Mensen die nog geen 1000 dollar per jaar verdienen, willen vaak toch een mobieltje. En dat is geen status maar verstandig. Je begrijpt, we hebben het hier over ontwikkelingslanden waar arme boeren sterk profiteren van de jongste technologie.
De Wall Street Journal documenteerde dat afgelopen week weer eens voor India waar de telecom op het platteland booming is. Boeren die nog een 1000 dollar per jaar verdienen zijn bereid voor 60 dollar een Nokia te kopen en 6 dollar per maand te betalen voor spraakverkeer (mailen en smsen is lastig voor matig-alfabeten).
Een voorbeeld is een boer die met 20 buffels per maand voor 80 dollar aan melk verkoopt. Maar wel vindt dat hij zo'n telefoon nodig heeft. Om te bellen wat de melkprijs is. Hoeft hij niet meer te lopen. En hij bespaart af en toe busgeld en veel uren tijd om zijn kinderen of kleinkinderen te bezoeken. Inkomende calls zijn gratis en zelf bellen kost maar een paar cent per minuut met een pre-paid kaart.
Zo draagt de telecom bij aan efficientere markten, lagere kostprijzen en hogere welvaart. Ook op het arme platteland.
Eric Bellman: Rural India finds a voice in: WSJ - Europe edition, 10.2.2009
ik hoorde onlangs dat in Afrika veel mensen geen gsm maar wel een losse sim-kaart. Daarmee kunnen ze dan af en toe naar iemand die een bedrijfje heeft waar je gsm's kunt opladen, maar waar je ook een losse gsm kunt gebruiken om je sim-kaart in te stoppen om te controleren of er iemand gebeld heeft.
BeantwoordenVerwijderen