Pagina's

zondag 14 februari 2010

zand in de systeeminnovatie

Op een LNV bijeenkomst in het SER gebouw werden eerder deze week enkele boekjes gepresenteerd die het einde van een langlopend onderzoeksprogramma naar systeeminnovaties in de open teelten (akkerbouw, boom- en fruitkwekerij, bloembollenteelt etc) markeren. Er is heel wat geld ingegaan, met ook mooie resultaten zo kreeg ik de indruk. Specifieke spuitmachines, een speciaal appelras zonder schurft en goed voor mensen met een appelallergie, diverse ondernemersnetwerken en nog veel meer.
Mooi is ook de herbezinning op precisielandbouw: in de jaren negentig afgeschoten omdat het iets was voor grootschalige en dus buitenlandse landbouw om trekkers recht te laten rijden en zo wat bestrijdingsmiddelen te besparen, terwijl het nu een mogelijkheid is voor plaatsspecifiek management dat je juist op de vierkante meter doet. Waaruit weer maar eens blijkt hoe lastig technology assessment is: heel vreemd dat dit vijftien jaar geleden niet te voorspellen was, terwijl er ook aan de eerste TomToms werd gewerkt..


De resultaten zijn er gekomen ondanks het feit dat het programma soms op het been werd gezet van lange termijn oplossingen (15 a 20 jaar vooruit) met voorlopende ondernemers en soms op het andere been van korte termijn resultaten met de belangenorganisaties. Met zullen signalen is het lastig om het goed te laten lopen.

De progrrammaleiding had de moed genomen om met het publiek een case uit te diepen waar de systeeminnovatie eigenlijk niet is gelukt: voor de openteelten in het zuidelijk zandgebied, waar veel kleinschalige bedrijven zijn die zich met groenteteelt bezighouden en veel mest aanwenden die in het gebied rijkelijk aanwezig is. Die kleinschalige structuur is eigenlijk ontstaan of in stand gehouden door de beschikbaarheid van mest en water. We herinnerden ons nog hoe we rond 1980 als jong onderzoekers werden gevraagd om bedrijfssystemen te ontwikkelen waar zoveel mogelijk mest in kon, en beregenen was geen probleem. Nu de mestwetgeving is aangetrokken en dit deel van het land zomers beregeningsverboden kent, komt die bedrijfsopzet onder druk.

Als je de systeeminnovatie definieert als een forse verandering in bedrijfsopzet maar binnen het systeem van het kleine groentenbedrijf, dan zien de onderzoekers wel kans de emissies met een derde te verlagen, maar dat is niet genoeg. Zelfs niet als we allerlei bladresten zoals bietenkoppen weer van het land afhalen. Vroeger deden boeren dat o.a. voor het voeren van mestvee, maar in de jaren 60 en 70 werd dat ontraden om de organische stofbalans van de grond in stand te houden. Ook daar zijn veel LPs (Lineair Programmeringen) voor gemaakt. Maar dat gebeurt dus hier al door de mest, dus afvoeren kan weer, voor veevoer of vergisting.

De systeeminnovatie moet dus over de grenzen van dat bedrijf heen gaan. De ene is om de markt erbij te betrekken en te zien of die betalen voor duurzamere producten. Van de ketenpartijen moet je het dan niet hebben, want die maakt het niet uit of de prei of de suikerbieten nu in het zuidoosten of het noorden worden geteeld. Het lukt wel als je de bedrijven omzet naar biologisch. Daar zit dus een oplossing, maar boeren worden daar naar verluid liever niet toe gedwongen - een tikje vreemde opvatting lijkt me. Het onderzoeksprogramma had overigens ook wat voorbeelden van biologische praktijken die zeer nuttig voor gangbaar zijn.

Een heel andere oprekking van de systeemgrens is die waarbij je de sloot niet meer als natuur ziet, maar als een industriele goot waaruit je aan het eind het water filtert in (ruimte vragende) rietvelden. Of wanneer je die sloten verbreedt tot waterfilterende rietvelden. Een andere oprekking is het telen uit de grond te halen, en er een folielaag of een zoutwaterlaag onder te leggen, zodat het fosfaatrijke zoete water wordt opgevangen (en gerecirculeerd of geschoond). En natuurlijk kun je er gewoon grasland voor de veehouderij van maken, dan hoef je minder veevoer te importeren.

Als je het palet na een uurtje discussie zo overziet, dan ziet het er somber uit voor het bedrijfssysteem dat daar afgelopen decennia is ontstaan. Sterk gebaseerd op de mestaanvoer naar relatief kleine percelen en bedrijven dicht bij noodzakelijk water. Met weinig partijen die belang hebben dat dat daar op die plaats zo blijft bestaan, omdat ze het product ook elders vandaan kunnen halen. En dus zullen teelten onder druk van de wetgeving wel verschuiven, waarbij ondernemers mee kunnen reizen, of ter plekke een heel andere bedrijfsopzet moeten kiezen. Of je maakt van de systeeminnovatie een transitie, en gaat de grond uit met sloten als industriele goten of natuurlijke filters. Soms levert onderzoek wel inzicht maar geen oplossing die iedereen tevreden stelt. Economie als dismal science.


Wageningen UR: publicaties: Nutrienten Waterproof, Topsoil+, Smaak van Morgen. Op de foto prei in het besproken gebied.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten