Af en toe zetten we hier vraagtekens bij het zetten van Dallasachtige paardenhekken in het Groene Hart (zie mijn blog van gisteren). Of bij de komst van de historisch weinig verantwoorde snijmais. [tussen haakjes: van de week suggereerde iemand dat op grond in eigendom van projectontwikkelaars meer dan gemiddeld mais zou staan; zelf vermoedde ik dat tot voor kort ook het landbouwbeleid een bescheiden rolletje speelde omdat je er toeslagrechten mee opbouwt en mogelijk hangt het samen met koeien op stal - kan een stageaire dat eens uitzoeken en op afstuderen?].
Vorige week kreeg ik een boekje in handen waaruit blijkt dat de gespecialiseerde weidebedrijven in het Groene Hart van recente datum zijn. Ik wist al wel dat ze vaak varkens op het erf hadden (voor de reststroom wei uit de kaasproductie), maar niet dat het eigenlijk hennip-weidebedrijven waren. Eeuwenlang was zo'n 5% van de oppervlakte in gebruik voor de teelt van hennip. De rest was verdeeld over intensieve weilanden en extensieve hooilanden. Hennip werd geteeld als intensieve 1-jarige teelt maar zonder rotatie (dus steeds op het zelfde perceel) bij het erf. Incidenteel waren er ook gespecialiseerde henniptelers.
Bij ons in Zevenhuizen herinnert de Hennipsloot (waarin een rotingsproces werd uitgevoerd), die een forse ringvaart is, nog aan deze verdwenen teelt. Hennip werd natuurlijk gebruikt voor touw, in de zeevaart (in de Gouden Eeuw was dit booming business) en in netten van vissers. Ik herinner me uit mijn jeugd nog Verto, de Verenigde Touwfabrieken die het perstouw voor de strobalen leverde. Maar toen was de hennipteelt al weg - die verdween rond 1900.
Veranderingen in het landschap zijn er dus al eeuwen, snijmais is een waardig opvolger van hennip en de activiteiten op het land worden door de stad en de handel bepaald.
B.R. Feis, H. Hoogendoorn en P.M. Stoppelenburg: Holland in touw - hennipteelt en touwfabricage in het Groene Hart. (groene hart producties, woerden, zonder jaartal en ISBN, vermoedelijk 2002)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten