Komende dagen op deze blog wat notities (en foto's) in relatie tot Afrika. Ben net terug van een 3-weekse vakantiereis van Lusaka (Zambia) naar Kaapstad. 6000 km of wel -in Europese termen- van St. Petersburg naar Amsterdam en dan naar Napels. Wat meteen al een van de problemen van dit continent aangeeft: de enorme afstanden door dunbevolkte gebieden (Namibie heeft 2 miljoen inwoners in een zandbak die zo groot is als Noordwest Europa). We misten dus de sneeuw en de affaires over de Moerdijkspruitjes en de Duitse dioxinekippen pikte ik pas gisteren op.
Zuidelijk Afrika is droog maar dit jaar dankzij La Nina even niet: hier en daar bloeide de woestijn. De reis bood onvergetelijke landschappen - dank aan Baobab voor de organisaie. Enfin, hieronder de eerste landbouwkundige indrukken.
Ontwikkeling mogelijk
Wie de 500 km van Lusaka naar Livingstone (genoemd naar de "ontdekker" van de daar liggende Victoria watervallen) aflegt komt door een landschap waarin hier en daar landbouw (vooral rundveehouderij) wordt bedreven en verder is het natuur. Soms van waarde (er struinen ook olifanten rond) maar vaak ook oninteressante savanne of gemengde gebieden van struiken en bos. Hetzelfde beeld geeft de Caprivi-strook: de lange strip van Namibie boven Botswana en ten zuiden van Angola, die de Duitsers ooit voor hun SudWest Afrika (nu Namibie) hebben geclaimd om de doorsteek naar hun Oost Afrika (Tanganyika) te kunnen maken.
Verschillende economen en landbouwkundigen schatten in dat in zulke gebieden vergelijkbaar met Brazilie nog veel landbouwkundige ontwikkeling mogelijk is. Vanuit de truck waarmee we rondreisden kon ik me ook niet aan die indruk onttrekken.
Dat dat nog niet is gebeurd, lijkt me een kwestie van prijzen en instituties. Het gebied is leeg en heeft eigenlijk te weinig mensen om met de huidige handmatige technieken alle land te bewerken. Andere technieken (mechanisatie) zijn duur, en vereisen kapitaal. En kunstmest. Daarvoor zijn de prijzen te laag, en dat komt o.a. weer door de enorme afstanden (de kust is ver weg, de wegen maar matig) en door matig werkende markten (weinig concurrentie, samenhangend ook met de geringe bevolkingsomvang). Boeren hebben dus geen prikkels om voor anderen dan zichzelf en de lokale markt te produceren.
Het leidt tot armoede waardoor mensen wegtrekken naar de grote steden in o.a. Zuid Afrika (20% illegalen op 55 miljoen mensen zo werd me verteld). Die daarmee hun concurrentiepositie in de industrie of bv. wijnbouw op peil houden (lage lonen), en waarmee het inland leeg en arm blijft. En wie er wel wat verdient, heeft meteen ook veel familie en monden te voeden. Voeg daarbij de matig functionerende staat (hoewel dat in dit deel van Afrika nog wel lijkt mee te vallen), met bureaucratie en corruptie en je begrijpt waarom het maar matig van de grond komt.
De economische modellen voorspellen dat dat komende jaren mogelijk verbetert. De vraag naar grondstoffen is groot, ook agrarische. Er is ruimte, grond en water in dit deel van Zuidelijk Afrika. Chinezen en andere landgrabbers heb ik er niet bezig gezien, maar verbazen zou het me ook niet. Bij zulke ontwikkeling gaat enige natuur verloren - natuur die nu niet gebruikt wordt. Of de biodiversiteit ermee achteruit gaat is de vraag: er zijn ook grote delen al veranderd in schitterende natuurparken zoals Chobe en Etosha, waar het voor olifanten en ander wild goed toeven is. Voor toeristen ook, en daarmee heeft de natuur via de toeristenindustrie ook al een lokale stem.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten