Vrijdag visdag. De groep die dat nog uit principe doet is niet meer zo groot. Toch zijn er miljoenen mensen in dit land die lang niet elke dag vlees eten. Juist dat is een interessante doelgroep voor de overheid als ze de vleesconsumptie wil terugdringen.
Dat is een van de boodschappen van het LEI rapport Vleesminnaars, vleesminderaars en vleesmijders, dat niet alleen aan de vernieuwing van de Nederlandse taal wil bijdragen maar vooral ook aan beter begrip rond ingrijpen in de vleesconsumptie. Ook een rapport met een duidelijk fotobudget, want het ziet er mooi vorm gegeven uit. Reden genoeg dus om een uitzondering te maken op de regel dat we hier niet elk LEI rapport nog eens de revu laten passeren.
De eerste vraag is natuurlijk waarom de overheid onze consumptie zou willen sturen als het om vlees gaat. Vaak wordt verwezen naar het wereldvoedselvraagstuk (9 miljard mensen in 2050), maar dat is waar het om voedselzekerheid gaat vooral een vraag van koopkracht en van goede organisatie van de productie; en wellicht voorkomen dat niet elke Chinees of Indier evenveel bier gaat drinken als de Duitser en vlees gaat eten als de Amerikaan - en daarbij dan ook nog de mindere delen gaat laten staan en ook alleen kipfilet eet. Een dagje minder vlees in Nederland zal er weinig aan bijdragen - en de staat voert ook geen campagne om minder auto's of racefietsen te kopen omdat men in Afrika of India soms per dag kilometers moet wandelen naar de waterput, zo denk ik dan.
Een dringender reden is gelegen in het milieu-effect. Persoonlijk lijkt me als econoom dat je dan eerst de koper maar eens voor alle kosten (incl. de zgn. externe effecten) laat opdraaien door bv het gangbare btw tarief in plaats van het verlaagde eerste-levensbehoefte tarief te heffen, maar zover zijn we duidelijk nog niet. De auteurs raden aan daar ook niet meteen mee te beginnen omdat de burger dat nu nog niet zou begrijpen, daar is eerst meer maatschappelijke discussie voor nodig. En onderzoek naar effecten in lagere inkomensgroepen, zo lijkt me (gaan die ongezonder eten?).
Probleem bij die oplossing is ook dat de consument niet erg prijsgevoelig is en dus deels blijft consumeren. Zodat je moet uitleggen dat het milieu-effect niet zoveel minder wordt, maar dat de overheid geld binnenhaalt om compenserende maatregelen te nemen. Net zoals we de CO2 uitstoot bij vliegen kunnen compenseren. Daarmee is de prijsmaatregel maar beperkt van waarde.
Maar er zijn ook technische mogelijkheden, zoals het mengen van vlees en vleesvervangers in producten als gehakt en worst. En tal van culturele / sociologische/gedragseconomische prikkels. Zo zou je niet meer moeten vragen naar vegetarische dieetwensen maar bij partijtjes gewoon vleesloos kunnen serveren, of je beperken tot de vraag of men vooraf even wil aangeven dat men per se vlees wenst.
Al met al gaat deze transitie nog dus wel een paar decennia duren. Als start zou je kunnen lezen:
E. de Bakker & H. Dagevos: Vleesminnaars, vleesminderaars en vleesmijders, LEI Den Haag, 2010
Als medeoprichter van de Bruine Bonen Bende (meer peulvruchten, minder vlees) wil ik graag een papieren versie van dit rapport. Zo'n pdf leest zo lastig in de tuin :-). Hoe kom ik daar aan?
BeantwoordenVerwijderen