Vanmiddag bezocht ik de bijeenkomst van het LEI over Voedsel en Duurzame Energie in het Museon in Den Haag, ter ere van het vertrek van onze directeur.
De sprekers zagen niets in de huidige generatie bio-brandstoffen. De argumenten daarvoor passeerden hier al wel eerder de revue: weinig groen, alleen zinvol op basis van afval (zelfs bij suikerriet, de bagasse) en slecht voor de armsten die van een $ per dag moeten rondkomen.
Er was ook weinig waardering voor het verplicht bijmengen waardoor een afzetmarkt wordt gecreeerd die niet meer op prijzen reageert. En de onzin om tien keer de prijs van het CO2 quotum te betalen via subsidie van biobrandstoffen. Het verst ging futuroloog Wim de Ridder. Van de week merkte ik hier als grap op dat je de olie snel moet opmaken, want de laatste turf was ook onverkoopbaar als brandstof. Hij kwam met een vergelijkbare stelling ("in 2030 is benzine niet meer te verkopen") en ik kreeg de indruk dat hij het meende.
Overigens rekende hij het Wageningse publiek voor dat planten maar hooguit een paar procent zonlicht benutten, algen en zeewier al veel meer en zonnecellen wel tien keer zoveel- en die hebben dus geen goede grond en water nodig. Waarmee de biobrandstoffen werden afgeserveerd en de derde generatie zonne-energie een zonnige toekomst werd toegedragen.
Beleving
De spreker had nog wel een paar andere uitdagende stellingen. Zo moeten we aan de belevenis economie, waar meer verkopen niet tot lagere prijzen leidt, maar tot hogere: hoe meer Geert Mak verkoopt, hoe duurder hij zijn boeken kan maken. Hier zijn marginale opbrengsten en marginale kosten niet meer aan elkaar gelijk, en dat is de enige weg naar de Quote500.
En de universiteit wordt een universiteit van de derde generatie (na de Middeleeuwse en de Von Humboldt research universiteit) omdat de overheid steeds minder geld tot zijn beschikking krijgt en de universiteit een innovatie-rol opgedrongen heeft gekregen. En dat geld komt van tenderende bedrijven die een probleem opgelost willen zien. Een gedachtegang die ik vorige week ook in Wageningen van enkele topbestuurders vernam.
Scheidend directeur Jan Blom zette de voedselzekerheid voor de toekomst weer op de agenda, zeker voor de armsten onder ons. Naast klimaat komt dat juist ook door de internationale handel. De afgelopen jaren zijn we gaan vertrouwen op internationale handel als buffer bij locale oogstproblemen. Die handel gaat gepaard met het aanhouden van lagere strategische voorraden door de overheid. Zoals we nu meemaken kan dat af en toe leiden tot lage voorraden en sterker fluctuerender, extremere prijzen. Een externality waar met name de armsten last van hebben, want die kunnen niet sparen voor die onvoorzienbare pieken.
Op de foto Australisch suikerriet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten