In 1998 constateerde de WRR dat er veel verandert en dat er behoefte is aan nieuw beleid, maar dat de 5 aloude basisprincipes van onze ruimtelijke ordening overeind moeten blijven:
- concentratie van verstedelijking, compacte verstedelijking om ruimtelijke kwaliteit van de groene ruimte te behouden
- ruimtelijke samenhang, bijeenhouden van stdelijke functies (lastig door groeiende congestie)
- ruimtelijke differenitatie (die door sluipende verstedelijking steeds meer verdwijnt)
- ruimtelijk hierarchie (die door spreiding van hoogwaardige stedelijke functies steeds meer vermindert: de filmzalen en IKEAs gaan naar de stadsrand)
- ruimtelijke rechtvaardigheid (wordt ondermijnd door suburbane ontwikkeling zodat grote steden met de problemen van achterstandswijken blijven zitten)
Het is de vraag of de veranderende krachten niet zo groot zijn en dat een deel van de principes over boord moeten. Deze bundel Te Koop zet je op dat punt af en toe wel aan het denken. Zo beschrijft Guido van Eindhoven een aantal scenario's rond de sturing, waarin aannemelijk wordt gemaakt dat die ook in veel mindere mate bij de overheid en meer bij de markt en burgers(Golfresidentie Dronten als veelgebruikt voorbeeld) zou kunnen liggen. We zijn ook overgegaan in het denken in stakeholders, welke goede mens (a la Socrates) zorgt er nog voor het publieke?
Het echte vakdebat in deze wereld zou wellicht moeten gaan over de term Ruimtelijke planning of ordening niet vervangen moet worden door Ruimte-organisatie of Ruimte-management. De planning lijkt allemaal nog al top down, wellicht met inspraak maar in essentie vanuit consensus over wat er met een gebied moet gebeuren (en anders moet het proces die consensus opleveren). Zo werkt het niet meer en we moeten afruilmechanismes tussen partijen (anders dan uitkopen) veel beter in de vingers weten te krijgen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten