Binnen tien jaar hebben we speciale kaaskoeien en boterkoeien in de wei (of de stal), zo voorspellen Wageningse veefokkers vandaag in de NRC. Niet meer 1 soort melk waaruit allerlei producten worden gemaakt, met de zuivelfabriek als raffinaderij, maar allerlei soorten melk, ieder met zijn eigen eigenschappen zodat de fabriek efficienter draait of de consument specifiekere producten krijgt.
Dat lijkt een logische ontwikkeling en doet denken aan de aardappelen: daar hadden we ooit het Bintje dat erg aantrekkelijk was omdat je er goed friet van kon maken en alle consumenten ook tevreden waren met Bintje als tafelaardappel. Maar ergens in de jaren 80 groeide dat uit elkaar en kregen we fritesrassen en een gamma aan tafelaardappelrassen. Dus waarom niet met melk?
Toch gaat dat nog veel economische vragen oproepen: bij melk is er een zuivelfabriek nodig en als die er voor boter anders uitziet dan voor kaas krijgen we dus ook regionale specialisatie. Met meer of minder transport? En sterkere afhankelijkheid tussen fabriek en boer. En er gaan deelmarkten ontstaan met verschillende prijzen. En zijn die zo afgescheiden dat je je in zo'n deelmarkt een beetje aan de wereldmarkt kunt onttrekken? En is er dan minder schaalvergroting nodig? En levert dat dan meer prijsschommelingen op binnen zo'n deelmarkt? En gaat Nederland zich dan toeleggen op kaaskoeien en Ierland of Nieuw-Zeeland op boterkoeien?
Of valt het allemaal wel mee? Hete aardappels genoeg om nieuwe economische modellen te maken, zo lijkt me. Zodat we kunnen zien of het wel zinvol is, aparte boterkoeien.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten