Pagina's

donderdag 18 maart 2010

Captain Nemo en de CAP

We lieten ons vandaag informeren over allerlei onderzoek rond het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid en discussieerden hoe het verder zou moeten. De locatie was het fraai vorm gegeven wetenschapsmuseum NEMO in Amsterdam.
Op de terugweg vroeg ik me af wat voor signaal mijn LNV collega's met deze keuze hebben willen afgeven. Dat het om wetenschap ging? Of dat het GLB in verbouwing is, gezien de enorme bouwput van metro en nieuwe gebouwen waar je je vanuit het CS langs moet worstelen wil je NEMO bereieken? Of dat het geld voor het GLB uit de stad komt en dat de stad bepaalt?
Enfin, het was een genoegen weer eens even in de hoofdstad te zijn, tenslotte heb ik er ooit gewoond. En het deel van de dag dat ik bij kon wonen was interessant. Ik hield er het beeld aan over dat er veel gerekend is aan waar de huidige subsidies vallen, en hoe ze veschuiven als je andere uitgangspunten kiest. Maar daarmee wordt het al snel een zero-sum verschuif spelletje, of zelfs negative-sum als de ministers van financien het budget nog beperken of de landbouwministers wat meer naar het oosten van Europa schuiven. Het beeld waar de effecten van de kortingen op subsidies vallen is bovendien ook niet helemaal juist, want zoals de debatvoorzitter nog eens stelde: een deel van het geld wordt in zo'n geval niet van boeren afgenomen, maar van grondbezitters of vleeskalverslachterijen of de Italiaanse kalfvlees-eters of de Poolse kalverleveranciers.
Misschien moet je naast het woord subsidie, ook het woord investering introduceren, zo stelde ik: kun je van het geld dat in een gebied nu naar boeren en grondbezitters gaat, ook productieve investeringen in duurzame energie of de biobased economie of verbetering van de toeristische infrastructuur doen? En kunnen economen dan uitrekenen of dat meer arbeidsplaatsen en inkomen oplevert?
Mijn overtuiging blijft dat als we aan de directe betalingen geen goede doelen weten te koppelen, ze ooit verdwijnen, al was het maar via leeftijdsbegrenzing en inflatie. Dan ondergaan ze hetzelfde lot als Jules Verne's kapitein Nemo, de antiheld die met de onderzeeer Nautilus 20.000 mijlen onderzee aflegde, en in zijn tweede boek Het mysterieuze eiland aan een geheimzinnige ziekte overleed. De betalingen krijgen dan de Latijnse betekenis van het woord Nemo: Niemand.
Boeren voelen vermoedelijk meer voor de Griekse betekenis van het woord: "Ik geef wat verschuldigd is". Nu nog even bepalen voor welke diensten we dan moeten betalen.
Al met al een betekenisvolle locatie, dat NEMO.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten