Het oude model van onderzoek stond vooral in het teken van de productieverhoging en was een lineaire drietrapsrakket van onderzoek, voorlichting en producerende boeren. Waarbij de voorlichting de in zaaizaad, kunstmest en bestrijdingsmiddelen verpakte technologie hielp toepassen en het praktijkonderzoek uitzocht wat lokaal het beste paste.
Die organisaties bestaan nog (we kregen mooie inleidingen uit de fruitteelt), maar inmiddels hebben retail en agribusiness en ook de overheid zelf via milieuregels de rol van aanjager van innovatie overgenomen. En productieverhoging hoefde in ieder geval tot voor kort niet meer zo nodig. In alle verwarring is er via het plattelandsontwikkelingsbeleid daarnaast een 'grass root' beweging ontstaan van lokale netwerken (onder allerlei namen als Communities of Practices, F2F (farmer to farmer) studiegroepen etc) die onder nieuwe onduidelijke omstandigheden proberen zinvolle vernieuwingen te creeren, vooral in de multifunctionele kant van de landbouw.
Veel van de oude voorlichtings- en onderzoeksinstituten hebben bij die slag niet echt weten aan te haken en praten vooral met zichzelf, zo werd er beweerd. En de maatschappij en overheid roepen harder dan ooit om innovatie. Daarbij leren de landen niet erg van elkaar hoe elkaars systemen werken (of niet werken). Het ei van Columbus hebben we aan de Loire niet gevonden, maar een probleem goed benoemen is ook al wat waard.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten