Pagina's

maandag 1 augustus 2011

Plattelandsbeleid en hypotheekaftrek

Aardig optrekje op de Graslei
in Gent
Als het platteland van ZeeuwsVlaanderen leegloopt, waarom zouden daar dan geen Vlamingen gaan wonen met een baan in Gent of Antwerpen? Die vraag stond vorige week centraal in een artikel in de NRC, naar aanleiding van een actie in deze streek de zuiderbuur over de grens te trekken. Antwoord: gebeurt nauwelijks, en dat zou komen door verschillen in architectuur en wooncultuur. De Vlaming is met een baksteen geboren, zo wil het gezegde, en wil geen rijtjeshuis waar je niet aan kunt bouwen. Typerend is dat er geen woningcorportaties in het Vlaamse zijn.

Allemaal waar stelt em. prof. Hugo Priemus (TU Delft) afgelopen zaterdag in een ingezonden brief, maar bovenal: it's the economy, stupid. Door de royale hypotheekaftrek hier ten lande zijn woningen hier zo'n 20% duurder, daar trek je geen Vlaming mee. (Sterker: nu die aftrek ook geldt voor Nederlanders die een huis in Vlaanderen kopen maar hier belastingplichtig blijven, neemt de waardering voor ons systeem van de Vlamingen die nu uit de markt gedreven worden, vermoedelijk niet toe). Priemus stelt dan ook dat afschaffen van de hypotheekaftrek een weldadig effect zou geven op een krimpgebied als Zeeuws-Vlaanderen.

De brief deed me terug denken aan een artikel in ESB van -als mijn geheugen me niet in de steek laat- dezelfde hoogleraar eind jaren 70. Ik heb dat helaas nooit terug kunnen vinden, maar er staat me van bij dat er zeer opvallende verschillen in de woningmarkt tussen Nederland en Belgie zijn die een historisch-institutionele verklaring hebben. Grofweg was de analyse (of wat ik me daarvan herinner) dat sinds WO-1 in Belgie veel meer vrouwen werken (mannen naar het front) dan in het neutrale Nederland. Nederland koos dan ook na WO II veel bewuster voor de vrouw achter het aanrecht en richtte de sociale wetgeving en belastingsysteem zo in dat de prikkel voor de partner om te gaan werken gering was (met dus ook verschillen in kinderopvang e.d.). Belgie had een goed vertakt spoorwegnet en is wat kleiner, zodat mensen bleven wonen in hun dorp en niet te beroerd zijn dagelijks van Brugge naar Brussel te sporen. In Nederland was er veel meer interne migratie: Rotterdam bestaat uit Zeeuwen en Brabanders, Amsterdam uit Groningers en Friezen.
Dat in eigen dorp blijven wonen met beiden een baan leidde tot een hoog percentage eigen woning bezit (zodat je ook niet snel verhuist). Daar kwam nog bij dat Nederland na WO II een zeer slecht woningbestand had, met veel oorlogschade (Rotterdam, Nijmegen, Arnhem, Den Haag, Middelburg to name a few) en verkrotte wijken uit de depressie (waarbij mensen als Wibaut al het voorbeeld van een projectmatige aanpak hadden gegeven). Belgie werd snel bevrijd en kwam er veel ongeschondener uit. De Belgen bleven dus bij hun eigen woning bezit en het sporen naar het werk, de Nederlanders kozen voor de migratie, grootschalige woningbouw in nieuwbouwwijken (nu: Vinex), met daarbij een opvallende rol voor corporaties en projectontwikkelaars, ten koste van lokale aannemers en zelfbouw.

En zo woont de Belg vaker op het platteland en heeft het veel meer verkeersdoden (relatief) door al die lintbebouwing. Ik vind het altijd fascinerend hoe tot op zekere hoogte die zaken met elkaar samenhangen. En terug naar de landbouw zit er ook nog een leuke onderzoeksvraag voor een scriptie in: is de verhouding tussen burger en boer in Vlaanderen minder scherp dan in Nederland, zo ja komt dat bv. tot uiting in het feit dat de Boerenbond veel meer ook een plattelandsorganisatie is (met niet alleen professionele boeren als lid) dan bv. NLTO en is dat (deels) verklaarbaar uit het historisch woningmarktbeleid ?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten