collega Rafat Soboh en mijn Wageningse collega's Alfons Oude Lansink en Gert van Dijk buigen zich in de nieuwste uitgave van het Journal of Agricultural Economics over de aloude vergelijking tussen cooperatieve en particuliere ondernemingen (IOF's ofwel Invester-Owned Firms in het jargon).
Ze maken het punt dat die vergelijking ingewikkelder is dan je denkt, omdat beide typen onderneming verschillende doelen hebben. Een oordeel over effectiviteit en efficiency moet je koppelen aan het doel van de organisatie.
Dat doel is voor de cooperatie het verwerken van het product van de leden. Een Europese suikercooperatie moet suikerbieten verwerken, en kan minder makkelijk investeren in een suikerfabriek in Mauritius (hoewel Sudzucker dat wel doet, maar de meningen lopen uiteen of dat een echte cooperatie is) of in broodbakkerijproducten (zoals indertijd de particuliere suikerfabriek CSM).
De auteurs constateren dat cooperaties in NW Europa (althans in 2004) minder efficient zijn dan die IOFs, maar dat een belangrijk deel van dit verschil wegvalt als je corrigeert voor de verschillen in doelstelling. Het schaalnadeel verdwijnt en het verschil in technische efficiency wordt een stuk geringer.
Efficiency of Cooperatives and Investor Owned Firms Revisited. JAE 63/1 February 2012
Geen opmerkingen:
Een reactie posten